Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Materiaal

Constructievezelproducent Adfil voortaan op eigen benen

Low & Bonar heeft zijn afdeling van hightech constructievezels met de merknaam Adfil verkocht aan een nieuwe eigenaar. Het ‘betonlabo’ van het internationale concern kan nu op eigen benen voort met dezelfde naam en op dezelfde locatie in Zele, maar vooral met een nieuwe, gedurfde koers. Er wordt ook geïnvesteerd in extra sales-medewerkers met zowel technische als commerciële kennis. “We willen binnen het jaar winstgevend zijn; alle winst wordt geherinvesteerd in het bedrijf”, zeggen CEO Tom Winters en COO Ives Swennen ambitieus.

Constructievezelproducent Adfil voortaan op eigen benen-Een balktest wordt uitgevoerd
Copyright: Studio Claerhout

Het was al langer een publiek geheim dat het internationale concern Low & Bonar cash wou ophalen door zijn businessunit van Adfil-constructievezels te verkopen, zodat het dat geld kan investeren in divisies die volgens de specialist in technisch textiel meer opbrengen. Adfil staat voor Anglo Danish Fibres Industry Limited, een van oorsprong Engels-Deens bedrijf met hoofdzetel in Hull dat microvezels produceerde en werd gekocht door Low & Bonar, die de productie vervolgens in België integreerde.

In het voorjaar van 2017 investeerde Low & Bonar in een gloednieuw betonlabo in het Oost-Vlaamse Zele om de constructievezels sterker in de markt te zetten. Het concern besliste uiteindelijk toch om de afdeling te verkopen omdat ze verlieslatend was. De nieuwe eigenaar is een privé-investeerder die in het verleden al meermaals succesvol investeerde in bedrijven en op lange termijn denkt. De dagelijkse leiding komt in handen van Tom Winters en Ives Swennen, die ook allebei bestuurder worden. Beiden stonden twee jaar geleden mee aan de wieg van het betonlabo en ‘verhuizen’ dus mee, net als alle 36 medewerkers en alle bruikbare infrastructuur.

De uitvoering van een druklaag met Durus EasyFinish wapening. (Foto: Adfil)

De merknaam Adfil wordt tevens de naam van de nieuwe entiteit, die in Zele blijft. Daarnaast is er ook nog een salesvestiging in Engeland, waar zes verkopers werken. “Toen we vroeger geld nodig hadden, konden we terecht in de groep, nu zullen we ons eigen geld moeten voorzien. Ons eerste grote doel? Tonen dat we na één jaar winstgevend zijn. We willen ook meer service bieden en dat zullen we nu als onafhankelijk bedrijf bewuster kunnen doen”, aldus Tom Winters.

Micro- en macrosynthetische vezels worden steeds vaker gebruikt om beton te wapenen, als duurzaam alternatief en/of aanvulling voor staalwapening of staalvezel betonwapening. Ze zijn slechts enkele centimeters groot en zien er rond, plat, spiraalvormig of langwerpig uit. Je vindt ze in verschillende kleuren en ze hebben bijzonder veelzijdige eigenschappen. Tot voor enkele jaren had de bouwsector weinig voeling met de enorme techniciteit en mogelijkheden van deze polymeervezels, maar stilaan lijkt de markt er rijp voor.

“Als je onze vezels toevoegt, droogt het beton homogener uit, waardoor het minder snel scheurtjes vertoont of krimpt. De macrovezels worden reeds gedoseerd in de betoncentrale, het beton komt dus gewapend op de bouwwerf aan en kan door de aannemer sneller geplaatst worden. In tegenstelling tot staal corroderen macrovezels ook niet in beton. Alles wat we doen heeft als doel om de duurzaamheid van beton te verbeteren. Het toevoegen van de juiste dosering vezels maakt stalen netten of vezels in heel wat toepassingen zelfs overbodig, zoals in betonnen binnen- en buitenverhardingen, zoals druklagen in stortbeton”, aldus Ives Swennen.

De synthetische macrovezels Durus EasyFinish en Durus EasyShot. (Foto: Adfil)

“In zekere zin waren we pioniers de jongste tien jaar, want onze oplossing was nieuw in de markt en de bouw is een relatief conservatieve sector. Steeds meer betonproducenten, ingenieursbureaus en aannemers verkiezen polymeervezels boven conventionele staalwapening. Die drie partijen willen we ook overtuigen. Let wel: onze vezels kunnen niet alle conventionele staalwapening vervangen. Ze kunnen niet gebruikt worden in alles wat ‘overspannen’ is, zoals brugstructuren of betonlentelen boven ramen of deuren”, zegt Tom Winters.

