Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Management

Werken met onderaannemers: goede afspraken maken goede vrienden

Goede communicatie en duidelijke schriftelijke contracten zijn een must wanneer je als hoofdaannemer met onderaannemers werkt. Ook als jullie een vertrouwensband hebben. Des te meer omdat er de laatste jaren tal van verplichtingen bijkwamen. Waar moet je rekening mee houden en hoe vermijd je valkuilen? Een aantal belangrijke punten op een rijtje.

AdobeStock_433411281
Adobe Stock

Het contract: van cruciaal belang

Je mag vrij kiezen om een onderaannemer in te schakelen, tenzij het contract met de opdrachtgever dit uitdrukkelijk verbiedt. Goede schriftelijke contracten zijn hierbij een must. Nadia Schepens (juridisch adviseur Bouwunie): “Het gebeurt in de praktijk vaak dat hoofd- en onderaannemer mondelinge afspraken maken op vertrouwensbasis. Een van de meest voorkomende valkuilen is dat er geen of geen duidelijke contractuele afspraken zijn gemaakt, waardoor het in geval van discussie niet duidelijk is welke partij welke rechten en welke plichten heeft.”

Aangifte werken

Via deze antikoppelbaasmaatregel krijgt de RSZ een overzicht van werven waar aannemers van werken in onroerende staat actief zijn. Je bent als hoofdaannemer verplicht om de volledige keten van onderaannemers te melden. De aangifteplicht gebeurt op vandaag uitsluitend online en is gekend onder verschillende namen: werfmelding, melding 30bis, unieke werkmelding. De correcte naam is aangifte van werken.

Aanwezigheidsregistratie 

De elektronische aanwezigheidsregistratie is van toepassing voor werven vanaf 500.000 euro (exclusief btw). Wordt dit niet gedaan dan heeft dit boetes als gevolg. Via Checkinatwork moeten werkgevers en aannemers die werken in onroerende staat uitvoeren personen registreren die op bepaalde werkplaatsen aanwezig zijn. Er zijn vier registratiemogelijkheden, waaronder de optie voor elke arbeider om zijn aanwezigheid te registreren. Meer over de verschillende mogelijkheden op de website van de Sociale Zekerheid.

Aansprakelijkheid

Enerzijds is er de hoofdelijke aansprakelijkheid en inhoudingsplicht voor sociale en fiscale schulden.

Je kan als hoofdaannemer aansprakelijk gesteld worden voor de sociale en/of fiscale schulden van jouw onderaannemers. Vermijd dit door hen tijdig te controleren op het bestaan van deze schulden en correct te handelen.

Deze regelgeving is van toepassing op werken in onroerende staat. Dit zijn quasi alle werken die betrekking hebben op gebouwen. Ook het kuisen van gebouwen door kuisfirma’s, grondwerken, bestratingswerken, het aanleggen van tuinen en parken, het aanleggen van opritten en parkings enzoverder.

Anderzijds kan je ervoor opdraaien om de lonen te betalen van werknemers van andere werkgevers van de aannemersketen waarin je zit. De wetgever wil hierbij malafide praktijken aanpakken waarbij, vooral buitenlandse, werkgevers hun werknemers minder loon betalen dan de Belgische wetgeving oplegt. Er zijn twee regelgevingen waarbij:

  • elke opdrachtgever, aannemer of onderaannemer kan aangesproken worden om de lonen te betalen van de werknemers van een (onder)aannemer lager in de keten wanneer die zijn mensen niet het correcte loon betaalt.
  • enkel de rechtstreekse medecontractant hiervoor instaat.
  • Informeer je grondig bij je beroepsorganisatie over hoe je je kan indekken tegen deze aansprakelijkheid. 

Opgelet

Werk je met buitenlandse onderaannemers? Let er dan op dat alles volgens de regels verloopt. Bouwunie somt de belangrijkste verplichtingen en aandachtspunten op in vier checklists die beschikbaar zijn in het Nederlands, Frans en Engels.

