Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Materiaal

Houtimporteur levert visitekaartje af

Recent verhuisde het hoofdkwartier van de groep van Hoorebeke van de oude site Langerbrugge naar een duurzame nieuwbouw op de site in Desteldonk (aan het Kluizendok in de haven van Gent). Bijzonder aan dit totaalproject is de constructie in Cross Laminated Timber (CLT - gelijmde houtplaten), gerealiseerd door de firma Beneens & Zn. Zowel aan de binnen- als de buitenzijde van het gebouw blijven de CLT-toepassingen zichtbaar.

PDC Van Hoorebeke01

De Gentse familie van Hoorebeke startte meer dan 175 jaar geleden met de import van hout. Inmiddels staat met Pierre-Emmanuel de zevende generatie aan het roer. Op de site in Desteldonk, waar het bedrijf zijn loodsen heeft, worden zoveel mogelijk activiteiten gecentraliseerd.

Het concept zorgt ervoor dat het gebouw - in een bootvorm - zich mooi in het verlengde van de gehele site inpast. (foto TRANS Architectuur Stedenbouw)

Alles op één site

De voornaamste peilers van de groep - die een 50-tal medewerkers telt - zijn de tradingmaatschappij van Hoorebeke Timber en het productiebedrijf van Hoorebeke Panels.

“We onderscheiden twee soorten klanten. Er zijn deze die hout en platen voor de bouw verder verdelen zoals de houthandelaars, en industriële klanten-verwerkers van onder meer Siberische lariks en vele andere houtsoorten. Het feit dat we deze volledige voorraad hout en plaatmateriaal en productie op één site beschikbaar hebben, maakt ons uniek in België. Hierdoor kunnen we snel zowel in binnen- als buitenland leveren”, aldus Pierre-Emmanuel van Hoorebeke, gedelegeerd bestuurder bij van Hoorebeke.
“We verhandelen op jaarbasis ongeveer 180.000 m3 hout, waarvan het grootste gedeelte deze site doorloopt. Twee derde van het materiaal dat we aankopen, wordt over het water aangevoerd. Zowel containers als bulk: o.m. het tropisch hardhout en zachthout uit Canada en Noord-Amerika, maar ook hout uit Rusland. De meeste containers worden in de Antwerpse haven gelost. Wat hier per schip aan de kade wordt gelost, is breedbulk uit Rusland.”

Een overkoepelende luifel in CLT aan de binnenzijde van het kantoorgebouw geeft de bezoeker een welkom gevoel. (foto TRANS Architectuur Stedenbouw)

Totaalproject

Op de site aan het Kluizendok beschikt het bedrijf over een site van 12 ha, waarvan 65.000 m² bebouwde oppervlakte. Er zijn drie grote stockageloodsen en nog een kleinere, afzonderlijke loods. Op deze infrastructuur werd reeds duurzaam geïnvesteerd in zonnepanelen op de daken, goed voor 1,9 MW piek. De oorspronkelijke plannen om een nieuw kantoorgebouw op te richten - die dateren van tien jaar geleden - werden in 2016 weer opgediept en concreet gemaakt.

Er zijn geen echte plafonds waardoor er maximale daglichtinval is en men van overal in het gebouw doorheen de ruimtes kan kijken. (foto TRANS Architectuur Stedenbouw)

“Het moest in eerste instantie een gebouw met uitstraling zijn, een visitekaartje voor onze business. Bedoeling was ook om conform onze bedrijfswaarden - samenwerken, probleemoplossend, initiatief- en klantgericht denken - het nieuwe werken te introduceren. Een transparante organisatie in een transparant gebouw. Een derde element was de keuze voor een duurzame CLT-opbouw, omwille van de sterke stabiliteitseigenschappen van dit materiaal. Ideaal voor wie CO2-neutraal of energiearm wil bouwen. Hierin zijn we de keuze van het architectenbureau TRANS Architectuur Stedenbouw gevolgd, en voor de uitvoering van het project bij Beneens & Zn terecht gekomen. Eén van de Belgische specialisten in CLT-bouw maar tevens een familiebedrijf dat op dezelfde lijn zit als het onze. Bovendien met heel wat ervaring in totaalprojecten”, aldus van Hoorebeke.

