BENOR-beton: Als kwaliteit rijmt op circulariteit!
De circulariteit binnen de betonsector wordt onder andere weerspiegeld door de toenemende interesse in het gebruik van gerecycleerde granulaten als gedeeltelijke vervanging van natuurlijke granulaten. Daardoor biedt de norm NBN B 15-001 een algemeen kader voor het gebruik van gerecycleerde granulaten van type A+ en B+. Parallel met deze norm heeft PROCERTUS, samen met de sector stortklaar beton, de categorieën RS en RD ingevoerd in het toepassingsreglement TRA 550. Hiermee worden specifieke regels vastgelegd voor het leveren van circulair stortklaar beton onder het BENOR-merk.
Voor de prefabbetonindustrie wordt het kader bepaald door de Europese norm EN 13369 (gemeenschappelijke regels voor prefabbetonproducten) en een hele reeks nationale toepassingsnormen. Het gebruik van gerecycleerde granulaten in de prefabsector wordt bepaald in de toepassingsreglementen voor elk product.
Maar daar houdt het niet op. De industrie zou graag nog meer circulariteit zien en gebruik maken van de mogelijkheid die EN 206 en EN 13369 bieden om zogenaamde teruggewonnen granulaten te gebruiken. De huidige specificaties geven de maximale hoeveelheden aan die kunnen worden gebruikt, maar helaas zijn ze niet van toepassing op alle betonproducten. Bovendien zijn de toepassingsreglementen voor de toekenning van het BENOR-merk niet volledig aangepast aan deze nieuwe vraag naar circulair beton.
Transversaal reglementair kader opgesteld
Dit vereist een algemene aanpak, die momenteel ontbreekt. PROCERTUS heeft daarom besloten om een transversaal reglementair kader op te stellen, aangepast aan de BENOR-certificatie van stortklaar beton en prefabproducten die gerecycleerde of teruggewonnen granulaten bevatten. Deze werkzaamheden gebeuren met de hele sector. Zo maken MOW, de federaties FEBE en FEDBETON, de organisatie GBV en de keuringsinstellingen COPRO en SECO deel uit van een gezamenlijke werkgroep van de sectoren stortklaar beton en prefabbetonproducten. De werkzaamheden zijn in volle gang en kunnen natuurlijk in verschillende richtingen evolueren, maar de eerste richtlijnen die hieronder worden vermeld, kunnen al worden vrijgegeven.
Onderscheid gerecycleerd en teruggewonnen
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen gerecycleerde en teruggewonnen betongranulaten. Gerecycleerde granulaten zijn het resultaat van de verwerking van beton dat eerder in de bouw werd gebruikt, terwijl teruggewonnen granulaten afkomstig zijn van stortklaar beton dat van de werf terugkomt of van geprefabriceerde elementen die nooit werden gebruikt. Ze kunnen worden verkregen door verhard beton te breken of vers beton uit te wassen. Teruggewonnen granulaten moeten van interne oorsprong zijn. Anders moeten ze worden behandeld als gerecycleerde granulaten.
Beperkt tot percentage tussen 5 en 20 procent
In overeenstemming met de Europese normen EN 206 en EN 13369 en afhankelijk van de korrelgrootte zal de bijmenging van teruggewonnen granulaten beperkt worden tot een percentage tussen 5 en 20 ptocent van de totale massa van het inerte skelet. Teruggewonnen granulaten die in hogere bijmengingspercentages worden gebruikt, moeten worden behandeld als gerecycleerde granulaten. De combinatie van teruggewonnen granulaten met gerecycleerde granulaten is niet toegestaan.
Voor gerecycleerde granulaten of granulaten die als zodanig worden beschouwd, gelden de eisen van de normen NBN EN 206 en NBN B 15-001. De paragraaf 5.1.3 bepaalt de eisen voor betongranulaten van type A+ en B+, terwijl de paragraaf 5.2.3.4.1 beperkingen oplegt aan het gebruik ervan.
De tanker is in beweging gezet!
Het is vanzelfsprekend dat de producent moet aantonen dat zijn beton of producten niet aan kwaliteit inboeten en dat hij de productie met gerecycleerde en teruggewonnen granulaten zorgvuldig controleert. Maar de tanker is in beweging gezet! Het gebruik van teruggewonnen granulaten in stortklaar beton en prefabbetonproducten met het BENOR-merk zal met zekerheid de dagelijkse realiteit worden.
Claude Ployaert, PROCERTUS, Certification Cluster Manager