Raad van State fluit nieuwe drempels voor aannemers terug: oude grenzen opnieuw van kracht
Net voor het weekend van 12 december zorgde de Raad van State voor opschudding in de bouwsector. Met een vernietigingsarrest haalde het hoogste administratieve rechtscollege het Koninklijk Besluit (KB) van 14 april 2024 onderuit, dat de drempelbedragen voor de erkenning van aannemers moest actualiseren. Gevolg: de oude maximumbedragen herleven en zijn opnieuw van toepassing op alle overheidsopdrachten.
Het vernietigde KB wijzigde het koninklijk besluit van 26 september 1991, dat de praktische uitvoering regelt van de wet van 20 maart 1991 inzake de erkenning van aannemers van werken. Die erkenning is essentieel voor aannemers die willen deelnemen aan overheidsopdrachten. Ze bepaalt in welke klasse, categorie of ondercategorie een onderneming mag werken en tot welk maximumbedrag zij opdrachten mag uitvoeren.
Bij de erkenning wordt onder meer gekeken naar de technische bekwaamheid van de aannemer. Elementen zoals eerdere referenties, het gemiddeld aantal arbeiders en kaderleden en de financiële draagkracht spelen daarbij een rol. Afhankelijk van de klasse – in totaal zijn er acht – geldt een maximumgunningsbedrag per opdracht, evenals een plafondbedrag voor alle werken die een aannemer gelijktijdig mag uitvoeren, zowel in België als in het buitenland.
Met het KB van april 2024 wilde de federale regering deze maxima optrekken. De bestaande bedragen waren immers al jarenlang ongewijzigd en zouden volgens de regering niet langer aansluiten bij de gestegen bouwkosten en de economische realiteit van de sector. De Raad van State volgt die redenering echter niet. In zijn arrest oordeelt hij dat de beginselen van proportionaliteit en gelijkheid onvoldoende werden gerespecteerd bij de aanpassing van de drempels. Opvallend is dat ook de Commissie voor de Overheidsopdrachten eerder al kritische opmerkingen had geformuleerd bij het ontwerp.
Het arrest zal binnenkort in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd en heeft werking erga omnes. Dat betekent dat alle aanbestedende overheden verplicht zijn rekening te houden met de vernietiging. Concreet keren de oude drempelbedragen terug. Zo geldt voor aannemers in klasse 1 opnieuw een maximumgunningsbedrag van 135.000 euro en een plafond van 682.000 euro voor gelijktijdige werken. Voor klasse 7 bedraagt dat respectievelijk 5,33 miljoen euro en 43 miljoen euro. In klasse 8 blijft er geen maximum per opdracht, maar geldt wel een plafond van 260 miljoen euro voor lopende werken.
De vernietiging zet de regelgever opnieuw aan zet. Een nieuw regelgevend initiatief is niet uitgesloten, maar zal rekening moeten houden met de juridische bezwaren die de Raad van State heeft geformuleerd. Voorlopig is het voor aannemers en aanbesteders vooral zaak de oude spelregels opnieuw correct toe te passen. De sector kijkt intussen uit naar duidelijkheid over een mogelijk herwerkt kader dat wél standhoudt bij juridische toetsing.
Klasse 1: 135.000 euro - 682.000 euro
Klasse 2: 275.000 euro - 2.200.000 euro
Klasse 3: 500.000 euro - 4.000.000 euro
Klasse 4: 900.000 euro - 7.000.000 euro
Klasse 5: 1.810.000 euro - 14.500.000 euro
Klasse 6: 3.225.000 euro - 26.000.000 euro
Klasse 7: 5.330.000 euro - 43.000.000 euro
Klasse 8: geen max. - 260.000.000 euro