Een onthalend gebouw

Het nieuwe kantoorgebouw werd gerealiseerd aan de kanaalzijde, waar zich vroeger de parking voor vrachtwagens bevond. “Het ambitieuze concept van TRANS Architectuur Stedenbouw zorgt ervoor dat het gebouw zich mooi in het verlengde van de gehele site inpast. De footprint van het gebouw vertrekt van een eenvoudige rechthoek die wordt bijgeschaafd tot een prismatische vorm, gedicteerd door circulatieroutes op de productiesite. Een overkoepelende luifel aan de binnenzijde van het kantoorgebouw geeft de bezoeker een welkom gevoel en geldt als een ontmoetingsplaats. De luifel en het gedeelte tot aan de steeldeck bovenaan vormen een groendak. Het gebouw omvat een ondergrondse bouwlaag (technieken/kleedkamers…) en twee bovengrondse lagen. De bebouwde oppervlakte bedraagt ongeveer 900 m². Er zijn geen echte plafonds, waardoor er maximale daglichtinval is en men van overal in het gebouw doorheen de ruimtes kan kijken. Inzake technieken werden een lucht/water warmtepomp en zonnepanelen geïnstalleerd”, aldus Didier Troubleyn (Builtro), gemandateerd bouwheer.  

In dit project werd ongeveer 200 m³ CLT-platen verwerkt. (foto TRANS Architectuur Stedenbouw)

CLT blijft zichtbaar

Aan technische uitdagingen geen gebrek bij deze constructie. Met het oog op de windbelasting werden in de kopse gevels van het gebouw twee betonnen kokers van 6 m hoog geplaatst/gegoten, alsook een betonnen liftschacht en een betonnen leidingenschacht. Deze schranken de constructie. Het draagvlak van het gebouw bestaat uit CLT-platen, de afwerking is volledig in beton.

“We voerden het project bijna volledig in eigen beheer uit. Enkel de grondwerken en de kelderbouw gebeurden via een lokale onderaannemer,. Onze eigen metsers plaatsten de binnenwanden en storten de beton voor vinnen en liften. Daarna nam één van onze (10) schrijnwerkersploegen het over. Na de ruwbouw zetten zij de constructie in CLT-panelen, in dit geval de kolommen die de tussenvloeren en het dak dragen. De wanden werden dichtgemaakt met houtskelet. De CLT blijft zichtbaar”, zegt Steven Spaepen, projectleider bij Beneens & Zn. 

Voor dergelijke projecten werkt Beneens & Zn. nauw samen met de fabricatie-afdeling van CLT-panelen. “Wij doen het voorbereidende tekenwerk en sturen dit door naar de fabrikant. Op basis van onze tekeningen produceren zij op maat houten panelen in volle lijn, waarna deze op vaste breedtes en lengtes worden gezaagd. Daarna worden de platen ginds in palletten gestapeld en na ontscheping hier rechtstreeks op de bouwplaats geleverd”, aldus Joeri Beneens, gedelegeerd bestuurder van Beneens & Zn.

CLT vs. houtskelet

Ook isolatiegewijs is dit  geen evident project. Bij houtskeletbouw wordt rotswol gebruikt. Bij CLT-bouw echter worden - zoals bij een traditionele massiefbouw - de panelen, de betonnen wanden en het dak extra geïsoleerd met pur. Hier werden de kelderruimtes geïsoleerd met xps. Op het dak werden telkens twee pur-platen van 10 cm dik gelegd. De CLT-platen worden op de bouwplaats geleverd in bouwpakketten van 125 cm breed en op de gevraagde lengte. In dit project werd ongeveer 200 m³ CLT-platen verwerkt: o.m. 15 m³ gelijmd hout (o.m. voor het dak) en 15 m³ hout voor opgaande panelen. Met het oog op het visuele aspect werden deze laatste bij de Oostenrijkse fabrikant met een laag Siberische lariks bekleed. Ook de tussenvloeren tussen gelijkvloers en eerste verdieping zijn CLT-draagvloeren. Hierop werd vloerverwarming geïnstalleerd en nadien gepolierd beton gestort.