Voorts moet je opletten bij het systematisch inschakelen van onderaannemers. Wanneer zou blijken dat een onderaannemer systematisch werken voor jou uitvoert zonder dat hij daarbij het werk zelf kan regelen, zelf beslist over vakantie, met jouw materialen werkt enzoverder? Dan kan de inspectie besluiten tot schijnzelfstandigheid, met alle gevolgen van dien zoals boetes voor jullie beiden.

Met dank aan Nadia Schepens, juridisch adviseur Bouwunie


Overheidsopdrachten: aandachtspunten

Neem je als hoofdaannemer deel aan overheidsopdrachten? Dan moet je rekening houden met de wetgeving overheidsopdrachten, die diverse verplichtingen oplegt:

  •  Bovenop de verplichting om je onderaannemers te identificeren moet je ook rekening houden met twee anti sociale dumping maatregelen in de wet: de erkenning van alle onderaannemers en de ketenbeperking.
  • Onderaannemers, op welke plaats in de onderaannemingsketen zij ook optreden en in verhouding tot het deel van de opdracht dat zij uitvoeren, zijn verplicht om te voldoen aan de bepalingen van de erkenningsreglementering. Dit heeft voor jou als hoofdaannemer tot gevolg dat je enkel nog een opdracht in de keten kan doorgeven (of als onderaannemer: kan aannemen van een hoofdaannemer) met respect van de erkenningsregels. Onderaannemingsopdrachten verdeeld in de categorieën (D, E, G enz. tot 75.000 euro, excl. btw) en/of ondercategorieën (D1, P1, G5 enz. tot 50.000 euro, excl. btw) zijn vrijgesteld. Indien deze drempels bereikt worden moet de onderaannemer erkend zijn volgens de erkenningsregels in de juiste (onder)categorie en klasse.
  • Wanneer de opdracht wordt gegund aan een algemene aannemer geldt de beperking van de keten van onderaanneming tot drie niveaus. Indien de opdracht al in percelen is verdeeld, geldt de beperking tot twee niveaus.

Er zijn twee uitzonderingen op deze ketenbeperking. Ten eerste onvoorziene omstandigheden waarbij één bijkomend niveau gemeld wordt aan het bestuur binnen de 30 dagen nadat de onvoorziene omstandigheden zich hebben voorgedaan. Een tweede uitzondering, waarbij alsnog één extra niveau wordt toegestaan, geldt wanneer het bestuur voorafgaandelijk en schriftelijk zijn akkoord heeft gegeven met dit bijkomende niveau.

Daarnaast geldt het verbod voor de onderaannemers om hun deel van de opdracht volledig in onderaanneming te geven. Het is eveneens verboden voor een onderaannemer om alleen de coördinatie van de opdracht te behouden.

AdobeStock_609959219
Adobe Stock
“Alles start met een duidelijke omschrijving van de prijsvraag”

Totaalaannemer All-Bouw uit Roeselare is sinds 1997 specialist in bouwen, renoveren, restaureren en instapklare projecten. Het familiale bedrijf met Klasse 4-erkenning is vooral actief in West- en Oost-Vlaanderen. Het vast team bestaat uit een 25-tal medewerkers. All-Bouw doet via onderaannemers een beroep op ongeveer 100 tot 150 externe partners, afhankelijk van de drukte.

Simon Alleman (gedelegeerd bestuurder): “Ons eigen team focust op funderingen, metselwerk, renovatie en restauratie. Alle andere loten worden uitbesteed. Ook sommige loten fundering en ruwbouw om extra capaciteit te hebben. We zouden graag organisch groeien naar een Klasse 5-bedrijf, maar het is niet eenvoudig om geschikte medewerkers te vinden en ons eigen team uit te breiden. We werken  steeds met vaste, zeer goede onderaannemers, waarmee we een vertrouwensband hebben. We kiezen bewust voor lokale onderaannemers. Indien er buitenlanders in dienst zijn bij onze onderaannemers, zijn dit mensen die hier effectief wonen en werken.”