Sinds midden vorig jaar is Adfil heel actief geworden in België, mede dankzij het behalen van het zogenoemde ATG-certificaat. “We hebben twee jaar nodig gehad om te testen. Die tests gebeurden met het slechtst mogelijke beton, het ‘worst case’-scenario dus. De verwerkbaarheid en de homogeniteit van het beton werden dus bewezen tijdens de meest extreme omstandigheden. Dankzij het certificaat zijn Belgische ondernemingen nu ook niet langer gedwongen om enkel staal toe te passen als wapening. In België wordt jaarlijks ongeveer 12 miljoen m³ beton gegoten, waarvan nog 95% gewapend via stalen netten. Er is dus nog veel potentieel om op een betere manier te wapenen”, verklaart Tom Winters.

Adfil draait nu 15 miljoen € omzet en de volumes stijgen maandelijks. De vezels worden rechtstreeks geleverd aan betoncentrales of via voorkeurpartners. Die laatste zijn commerciële spelers die vooraf mee investeren en hun merk voluit in de markt duwen. Adfil werkt ondertussen samen met Interbeton, één van de grotere spelers in België. De klanten van Adfil zitten voor 90% buiten België, maar stilaan vallen ook de betoncentrales in de Benelux voor hun vezels.

“Ook het tekort aan geschikte werkkrachten in de bouwsector speelt in ons voordeel. Er is een groot tekort aan staalvlechters, waardoor aannemers achterophinken met hun projecten. Dan komt onze oplossing, zonder staal, als geroepen. Als je geen staalvlechters nodig hebt en klanten beginnen met onze vezels te werken, voelen ze de voordelen ook in hun portemonnee. Het gaat ook sneller, want bij klassieke staalwapening gaat de helft van de tijd naar het leggen van de staalwapening en de helft naar het storten van beton. Met onze oplossingen spaar je heel veel tijd uit, want de vezels worden in de betoncentrales snel toegevoegd”, aldus de zaakvoerders.

Synthetische vezelwapening heeft nog bijzonder veel groeimarge, net omdat er nog zoveel markten onontgonnen zijn. De dosering (kilogram per m³) wordt steeds lager, van 12 kg naar 3 kg nu. Daardoor verbetert ook de performantie en kunnen de vezels in steeds meer toepassingen worden gebruikt. “We ontwikkelen ook steeds meer vezels die visueel goed ogen en waarmee je mooier kan afwerken met zo weinig mogelijk vezels aan het oppervlak, zoals onze Durus EasyFinish. Deze nieuwe vezel is nu goed voor 70% van de verkoop van onze macrovezels. Eén van de mooiste complimenten die je als R&D-afdeling kan krijgen, is dat je product automatisch wordt geaccepteerd door het salesteam. We zijn eerst gestart met vezels voor alle toepassingen, maar nu ontwikkelen we vezels per toepassingsgebied. (toont een grijze vezel) Het lijkt banaal, maar deze grijze vezel wordt sneller dan een witte gebruikt omdat hij bij vloertoepassingen wat gecamoufleerd zit en dus mooier oogt. De vezel ziet er ook een beetje uit zoals staal, zelfs dat speelt onbewust mee”, zeggen Winters en Swennen.


In elk facet van de vezel probeert Adfil te innoveren: in kleur, in binding van de vezel in beton en in alle mechanische eigenschappen zoals de krachtoverdracht, de treksterkte en de stijfheid. “We willen ons onderscheiden door een product in de markt te zetten dat niet puur op vezeleigenschappen gebaseerd is, maar wel op basis van de reële performantie in beton. Om dit principe goed onder de knie te krijgen hebben we ontzettend veel externe testen gedaan met een goed inzicht en een sterk ontwikkelingsmodel als gevolg. Zo kunnen we nu de exacte betonsamenstelling van de klanten samen met onze vezels testen en zo de exacte performantie kennen”, verklaart Ives Swennen.

“In alles wat we ontwikkelen, primeren twee zaken. Eén: het moet gemakkelijk en aangenaam zijn om met onze producten te werken, zowel bij het mengen als de afwerking. Twee: de reële performantie in beton moet goed zijn”, vult Tom Winters aan.


Onlangs heeft Adfil een nieuw type vezel gelanceerd voor spuitbeton na een onderzoeksproject van twee jaar in samenwerking met Centexbel, de federatie van kunststof- en textielverwerkende industrie. Daarvoor kreeg het bedrijf ook subsidies van VLAIO. “Dat soort innovaties moet ons ‘fit for future’ maken. In spuitbeton gaan er verschillende producten (een combinatie van vezels en chemicaliën die elke keer anders is) en het droogt heel snel uit. Het is een heel moeilijke markt om als individuele vezelproducent voet aan grond te krijgen; je moet heel sterk productonderscheidend zijn. Samen met een chemiereus deden we maandenlang testen, zowel in labo’s als tunnels. De performantie van deze nieuwe macrovezel ligt 20% hoger dan de marktreferentie. Tunnels vormen een potentieel heel grote markt. Nu worden er stalen netten bevestigd tegen tunnelwanden waarna er beton wordt ingespoten; die markt willen we ‘aanvallen’. Ook tegenover staalvezels kunnen we competitief zijn door hogere energieabsorpties te realiseren met minder product”, besluiten de zaakvoerders.
 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten