Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Materiaal

Bouwhandel moet inspelen op logistieke en digitale evolutie

De beroepsbescherming, het logistieke vraagstuk en de digitale evolutie vormen belangrijke actuele uitdagingen en aandachtspunten van de bouwhandel. Dat bleek op vrijdag 23 februari tijdens de algemene vergadering van Fema en de receptie in het kader van Batibouw.

bouwhandel

Talrijke Fema-bestuurders en Fema-leden namen die dag in de iconische zaal Cinedoc tegenover het Eeuwfeestpaleis (Paleis 5 van Brussels Expo) deel aan de 82ste jaarlijkse algemene statutaire vergadering van hun beroepsvereniging, gevolgd door de traditionele receptie samen met de bouwmaterialenproducenten en alle Fema-partners in de ondergelegen zaal ‘Rotonde’.

De bijzondere positie van de bouwhandelaars in het kader van het Paritair Comité voor werklieden uit het Bouwbedrijf (PC 124) is een oud zeer; inzake de uitbreiding van de flexibiliteit heeft Fema in elk geval een bijzonder lange weg afgelegd en haar leden doen steeds meer een beroep op de diensten van Constructiv. Anderzijds brengt dit PC een hogere kostprijs voor de arbeid met zich, waardoor niet kan gesproken worden van een “gelijk speelveld” (level playing field) voor de toelevering van bouwmaterialen.

Ook de beroepsbescherming van de bouwhandel vormt een belangrijk werkpunt. De toegang tot het beroep zou afhankelijk moeten zijn van objectieve criteria. Het kan dan ook niet dat Jan en alleman een “handeltje” kan opzetten, meestal op illegale wijze waardoor schade wordt berokkend aan de legitieme bouwhandelaar.

Fema engageert zich om bovenstaande punten op haar agenda van prioriteiten voor 2018 te plaatsen. Op www.fema.be worden de activiteiten, de strategie en de uitdagingen van Fema duidelijk en visueel gepresenteerd.

Tijdens de receptie belichtte Fema-voorzitter André De Groote de uitdagingen voor de Belgische beroepsvereniging voor professionele handelaars in bouwmaterialen. “Tijdens de winter heeft onze sector verschillende thema’s zien opduiken die ons doen twijfelen over onze bestaansreden en de zin om onze activiteiten voort te zetten. Vooreerst is er de logistiek, onze core business. Goederen just in time en zo goedkoop mogelijk van punt A (de fabrikant) tot punt B (de consument, aannemer of particulier) brengen, daarin zijn we goed en dit doen we alle dagen. Maar hoe ziet onze toekomst eruit? Eén op de vier vrachtwagens op onze snelwegen is bouwgerelateerd en in de steden zelfs een derde. Bovendien moet de CO2-uitstoot van het transport met een factor 6 omlaag in de komende decennia. De steden gaan zelfs op slot voor dieselvoertuigen. Nieuwe geleerde woorden worden geïntroduceerd: venstertijden, rekeningrijden, last mile en nog veel meer. Producenten, de handel en aannemers lopen het risico dat hun marge verdwijnt in hogere transportkosten. Partners in de bouwketen moeten samen werken - twee belangrijke afzonderlijke woorden - aan een grotere inzet van vervoer over water, zowel in de aanvoer met de binnenvaart als naar de bouwplaats, elektrisch vervoer in binnensteden en de bundeling van zendingen”, stelde hij.

Daarnaast meende de Fema-voorzitter dat iedereen intussen wel op de hoogte is van de General Data Protection Regulation (GDPR) en dat men hier bijna van een indigestie mag spreken. Elke dag wordt hieraan wel een artikel gewijd, informatie hierover verspreid of een conferentie hierover georganiseerd. Ook hier helpt en informeert Fema waar ze kan.

“Ten derde staan we voor digitale uitdagingen zoals de elektronische uitwisseling van basisinformatie (Andimac in Spanje), EDI-facturatiesystemen (NMBS - UK), e-commerce, BIM en GS1 (een wereldwijde organisatie die standaarden ontwerpt en invoert voor elektronische communicatie tussen bedrijven). In onze overkoepelende Europese organisatie Ufemat zijn tal van voorbeelden te vinden. Ook hier is samen werken de oplossing en het middel bij uitstek om vooruit te gaan”, besefte André De Groote.

Bovendien begint de 25% import van goedkope merkproducten uit Oost-Europese landen de sector echt pijn te doen. “We vragen uniforme prijsniveaus en doen een warme oproep tot Feproma om hier op Europees groepsniveau werk van te maken”, vroeg hij.

De Fema-voorzitter noteerde wel voor het eerst in jaren een positieve tendens bij de ondernemers, die voor 2018 een groei van het werkvolume met 3% voorzien. “De Nationale Bank heeft voor onze sector een groei met 4,6% in 2017 vastgelegd. De toekomst oogt dus rooskleurig: meer activiteit, een stabielere aanvoer van pur/pir, groei en een warme oproep tot meer samenwerken over de grenzen van concurrentie en prijzen heen. Automatisch geeft dit aanleiding tot meer respect voor de zichtbare en onzichtbare inspanningen van de leverancier, de handelaar, de aannemer en de sectorfederatie”, wist hij.

Harmonisch partnership

Feproma-voorzitter Frank Van Zeebroeck van zijn kant benadrukte de noodzaak van een harmonisch partnership tussen producenten en handelaars in bouwmaterialen. “Men vraagt mij dikwijls waarom handelaars zouden moeten kiezen voor Feproma-leden/fabrikanten. Als Fema-lid en handelaar heb je dan op zijn minst de garantie dat je bouwmaterialen koopt die voldoen aan zeer hoge kwaliteitseisen en die beantwoorden aan de strenge wettelijke normeringen, reglementeringen en bepalingen die ons door de Belgische en de Europese overheden worden opgelegd. Daarenboven kan je rekenen op commerciële en technische ondersteuning, opleidingen, logistieke oplossingen, investeringen in duurzame producten en systemen, innovaties, recyclageoplossingen, de optimalisatie van de logistieke stromen, een maatschappelijk verantwoord ondernemingsbeleid (mvo) en nog vele andere elementen die de Feproma-leden in het kader van hun dagelijkse activiteiten aanbieden en die heel vaak als vanzelfsprekend worden beschouwd”, signaleerde hij.

Frank Van Zeebroeck wees erop dat de Feproma-leden blijven investeren in de ontwikkeling van innoverende oplossingen en systemen die een toegevoegde waarde bieden aan de handel, ondernemers en consumenten. Feproma wil samen met Fema bijdragen tot het economische herstel zodat aannemers, handelaars en fabrikanten hiervan kunnen profiteren.

“Als Feproma-leden moeten we aandacht en respect hebben voor de vele uitdagingen waarmee de handel en de aannemerij worden geconfronteerd. Op onze beurt vragen wij de Fema-leden om respect en aandacht te hebben voor de vele inspanningen die onze fabrikanten en Feproma-leden in België elke dag opnieuw doen om de Fema-leden te steunen en te helpen. Respect voor elkaar, luisteren naar elkaars behoeften en wensen, open communicatie, een eerlijke dialoog en streven naar echte win-win-situaties behoren tot de belangrijkste punten in onze samenwerking, waarvoor Feproma zich in de toekomst zal blijven engageren”, beloofde diens voorzitter.

Barbara Leus, voorzitster van de Fema-jongeren, merkte op dat ook Fema-Jeugd het afgelopen jaar niet had stilgezeten en heel wat had bijgeleerd. “Drie Feproma-leden zijn de revue gepasseerd. Dankzij Peter De Clercq en Nadine Cielen van Wienerberger hebben we de fabriek en de kleigroeves in Rumst bezocht. Onze buitenlandse trip ging richting San Marino, waar we bij Marshalls werden ontvangen door Jochen Clockaerts. Ik bedank ook Koen Slos van Ursa, wiens fabriek in het Franse Saint-Avold we hebben bezocht. Al deze heel interessante ontmoetingen zijn belangrijk voor de goede contacten tussen leveranciers en handelaars. We gaan uiteraard op dit elan verder en zullen binnenkort de planning voor de komende bedrijfsbezoeken meedelen”, verklaarde ze.

Tot slot kondigde Fema-bestuurder en secretaris-generaal van Ufemat Marnix Van Hoe het volgende Ufemat-congres van 25 tot 28 oktober in Lissabon aan. De deelnemers logeren er in het vijfsterrenhotel Tivoli, waar ook Madonna een graag geziene gaste is. “We bezoeken o.a. een artisanale tegelfabriek waar Benoît van Innis de tegels van het nieuwe metrostation Maalbeek in Brussel heeft laten maken. Portugal is hot en de plaatselijke collega’s doen hun uiterste best om hun beste beentje voor te zetten en ons een schitterende ontvangst te bezorgen. Bovendien organiseren we op zaterdagavond een Powerreceptie met de steun van de Feproma-leden”, beloofde hij.

Als afsluiter gaf hij de tabel van de “honderdjarigen” van ons huizenpatrimonium weer. 23,9% van de Belgische woningen (3.732.632 huizen en appartementen) zijn ouder dan honderd jaar. 2.244.288 van deze woningen (20,3%) bevinden zich in Vlaanderen, 1.325.233 in Wallonië (39,9%) en 163.111 (36,5%) in Brussel. Cijfers die tot nadenken stemmen…

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten