Bouwmaterialenhandels moeten in orde zijn met de socio-economische vergunningswetgeving
Sinds 1 augustus vervangt de ‘omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten’ de socio-economische vergunning. De modaliteiten om over een dergelijke vergunning te moeten beschikken, blijven echter dezelfde. Zodra verkocht wordt aan particulieren, ook wanneer dit slechts een fractie vormt van de totale omzet, én de voor particulieren toegankelijke ruimte groter is dan 400 m² (overdekt of in open lucht, zoals een toonpark), moet je over een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten beschikken.
Deze omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten werd “ingekanteld” in het decreet omgevingsvergunning waardoor dezelfde procedures, met name de vereenvoudigde of de gewone procedure met bijbehorende beroepsprocedures, worden gevolgd. De aanvragen voor zowel de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen (de vroegere bouwvergunning) en de omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (de vroegere milieuvergunning) als de vergunning voor kleinhandelsactiviteiten (de vroegere socio-economische vergunning) verlopen via dezelfde procedure en worden samen aangevraagd als verschillende vergunningen moeten bekomen worden.
Fema, de Belgische beroepsvereniging voor professionele handelaars in bouwmaterialen, heeft haar leden de voorbije jaren nadrukkelijk aangespoord om zich in orde te stellen met de socio-economische vergunningswetgeving. Bestaande socio-economische vergunningen worden immers vandaag automatisch omgezet in omgevingsvergunningen voor kleinhandelsactiviteiten, waarbij de socio-economische vergunning van bouwmaterialenhandels automatisch wordt omgezet in een omgevingsvergunning categorie 4, ‘Verkoop van andere producten’. Er stelt zich echter een probleem voor bouwmaterialenhandels die nog niet over een socio-economische vergunning beschikken en willen (blijven) verkopen aan particulieren.
Bouwmaterialenhandels die nog niet over een socio-economische vergunning of omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten beschikken, maken hier dan ook best op korte termijn werk van. Het ontbreken van een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten dreigt immers het bekomen van omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen (de vroegere bouwvergunning) en/of van omgevingsvergunningen voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (de vroegere milieuvergunning) in het gedrang te brengen, althans indien je nog wil blijven verkopen aan particulieren, hoe gering dit aandeel in de globale activiteiten ook is. Het ontbreken van één van de vergunningen (zowel voor kleinhandel en stedenbouw als voor een ingedeelde inrichting of activiteit) zorgt er immers voor dat een aanvraag globaal bekeken onvolledig is.
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten wordt beoordeeld op basis van volgende gronden:
- stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften;
- doelstellingen van het Integraal Handelsvestigingsbeleid (IHB):
- het creëren van duurzame vestigingsmogelijkheden voor kleinhandel, inclusief het vermijden van kleinhandelslinten;
- het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten;
- het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijke milieu inclusief het versterken van kernwinkelgebieden;
- het realiseren van een duurzame mobiliteit.
Er wordt rekening gehouden met de toestand in de omgeving en de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen m.b.t. de doelstellingen van het IHB.
In vergelijking met de vroegere regelgeving (Wet op de Handelsvestigingen - socio-economische vergunning) is het bekomen van een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten voor bouwmaterialenhandels er zeker niet makkelijker op geworden, vooral dan omwille van de ruimtelijke en stedenbouwkundige toetsing.
Begeleiding en ondersteuning
ABM (AdviesBureau Marketing en onderzoek) heeft in het verleden tal van Fema-leden begeleid bij het bekomen van een socio-economische vergunning en biedt ook ondersteuning in het kader van de nieuwe regelgeving m.b.t. de omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten. Dankzij zijn uitgebreide sectorkennis en zijn vergaarde praktische ervaring in het verleden kan het de slaagkansen voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten voor bouwmaterialenhandels aanzienlijk verhogen.
Hierbij gaat ABM fasegewijs tewerk. In de eerste fase, het vooronderzoek, worden de slaagkansen bekeken voor het aanvragen van een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten en wordt tevens nagegaan of er, gezien de directe link tussen de omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten en de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen (de vroegere bouwvergunning) én de omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (de vroegere milieuvergunning) überhaupt een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten kan aangevraagd worden en met welke randvoorwaarden rekening moet gehouden worden. De tweede fase omvat de samenstelling van de aanvraag voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten (bij een ‘go’ in fase 1) en begeleiding tijdens de aanvraagprocedure.
Voor meer info kan je terecht bij ABM bvba, Nadine Crappéstraat 1/002 in 9000 Gent, tel. 09 235 49 80, info@abmadvies.be en www.abmadvies.be.