Valkuilen vermijden

Werken met onderaannemers start bij All-Bouw met een duidelijke omschrijving van de prijsvraag. Simon Alleman: “Voor wat wordt er prijs gevraagd? Enkel voor de werken? Of ook voor de veiligheid, de verlichting? Wie staat daarvoor in? De hoofd- of de onderaannemer? Dat moet in een contract gegoten worden, dat afgestemd is op de grootorde van de werken. Zonder over- of underkill. Wie de modeldocumenten gebruikt die door de beroepsfederaties ter beschikking worden gesteld, vermijdt volgens mij 95% van de valkuilen. Het is ook van cruciaal belang dat de gemaakte contractuele afspraken gemeend zijn. Als de hoofdaannemer nalaat om erop toe te zien en te sanctioneren bij inbreuken, dan is hij onethisch bezig. Dan wil je per definitie niet veilig werken.” 

Naar een betere manier van aanbesteden

Blijven alle regels en administratie behapbaar voor de hoofdaannemer? Simon Alleman: “Wat vereenvoudiging, meer grote lijnen en uniformiteit zouden welkom zijn. Eens alles gekend is lukt het op zich wel, ook dankzij onze kantoormedewerkers die alles goed regelen in duidelijke contracten. Indien de Checkinatwork van toepassing is communiceren we dit zichtbaar op de werf. Wanneer arbeiders die in dienst zijn van onderaannemers toch vergeten om zich te registeren heeft dat gevolgen voor ons als hoofdaannemer. Dan worden we persoonlijk aangeschreven voor het plegen van een inbreuk. Wij hebben inderdaad onze opvolgingsplicht, maar dit is wel zeer arbeidsintensief.”

Het uitgangspunt is volgens Simon Alleman de manier waarop er wordt aanbesteed: “De criteria zouden fijnmaziger verwoord kunnen worden. Het is helaas nog vaak zo dat de laagste inschrijvers het meest kans maken, waardoor het risico bestaat om bij die malafide partijen terecht te komen.”

Is er voldoende controle? “De sociale inspectie is op onze vrij kleine werven al meer dan eens langsgekomen. Men zou echter veel gerichter moeten controleren. Iedereen in de bouwsector weet op vandaag waar de cowboys aan het werk zijn. Een bewustmakingscampagne zal die er niet uitkrijgen. Alle belanghebbende partijen zouden ook meer en beter met elkaar moeten communiceren.”


Simon Alleman

Simon_2
All-Bouw
Tweede Plan Eerlijke Concurrentie (PEC) voor de bouwsector

Op 21 februari 2024 ondertekenden de federale regering, de federale inspectiediensten en de sociale partners van de bouwsector het tweede Plan Eerlijke Concurrentie. Het eerste dateert van 2015. Het plan bevat maatregelen om de strijd tegen de sociale fraude en de sociale dumping in de bouwsector aan te gaan. Enkele belangrijke punten:

  • De sociale partners vragen om de namen van de werkende vennoten te vermelden in de KBO-databank. Zo kunnen bouwbedrijven en inspectiediensten misbruik van het sociaal zekerheidsstatuut beter detecteren.
  • De sociale partners dringen aan op een loondatabank met buitenlandse bedrijven om de strijd tegen de sociale dumping efficiënter te maken.
  • Om buitenlanders aan dezelfde regels te onderwerpen als Belgische kmo-bouwbedrijven, in het bijzonder de inhoudingsplicht voor fiscale schulden, willen de sociale partners in de sector maatregelen uitwerken om de belasting niet-inwoners correct (BNI) te innen. 
  • Minder complexe regels leiden tot minder overtredingen. Digitalisering en administratieve vereenvoudiging dringen zich daarom op.
  • Het beter afdwingen van de veiligheidsvoorschriften bij buitenlandse werknemers en werkgevers.
  • Bestrijding van mensenhandel: hiervoor rekenen de sociale partners op de lokale overheden om een eind te maken aan containerovernachtingen of massaverblijven op één adres.
  • Bestrijden van illegale uitzendarbeid vanuit het buitenland (Benelux-aanpak).
  • Bilaterale akkoorden over de sociale zekerheid: zo kan de Belgische sociale zekerheidsinstelling de bijdragen innen bij buitenlanders die hier werken en dan doorstorten en/of verrekenen met de verschuldigde buitenlandse sociale zekerheid. Op die manier kunnen we zeker zijn van enerzijds de inning, maar anderzijds vooral ook een efficiëntere controle organiseren op gedetacheerden in België.


Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten