Steeds minder jongeren volgen een houtopleiding
De jongste vijf jaar is het aantal zelfstandige schrijnwerkers in Vlaanderen met 11,5% toegenomen, terwijl het aantal leerlingen dat in Vlaanderen in de tweede en derde graad een houtopleiding volgt met 8,4% gedaald is tussen het schooljaar 2014-2015 en het huidige schooljaar. Dat blijkt uit een analyse van de Confederatie Bouw - Vlaamse Schrijnwerkers, op basis van cijfers van de fod Economie.
Ieder jaar kwamen er ondernemingen in de schrijnwerkerij bij, maar die positieve evolutie wordt meteen gefnuikt door de dalende instroom aan jongerenzijde. Het aantal leerlingen in de tweede en derde graad van het houtonderwijs in Vlaanderen is al jaren dalende, zoals blijkt uit onderstaande cijfers van Constructiv, het sectorfonds voor de bouwsector. Door de steeds afnemende instroom is het voor schrijnwerkers momenteel bijzonder moeilijk om versterking binnen te halen. Dat blijkt ook uit de lijst met de knelpuntberoepen voor 2019 van de VDAB: daar staan liefst vijf schrijnwerkberoepen in.
Om het imago van de sector te versterken organiseerde de Confederatie Bouw - Vlaamse Schrijnwerkers vorige donderdag in scholen over heel Vlaanderen voor de achtste keer de Vlaamse Houtproef, een wedstrijd voor leerlingen uit het secundair onderwijs (buso / bso / tso) die de richting hout of schrijnwerkerij volgen en waarbij techniek en vakkennis centraal staan. Concreet maakte een duizendtal jongeren een werkstuk dat samengesteld is uit massief hout en plaatmateriaal. Ze kregen daarvoor één schooldag de tijd.