Lokaal geproduceerde gevelsteen beperkt koolstofuitstoot
Dynamisch teamwork en aandacht voor circulariteit en hergebruik van materialen resulteerden in de Gent Waste Brick for DING, die de Belgian Construction Award 2022 in de categorie Climate Future Product/Concept won. Deze prijs bekroont een product of concept dat omwille van zijn innovatief en duurzaam ontwerp ecologisch een verschil maakt. BC Materials produceerde deze koolstofarme gevelsteen van lokaal gerycleerd afvalmateriaal voor de nieuwe vleugel DING van het Design Museum Gent.
Bij de realisatie van de nieuwe
vleugel DING stond een circulaire aanpak centraal. “Onze hefboom was een call bij
Vlaanderen Circulair om daar onderzoek naar te doen”, vertelt Katrien Laporte,
directeur van het Design Museum. “Bedoeling was een lokale circulaire
gevelsteen te ontwikkelen. Aanvankelijk vormden we een consortium met
StoneCycling uit Amsterdam, maar daar klopte het transportplaatje met het afval niet
meer en bovendien
bleef het een gebakken steen. Daarom zijn we gaan aankloppen bij BC
Materials, een informeel collectief dat bestaat uit BC Architecten, BC Studies
en het materiaalproductiebedrijf BC Materials. Met een subsidie van 100.000
euro werd gedurende anderhalf jaar aan de ontwikkeling van de speciale gevelsteen gewerkt.”
Met vallen en opstaan
In een eerste fase werd onderzocht hoe
de zandfractie lokaal kon worden gehouden. Tevens werden de beschikbare minerale
reststromen onder de loep genomen: glas, gebroken beton, gebroken baksteen,
mortel van gesloopte gebouwen en zand van uitgegraven werven. “We probeerden
met deze ‘afvalstoffen’ machinaal stenen te persen”, vertelt Ken De Cooman,
medeoprichter van BC Materials. “Op die manier realiseerden we een hele reeks
prototypes en voerden we testen met verschillende mengelingen uit. De
combinatie van onder meer fijngemalen beton en wit constructieglas, met kalk
als belangrijkste bindmiddel, bleek het beste resultaat op te leveren. Helaas
bleek deze steen niet meteen te voldoen aan de F2-klasse voor metselwerk, toepasbaar
in strenge klimatologische omstandigheden (vorst-dooiweerstand). Na een
optimalisatieproces en een tweede prototyping-cyclus voldeden we gelukkig wel
aan alle criteria. Voor de mortel doorliepen we eenzelfde proces. Uiteindelijk
werden beide door de Belgian Construction Certification Association
(BCCA) gecertificeerd.”
Lokaal en flexibel
Natuurlijk moest ook de productie
financieel en praktisch haalbaar zijn. “Gelukkig was dat het geval”, aldus Ken
De Cooman. “Meer nog, we ontdekten dat die lokaal en op een heel agiele en
flexibele manier kon worden georganiseerd. Daardoor zouden we ook het transport
kunnen minimaliseren.” Voor DING zal de productie naar alle waarschijnlijkheid
op de Arsenaalsite in Gentbrugge gebeuren. Het proces zou een drietal maanden duren en ongeveer 100.000 stenen opleveren,
waarvan er waarschijnlijk 85.000 tot 90.000 in DING zullen worden verwerkt. Concreet
worden de afvalmaterialen gefilterd en gesorteerd, waarna ze tot de
gespecificeerde vorm en grootte worden geperst. Dit eenvoudige proces
veroorzaakt geen emissies, nevenproducten of afval, en kan gemakkelijk naar een
andere stedelijke omgeving worden gekopieerd. De Gent Waste
Brick for DING wordt uitgehard in plaats van gebakken en
verkrijgt zijn sterkte door carbonatatie (de kalk vangt CO2 uit de
atmosfeer op waardoor de gevelstenen uitharden). De unieke
materiaalsamenstelling zorgt voor een steen die, ondanks de beperkte
hoeveelheid materiaalgebonden emissies, voldoende sterk en resistent is voor
buitentoepassingen. Het fabricageproces, in combinatie met het gebruik van
gerecycleerde grondstoffen en composietmaterialen, levert een gevelsteen op met
een CO2-uitstoot van amper 0,17 kg (of 1/3 van die van een gebakken
gevelsteen op basis van klei) met 63% gerecycleerd stedelijk afvalmateriaal.
Nieuw en oud samen
Ondanks het gebruik van reststromen is de Gent
Waste Brick even duur als de high-end traditionele gevelstenen. Daar staat
– naast de circulariteit - tegenover dat aannemers opnieuw de eeuwenoude
methode van het kalkmortelen kunnen toepassen. “Dit is sterk genoeg en
flexibeler dan cementmortelen, dat wel sterker maar ook brozer is en een groter
risico op scheuren in de mortel inhoudt. Kalkmortel bevat ook geen additieven
en polymeren die de werkbaarheid van de mortel veranderen. Hij zorgt er
bovendien voor dat je je stenen makkelijk van elkaar kunt
scheiden en recycleren, in tegenstelling tot cementmortel. Enig minpuntje is
dat enkel oudere metselaars nog voldoende over deze vakkennis beschikken. Zij
zullen de jongere garde moeten demonstreren hoe met onze innovatie te werken”,
luidt het.
Grote interesse
Kamp C toonde zich als eerste vragende partij om ook de
gevelstenen van BC Materials te gebruiken voor het circulaire en biogebaseerde
huis The Exploded View van Biobased Creations dat eind april op Kamp C
wordt gebouwd. Intussen volgden al vele andere belangstellenden. “Er
lopen ook gesprekken met een industriële partner over een permanente productie”,
vertelt Ken De Cooman. “Voorlopig hebben we echter enkel een certificaat voor DING;
dat moeten we zien uit te breiden naar een permanent certificaat. Toch speelt
er nog een ander punt mee. Onze stenen kunnen perfect in vibrocompactie worden
gemaakt, wat toelaat om de productie-output tot dertig of veertig keer te
verveelvoudigen. Helaas komt dan de lokale korte keten in het gedrang,
aangezien we aan een centrale productieplaats zijn gebonden. Dan zouden we over
onze distributie moeten nadenken, maar een opschaling is zeker niet
uitgesloten.”
Ken De Cooman en Katrien Laporte waren erg blij dat ze de Belgian
Construction Award in ontvangst mochten nemen. “Dit toont aan dat zowel
BC Materials als het museum vanuit co-creatie en met de steun van de
overheid heel belangrijke stappen zetten. We brengen zo een hoopvolle boodschap
in tijden van een energiecrisis en de gedwongen sluiting van baksteenproducenten.
Bovendien kunnen we zo wegen op het beleid en trachten de normeringen te versoepelen.
Onze Gent Waste Brick toont tevens hoe een designmindset sneller tot innoverende
resultaten kan leiden dan commerciële of industriële R&D-trajecten. Onderzoek
vormt trouwens één van de kernactiviteiten van een goed designmuseum. De steen
zelf zorgt niet alleen voor een massale koolstofbesparing, maar heeft ook een
grote impact op het denken van mensen”, beklemtonen ze.
Design Museum Gent, sogent, TRANS
Architectuur, het Londense architectenkantoor Carmody Groarke, BC Materials en het
Britse Local Works Studio verrichtten gezamenlijk het onderzoekswerk. Het
project werd gesubsidieerd door Vlaanderen Circulair en de stad Gent.
Dat het niet eenvoudig was om de
certificering te krijgen, heeft volgens Ken De Cooman te maken met de normen
die in België strenger zijn dan Europees het geval is. “Tevens heerst er flink
wat conservatisme inzake het herinterpreteren van normen. Zo geldt voor dit
project de F2-klasse voor de hele gevel, terwijl dit volgens de soepelere Eurocode 6
niet hoeft. UGent vond die F2-klasse ook te streng voor een stad die kampt met het
Urban Heat Island-effect en oordeelde dat de F1-klasse (blootstelling
aan matige klimatologische omstandigheden) kon volstaan”, stelt hij.