Zes op de tien bouwbedrijven haalt planning niet voor de zomer
Voor volgende week voorspellen de weermannen en -vrouwen eindelijk wat zomerse dagen, maar de afgelopen maanden geraakte de bouw van de regen in de drup. Zes op de tien bouwbedrijven haalt de vooropgestelde planning niet en loopt vaak weken achterop.
“Het
aanhoudende slechte weer zorgt ervoor dat zes op de tien bouwbedrijven de
vooropgestelde planning niet haalt voor het bouwverlof. De planning wijkt
gemiddeld voor een kwart af. De vertragingen zijn dan ook niet van de poes.
Gemiddeld vijf tot zes weken, met uitschieters tot meer dan acht weken”, zegt
Bouwunie-topman Jean-Pierre Waeytens. De regen woog daarnaast ook op het
rendement en had meer tijdelijke werkloosheid en ontevreden klanten als gevolg.
Eén op de tien bouwbedrijven zegt zelfs de zomervakantie aan te passen om toch
nog wat werk in te halen.
Fiscaal vriendelijke overuren
Bouwunie
vroeg ten slotte op welke manier bouwbedrijven in de toekomst op slechte jaren
als deze zullen inspelen. Eén op de drie overweegt om zijn activiteiten uit te
breiden om meer flexibel te kunnen werken (bv. ook binnenwerken). Andere gaan
investeren in meer beschermingsmateriaal (bv. werftenten). Om bouwbedrijven de
kans te geven de achterstand toch enigszins weg te werken wanneer het droger
wordt, pleit Bouwunie voor meer fiscaal vriendelijke overuren en het meer
soepel omgaan met verplichte rustdagen.
Pragmatische aanpak rustdagen
Wegen- en
spoorwegbouwers kunnen voortaan 280 in plaats van 180 fiscaalvriendelijke
overuren kloppen. Dat zijn overuren waarop werknemers geen sociale
zekerheidsbijdragen of belastingen moeten betalen. Bouwunie vraagt om de
uitbreiding door te trekken naar alle sectoren in de bouw. “Zoals vakbonden en
werkgevers dat ook waren overeengekomen in het sectoraal akkoord 2019-2020”,
aldus Waeytens.
Daarnaast
dringt de bouworganisatie aan op een pragmatische aanpak voor de verplichte
rustdagen. “Idealiter zouden bedrijven van die vastgelegde dagen op een
eenvoudige wijze moeten kunnen afwijken op bedrijfsniveau. Zodat ze flexibeler
kunnen inspelen op het weer maar ook op bijvoorbeeld schoolvakanties”, besluit
Waeytens.