Designbeton geeft Antwerps pakhuis ’t Glorie tweede leven
Oude materialen zoals baksteen en hout laten zich perfect verzoenen met moderne varianten zoals beton en staal. Dat bewijst sculp[IT] met de renovatie van een eeuwenoud pakhuis in de Antwerpse Seefhoek.
De Seefhoek in Antwerpen was twee eeuwen geleden een verzameling van pakhuizen. Vandaag blijft daar nog maar weinig van over. Eén van die uitzonderingen is Pakhuis ’t Glorie. Architect Pieter Peerlings van sculp[IT] uit Antwerpen heeft deze woning met pakhuis met veel passie van de teloorgang gered.
“Het pand achter de woning in de Oranjestraat 54 dateert uit 1875-1876. Het werd gebouwd door koopman Jan Baptist Ceulemans in een periode dat de Antwerpse omwalling net gesloopt was en er in de buurt van het Koninklijk Entrepot aan het Willemdok verschillende pakhuizen werden gebouwd. Dit pakhuis is waardevol omdat de toestand uit 1875 nagenoeg gaaf bewaard is gebleven”, vertelt Pieter Peerlings.
De ontwerper vond het pakhuis na lang speurwerk tijdens een zoektocht naar een betaalbare site in Antwerpen. Doorheen de jaren was al heel wat roofbouw gepleegd op de originaliteit van het pand en het gebouw bevond zich functioneel tussen een rommelstockage en een onleefbare woning. “Met deze minpunten buiten beschouwing gelaten waren er echter duidelijke mogelijkheden om zowel de woning als het pakhuis in hun glorie te herstellen. Vertrekkende vanuit de geschiedenis van de buurt en de site heb ik die ideeën laten rijpen. Onze uiteindelijke aanpak is een mix tussen romantiek en pragmatiek. Die extremen zijn in het project ten volle uitgewerkt”, vervolgt architect Peerlings.
Harmonie
Het uiteindelijke beeld van de herstelde voorgevel geeft mooi weer hoe destijds een architecturaal karaktervol gezicht werd gegeven aan een eenvoudige pakhuisfunctie. Vanuit een grenzeloze liefde voor erfgoed liet de architect verschillende onderzoeken doen naar de steensoort, de voegmortel, de houtsoort en de funderingswijze van het pakhuis.
“Met die opgedane kennis heb ik gezocht naar materialen en technieken om het origineel van weleer zo goed mogelijk te benaderen in het metselwerk en de houten constructie. Aannemers hebben met het vereiste vakmanschap de houtstructuur hersteld en voor het ontbrekende zwarte metselwerk heb ik maandenlang maar uiteindelijk met succes gezocht naar een geschikte recuperatiesteen”, zegt Peerlings.
Voor de herbestemming van pakhuis tot woning en kantoor waren aanpassingen nodig. De aangebrachte aanvullingen werden volledig in de geest van het romantische herstelidee bedacht. Soms waren ze ook iets ingrijpender. Zo werden de houten vloeren ontdubbeld om vloerverwarming te kunnen plaatsen. De afwerkvloer is een nieuw-oud parket waarvan een niet-geoefend oog het verschil niet ziet met de bestaande vloer. Nieuwe elektrische bedrading is in de voegen van het zichtbare metselwerk gelegd. Het uitgebreide net aan standleidingen is op een industriële manier in beeld gelaten.
“Het gebrek aan een trap werd opgevangen door de eenvoudigst denkbare natuurstalen trap. Dankzij een beperkte dakaanpassing valt er meer natuurlijk licht binnen in het pand. Alle ingrepen zijn pragmatisch om geen afbreuk te doen aan de eenvoud van de pakhuisfunctie en de eenvoudige, maar toch verfijnde afwerking. De nieuwe functies lopen op haast natuurlijke wijze in elkaar. Het is wat het was”, stelt Pieter Peerlings.
Betondesign
Tijdens de renovatie werd de ziel van het gebouw volledig bewaard. Dit resulteert in een grote openheid die de ritmiek in de houten moerbalken en kolommen benadrukt. Die openheid impliceert ook dat er geen binnenwanden werden geplaatst. Het gevolg zijn soms ludieke elementen, zoals een toilet in een oude garderobekast of heel specifieke op maat gemaakte oplossingen. Een mooi voorbeeld hiervan is een prefab witte betonnen bad- en douchecombinatie. Het geheel weegt ongeveer 2,5 ton en rust op de houten roostering van het pakhuis. De firma Verhelst uit Oudenburg vervaardigde het sculp[IT]- bad.
“Dit was een uitdaging van formaat. We vertrokken van het basisidee van sculp[IT] om de vereiste detailtekeningen te maken. Daarbij hielden we rekening met afschuining op de vorm om te kunnen ontkisten, uitsparingen voor de inbouw van de kranen en afvoer en een uitgeholde onderzijde om het totaalgewicht te beperken. De plaats van de afvoer was uitgekiend en afgestemd op de bestaande situatie in het renovatieproject”, zegt John Stal, category manager PrefabBeton bij Verhelst.
Voor de productie van het beton gebruikte de firma Verhelst alleen witte bestanddelen: cement, zand en keien. Na de productie kregen het bad en de douchebodem een hydrofugerende behandeling om het betonoppervlak volledig waterdicht te maken. “Tijdens de productie ging alle aandacht naar een perfect afgewerkte bekisting. “Dit was noodzakelijk om naden van de bekistingspanelen te vermijden. Het moest één naadloos geheel worden. Dat betekende ook dat we het beton tijdens het gieten goed moesten verdichten om luchtbellen aan het oppervlak te vermijden”, aldus John Stal.
Andere betonnen blikvangers in het Antwerpse pand zijn de gepolierde witte betonvloer in het kantoor en het vierkant dragende, gepolierde binnenplein. In het midden van dit binnenplein is een overloopbare beglazing met ingewerkte afvoergoot geplaatst. Het 22 cm dikke witte beton fungeert tevens als waterdichting en plafondafwerking in de kelder.
Cultuurpodium
Voor sculp[IT] zitten nog enkele maatschappelijke componenten aan de renovatie van het pakhuis. “Op de eerste plaats laat deze verbouwing zien dat het mogelijk is om op doordachte en economische wijze een pand te redden. We hebben aangetoond dat bijzondere restauratietechnieken hand in hand met hedendaagse architecturale elementen kunnen gaan. Maar we hebben dit vastgoed ook verworven om het in de openbaarheid te brengen. Het pakhuis kan verschillende functies aan. Daarom willen we er een podium mee geven aan diverse culturele initiatieven, zoals kunsttentoonstellingen, lezingen, muziekvoorstellingen, cinema, kookworkshops, modeshows, of liefst combinaties van dit alles”, besluit architect Pieter Peerlings.