Uitdagingen

“Bij CLT-bouw gaat er meer tijd naar de voorbereiding van het project. Heel wat tijdens het bouwproces te voorziene problemen kunnen reeds vooraf worden opgelost. De technieken zitten bij wijze van spreken reeds vanaf dag 1 mee aan de tekentafel om bv. de juiste uitsparingen in de panelen te kunnen voorzien. Dit geeft minder problemen in de uitvoering. Er kan vooral bouwtijd gewonnen worden indien er enkel met CLT gebouwd wordt”, aldus Jo Beneens, eveneens gedelegeerd bestuurder van Beneens & Zn.
Het project hield ook tal van uitdagingen in voor de bouwheer. “Zoveel mogelijk hout verwerken was er één van, een tweede uitdaging was de vraag hoe een gebouw met grote glaspartijen en moderne technieken afdoende kon worden gekoeld. Er was ook de speciale vorm van het gebouw met de ongebruikelijke plafondopbouw. Naast zon- en lichtwering was ook akoestiek een aandachtspunt. Om het nagalmgeluid te temperen werden in de kantoren ARTceilings van Incatro tegen de schuine plafondwanden aangebracht”, aldus Didier Troubleyn.

Beton en metaal

In de constructie werden ook beton en metaal geïntegreerd. Om voldoende stijfheid in het gebouw te garanderen voorzag stabiliteitsbureau Util betonnen kernen, mede in functie van de weersomstandigheden en de windsnelheden.

“Wellicht kon het gebouw zonder de inbreng van betonelementen op een zestal maanden gerealiseerd worden. De stabiliteitsstudie en de zware wapeningen die voorzien werden, maakten het project vrij complex. De betonnen kolommen moesten ook inzake hoogte 100% correct gepositioneerd zijn, vermits de CLT-panelen toen al in productie waren. In de startfase was deze bouwplaats een grote, open vlakte, zonder enig referentiepunt. Toch moest er (voor de betonnen kolommen) een schuintegraad bepaald worden, een quasi onmogelijke opdracht… Deze moesten, rekening houdend met de juiste hellingsgraad van het dak, 6 m hoog gegoten en afgewerkt worden”, aldus Joeri Beneens.

Er werd ook gebruik gemaakt van metaal, onder meer voor het vormen van een boord met metalen profielen rondom het gebouw. “Er is nu eenmaal verschil indien men de CLT-panelen naast mekaar kan plaatsen en vastschroeven, dan wel eerst in een stalen poutrel moet bevestigen en verbinden. Pluspunt was wel dat er binnenin ‘droog’ kon gewerkt worden - en dus niet met nog te pleisteren muren”, aldus Beneens.

Luifel en dak

De draagconstructie van het dak van de kantoren en de luifel bestaat - zowel aan de binnen- als de buitenzijde - uit massieve CLT-panelen. Aan de buitenzijde is de luifel - om esthetische redenen - bekleed met een groendak. Het verwarmde gedeelte van de bovenverdieping is op de aangebrachte isolatie afgedekt met steeldeck. De dikte van de CLT-panelen bedraagt hier 9 tot 10 mm, dit onder meer omwille van de brandveiligheid. Doorgaans tellen de panelen tussen drie en zeven lagen. In dit project werd met vijflaagse panelen - 14 cm dik - gewerkt. Voor de binnenwanden is de dikte beperkt tot 9 cm. Deze laatste wanden werden geloogd opdat het hout niet te snel zou verdonkeren.

Logistiek was de bouwplaats vrij klassiek. “Vermits CLT een licht materiaal is, kon er met lichte bouwkranen gewerkt worden. De platen werden op afroep geleverd. Pluspunt was dat er op de werf voldoende stapelruimte aanwezig was”, aldus Jo Beneens.

Circulair bouwen

Wie in beton bouwt en later aanpassingen wil doorvoeren, heeft - behoudens slopen - weinig opties. Bij CLT-bouw kan men de geschroefde panelen demonteren en duurzaam hergebruiken. Later zouden deze panelen in het kader van een ander project kunnen worden ingekort of aangepast. Het eerste CLT-project dat Beneens realiseerde, dateert van acht jaar geleden. – PDC

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten