Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Materiaal

De leemverf van BC materials

Helemaal in lijn met de missie van BC materials heeft het bedrijf onlangs een binnenverf op basis van lokaal uitgegraven Brusselse grond gelanceerd. “Er zijn weinig verven zonder stoffen die schadelijk zijn voor de binnenluchtkwaliteit”, zegt teamleader business development Anton Maertens. “Die van ons wel. We hebben ze laten testen door het gerennomeerde eco-INSTITUT in Keulen.”

10_CP-PA_Farah-Fervel

Vers en gezond van eigen grond

3_CP-PA_BCmaterials

Het is een berekende gok maar wellicht zijn er niet veel bouwbedrijven met filosofen op de loonlijst. Bij BC materials zijn er twee en Anton Maertens is daar één van. “Ik heb na mijn studies filosofie renovatie-coördinatie gestudeerd en mijn collega en co-founder Ken De Cooman is behalve filosoof ook architect. Zo vreemd vinden we dat niet. Er loopt een lijn tussen filosofie en de bouw. Bouwen heeft te maken met persoonlijke en maatschappelijke keuzes voor de lange termijn. Er wordt hier veel gediscussieerd en nagedacht over de impact van bouwmaterialen op mensen en op het milieu bijvoorbeeld. Het verrijkt ons werk en onze aanpak. Waar anderen denken dat de status quo goed genoeg is, denken wij altijd dat we nog veel meer kunnen doen om een positieve impact te hebben.”

De luxe om heel kieskeurig te zijn

De grond om beter te doen is van bij de start van het bedrijf in 2018: bouwmaterialen maken op basis van uitgegraven aarde.

“Standaard begint bijna elke bouwproject met het graven van een put voor de fundering, een kelder of een parking. Meestal legt die uitgegraven grond heel wat kilometers af, om eventueel te dienen als funderinig voor een autosnelweg maar vaak gewoon om een andere put te vullen. In Brussel alleen gaat het over ongeveer 2 miljoen ton per jaar. In heel België zit je snel aan 37 miljoen ton. Gigantisch veel grondstof dat nooit gewaardeerd wordt op basis van de mogelijkheden om er bouwmaterialen mee te maken, en dat doen wij dus wel.”

Aan de Havenlaan in hartje Brussel produceert het bedrijf voornamelijk drie leemproducten: leempleister, geperste in plaats van gebakken leemblokken en stampleem als ecologisch alternatief voor beton. “Omdat er zoveel basismateriaal beschikbaar is hebben we de luxe om heel kieskeurig te zijn in de aanvoer van onze grondstof. We hebben daarover afspraken gemaakt met aannemers. We kunnen de grond aan een heel lage prijs aankopen omdat het als een soort afval wordt beschouwd waar zij liever vanaf willen. Vervuilde grond is vanzelfsprekend uit den boze, aangezien onze leidraad precies is dat we bouwmaterialen produceren die enkel gezonde ingrediënten bevatten. Verder selecteren we ook op basis van kleur. De drie materialen die we de voorbije jaren met deze grondstof hebben geproduceerd, vinden steeds gemakkelijker afnemers.”

Grondverf

Zoals het filosofen betaamt zijn ze steeds blijven nadenken over andere producten. “Verf heeft niet altijd de beste reputatie, onder andere door de ingrediënten van vluchtige organische componenten (VOC’s), een groep koolwaterstoffen die makkelijk verdampt, of microplastics. Vandaar dat het idee ontstaan is om na te gaan of er een gezond alternatief mogelijk was. Na heel veel testen en combinaties met natuurlijke producten, zijn we erin geslaagd om een goed manipuleerbare leemtextuurverf te maken. In de vier kleuren van de kleisoorten die we inslaan: rood, geel of bruin, grijs en crème, een soort van gebroken wit. Op basis van de feedback van schilders kunnen we intussen zeggen dat onze verf even gemakkelijk is in het gebruik dan traditionele verfproducten.”

De ambitie bij de start van het R&D-proces was een verf te maken met zo weinig mogelijk producten. Daarom begon de zoektocht met een analyse van wat er in traditionele verven zit.

“We waren verbaasd een hele hoop onbekende stoffen aan te treffen die soms op het randje of over het randje van toxisch zijn. Stoffen die volgens ons niets bijdragen aan de kwaliteit van binnenverf. Onze R&D-collega’s hebben zich geconcentreerd op wat nodig was om een goede verf te maken, zonder synthetische ingrediënten. In ons kleine labootje hebben ze uren en dagen gezocht naar de juiste samenstelling. Uiteindelijk kwamen ze uit bij vier ingrediënten. Klei om de verf kleur te geven, Brussels zand voor de textuur en cellulose, sodium hexametaphosphate (SHMP) en Arabische gom voor de binding. Arabische gom is een harsachtige stof die vrijkomt als de schors van een bepaald soort acaciaboom openbarst. De boom blijft dan gewoon verder groeien. Cellulose is een papierderivaat en SHMP is een zout dat helpt bij de binding en de stabilisering. Stuk voor stuk natuurlijke producten. Die SHMP wordt trouwens ook in de voedingsindustrie gebruikt.”

“Ons zand en de leem die we gebruiken wordt eerst gedroogd en gezeefd op onze site. We kunnen hier tot 20 ton materiaal per dag verwerken. Door de grondstof te vermengen met de andere producten, verkrijgen we een poeder dat we verkopen in zakken van 5 en 25 kg. Door er in de juiste verhouding water aan toe te voegen, wordt het een uitstrijkbare verfvloeistof die je kan klaarmaken naargelang je de tijd hebt om door te werken. Want hoewel het poeder heel lang bewaart, moet je de verf die aangemaakt is met water binnen een aantal weken gebruiken. We merken dat mensen heel happy zijn met deze procedure. Het laat hen toe hun eigen tempo aan te houden maar onze verf zorgt er vooral voor dat ze in een gezonde omgeving kunnen werken.”

Binnenluchtkwaliteit

“Voor we ons nieuwe leemproduct op de markt brachten, hebben we de verf laten testen door het eco-INSTITUT in Keulen. Deze organisatie heeft een sterke reputatie opgebouwd vanwege zijn expertise en nauwkeurigheid in het testen van producten op schadelijke stoffen. Hun tests worden vaak gebruikt als maatstaf voor certificeringen, zoals het WELL label, en helpen consumenten en bedrijven om veiligere en gezondere producten te kiezen. Het is de enige organisatie in West-Europa die testen doet op VOC’s, waarvan we weten dat ze niet alleen toxisch zijn bij de productie van de verf maar ook vrijkomen tijdens de levensduur van de verf, en dus ingeademd worden door de gebruikers van een ruimte. Het is heel moeilijk om een verf te vinden die VOC-vrij is. Die testen zijn heel duur maar we hadden het ervoor over, aangezien we nu niet 100 maar 200% zeker dat dat onze verf de binnenluchtkwaliteit niet vervuild. Dat geeft enorm veel voldoening.”

Behalve door de testresultaten wordt de verf intussen ook door professionals goed bevonden.

“Het is heel tof om te horen dat schilders graag met onze leemverf werken. Ze vertellen ons dat het geruststelt om met gezonde verf te werken. Ook over de technische kwaliteit van de verf horen we alleen maar positieve commentaren. De leemverf hecht het best op een leempleister maar ook op gewone pleister, gyproc of fermacell en beton lukt het prima. In sommige gevallen moet je een primer toepassen. Meestal raden we twee lagen aan om een volle kleur te krijgen.”

“In vergelijking met de oneindige kleurenopties die traditionele verfproducenten bieden, lijken onze vier kleuren eerder bescheiden maar als je ze mengt, zijn er zeker 35 varianten mogelijk. We zien dat mensen er heel creatief mee aan de slag gaan. Je zou er ook voor kunnen kiezen om natuurlijke pigmenten aan toe te voegen en dan zijn er nog veel meer mogelijkheden.”

Alternatieve chape

“De bouwsector een van de meest vervuilende sectoren van de planeet. Daarom proberen we, met materiaal dat in overvloed voorhanden is en waar weinig bewerking en energie voor nodig zijn tot een eindresultaat te komen, producten te maken die ook altijd hergebruikt kunnen worden. Voor ontwikkelaars en architecten die geïnteresseerd zijn om met hun gebouw een welzijnslabel te halen, klinkt dat als muziek in de oren. Vandaar dat we momenteel heel wat gesprekken voeren om samen te werken. Binnenkort gaat in Elsene een restaurant open, gedesigned door OUEST Architecten, waarin onze rode leemverf aan de muren hangt.”

“Ik vind het mooi om de omwenteling te zien die in de bouw bezig is. De meeste spelers zijn er zich beetje bij beetje van bewust aan het worden hoeveel materialen we verbruiken, hoeveel we verspillen en hoeveel beter we kunnen doen. Van grote aannemers en ontwikkelaars tot kleinere bedrijven en startups zoals wij. Dat is een heel positieve zaak. Ik durf er mijn hand voor in het vuur steken dat de bouw binnen tien jaar veel gezondere gebouwen gaat opleveren, die binnen dertig, veertig jaar bovendien gemakkelijker te ontmantelen zijn, met producten die herbruikbaar zijn. En natuurlijk, heb je er zoals wij die daarin heel snel willen gaan en anderen die zich trager aanpassen, omdat het nu eenmaal moeilijker is om een containerschip te wenden dan een speedboot. Maar in zijn geheel beleven we wel een heel positieve evolutie.”

En dan rest de vraag of de toepassingen van de leem daarmee uitgeput zijn. “We zijn zeker van niet”, antwoordt Anton. “We zijn momenteel een alternatief voor een cementchape aan het ontwikkelen. Cementchape wordt zowat overal en altijd gebruikt omdat het een handig product is, omdat het droogt en goed uithardt ... maar vooral ook omdat we het nu eenmaal zo gewoon zijn. Maar dat wil niet zeggen dat het voor elk gebouw ook noodzakelijk is. We hebben onze leemchape op basis van uitgegraven grond al op zes werven getest, en recent nog op een grote in Leuven. Voorlopig heb ik alleen nog maar goeie feedback gehoord, enkel de logistiek en het transport achter de installatie moet nog wat op punt gezet worden.”


11_CP-PA_Farah-Fervel
Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten