Case Construction Equipment lanceert G-serie wielladers
Nieuwe cabine tilt comfort en ergonomie naar nog hoger niveau Case toonde op de Italiaanse vakbeurs Samoter eind februari als sneak preview twee kersverse wielladers. De officiële presentatie van de geheel nieuwe G-serie vond halverwege maart plaats op het eigen trainings- en demonstratiecentrum van Case in Monthyon, bij Parijs. Tevens bestond de mogelijkheid om de nieuwe range eens flink aan de tand te voelen en de vernieuwingen te ervaren.
Ten opzichte van de F-serie shovels is het interieur flink verfraaid.
Dit jaar viert Case Construction Equipment een groot verjaardagsfeest, omdat de fabrikant 175 jaar actief is op de markt van bouwmaterieel. Het bedrijf is in 1842 in het Amerikaanse Wisconsin opgericht door Jerome Increase Case, die vindingrijk was en praktische oplossingen en machines ontwikkelde, met daarbij aandacht voor ondernemerschap. Hoge productie tegen lage kosten zijn kernpunten waarmee de fabrikant bij de ontwikkeling van nieuwe Case-machines nog altijd rekening houdt. In 1869 kwam men op de markt met de allereerste mobiele stoomtractor en dit leidde weer tot de bouw van grondverzet- en wegenbouwmachines. In 1957 kwam men als eerste op de markt met graaflaadcombinaties. In 2005 werd daarvan de 500.000ste geproduceerd. In 1958 introduceerde Case zijn eerste wielladers.
Case’s grootste wiellader, de 1121G, past perfect bij de vierassige Astra-kipper.
Het eerste model, de W9, was gebaseerd op een tractor met een laadframe aan de voorzijde. Zo zijn eigenlijk alle fabrikanten begonnen. De ontwikkeling van de Case-wielladers heeft door de jaren zeker niet stilgestaan en er werd grote technische vooruitgang geboekt. Met de F-serie-wielladers had het merk al een groot succes en met de nieuwe G-lijn, die bestaat uit zeven modellen, gaat men opnieuw een stap verder. Hoge productiviteit, lage bedrijfskosten, brandstofefficiency en een hoog comfort voor de machinist hebben bij de ontwikkeling van de nieuwe wielladers centraal gestaan en ook voldoen ze allemaal aan de Stage IV-emissienormen. De G-serie is overigens niet echt veel veranderd ten opzichte van de F-generatie, waarvan in de Benelux ook heel wat zijn verkocht. Er zijn steeds meer bedrijven die hun Zweedse of Amerikaanse wiellader inruilen voor een ander merk. Case weet daar nadrukkelijk van te profiteren. Dat geeft wel aan dat deze wielladers zeker niet onder doen, goed presteren en een hoge productiviteit hebben.
De 821G XR weegt zo’n 19,4 ton. Het zicht naar achteren is uitstekend, omdat de motorkap niet te hoog doorloopt.
Meer comfort
De G-serie-shovels maken allemaal gebruik van een Stage IV FPT-dieselmotor. De grootste veranderingen zitten hem voorts in de grotere, geheel nieuw ontwikkelde cabine, die veel meer comfort biedt. Daarin heeft de fabrikant grote stappen gezet. De cabine is uiteindelijk voor het grootste gedeelte van de dag de werkplek van de machinist en speelt een zeer belangrijke rol. Hierbij zijn ergonomie en comfort cruciaal. Een goede cabine draagt in belangrijke mate bij aan een hoge productiviteit en meer veiligheid. Het zicht op het laadframe en rondom de machine is vanuit de cabine uitstekend. Dit is te danken aan het brede panoramische voorraam met goede zichtlijnen en zonder hinderlijke raamstijlen. De gebogen voorruit bestaat uit één geheel. Ook het zicht over de achterzijde van de machine is prima. De motorkap is niet uitzonderlijk hoog, zoals bij sommige andere fabrikanten en het zicht aanzienlijk belemmeren. Natuurlijk moet techniek een plek hebben, maar Case maakt bewuste keuzes. Een groot voordeel daarbij is dat CNH Industrial op het gebied van motoren en aandrijftechniek alles in eigen huis heeft en zelf ontwikkelt.
De Case 721G Waste Handler werd speciaal ontwikkeld voor de recyclingbranche.
De cabines zijn liefst 2 dB stiller geworden. Dat betekent een flinke reductie van het geluidsniveau. Dat ligt in de kleinere modellen vanaf de 521G op 68 decibel. Voor de grotere modellen vanaf de 921G tot de 1121G bedraagt het geluidsniveau 69 dB. De cabine is voorzien van goed geplaatste spiegels en heeft een verwarmde achterruit. Case kiest voortaan ook standaard voor led-verlichting op de cabine en bij het laadframe. Dit geeft veel licht en daarmee uitstekend zicht op het werk en draagt in de nachtelijke uren of in loodsen bovendien extra bij aan de veiligheid. De luchtgeveerde stoel biedt de machinist veel comfort en een goede ergonomie. Je voelt nauwelijks trillingen en schokken van de machine en dat voorkomt rugklachten. Het bedieningspaneel is nieuw ontworpen en volledig aan de machinist aan te passen. De G-serie-wielladers hebben een elektro-hydraulische bediening, wat zorgt voor accurate reacties op het stuurwiel. Optioneel kan je kiezen voor joystickbediening met proportionele bediening.
Case wielladers hebben een speciaal ontwikkelde koeling.
Volgens het werk kan men voor drie standen kiezen. Beide joysticks bevinden zich dan aan weerszijde van de stoel met brede armsteunen, die onafhankelijk van elkaar ingesteld kunnen worden op de operator. Zo ontstaat altijd een ergonomische zit- en werkhouding. Alle belangrijke machinegegevens worden getoond op een 8-inch-kleurendisplay.
De FPT-motor met Hi-eSCT-technologie heeft ‘weinig’ onderdelen.
Het beeldscherm laat zich eenvoudig bedienen en instellingen van de machine kunnen eenvoudig gewijzigd worden. De wiellader heeft tevens een diefstalbeveiliging. Starten kan alleen door het invoeren van een wachtwoord. In de cabine is er voor de machinist meer dan voldoende opbergruimte voor spullen. Er is zelfs plek voor een grote koelbox. Natuurlijk wordt dagelijks veel gebeld en op menig project mag men tijdens het bedienen van een machine geen telefoon vasthouden. Daarvoor is zeker wat te zeggen, want dit leidt toch af. Bij de nieuwe Case-laadschop kan via een Bluetooth-verbinding handsfree worden gebeld. De cabines hebben tevens overdruk. Dit zorgt ervoor dat stof en andere schadelijke stoffen niet binnenkomen.
Tussenoplossing
Alle zeven G-serie modellen voldoen aan de strengste emissie-eisen. De fabrikant maakt hiervoor dankbaar gebruik van FPT-motoren. Deze hebben zich inmiddels al jarenlang bewezen en zijn zeer betrouwbaar gebleken. Er is zelfs bij de Stage IIIB-motoren al bewust gekozen voor toevoeging van AdBlue. Uiteindelijk kan men niet zonder. Waar vele fabrikanten kozen voor een tussenoplossing, heeft Fiat Powertrain Technologies dat niet gedaan. Gebleken is dat de betrouwbaarheid van machines met een dpf-roetfiltersysteem nogal te wensen overlaat. Dat hebben vele bedrijven pijnlijk ervaren en dus speelt de keuze voor techniek nu een belangrijke rol wanneer men opnieuw gaat investeren. Case-wielladers maken geen gebruik van een roetdeeltjesfilter en uitlaatgasrecirculatie (egr). Dit scheelt in de operationele kosten en vraagt ook geen ruimte. Belangrijk is verder dat het de betrouwbaarheid van de machine verhoogt. De FPT-motoren maken enkel en alleen gebruik van een dieseloxidatiekatalysator.
De nieuwe laadschop heeft een krachtige FPT-aandrijflijn en assen, wat zorgt voor veel vermogen, trekkracht en tractie.
Dankzij Hi-eSCR-technologie wordt toch aan de Stage IV-norm voldaan. Een extra voordeel is dat hierbij minder componenten nodig zijn, dus goedkoper en weinig storingsgevoelig. Door gebruik te maken van een speciale Hi-eSCR-regelklep komt de motor sneller op de juiste temperatuur. Case maakt bij de wielladers gebruik van een speciaal ontwikkeld koelpakket dat een optimale koeling garandeert, zeker voor het werken in stoffige omgevingen. Afhankelijk van het model zit deze achter de cabine. Dat is gedaan om een aantal belangrijke redenen. De motor ligt dan meer naar achtereen en dient meteen als ballast. Hierdoor zijn hoge kieplasten te bereiken met een machine die gemiddeld 1.000 kg minder weegt. Omdat de motor verder naar achteren ligt, heeft men voorts minder last van geluid en warmte. Niet onbelangrijk is dat door de plaatsing van de koeling achter de cabine de luchtinlaat hoger ligt. Zo wordt minder snel stof aangezogen.
Case-shovels onderscheiden zich van andere merken door de optimale gewichtsverhouding en goede stabiliteit van de wiellader bij hoge kieplasten. En toch gemiddeld met een lager eigen gewicht en daardoor zuinig in verbruik, met toch een hoge productiecapaciteit.
De kleine 521G maakt als enige gebruik van een viercilinder met een vermogen van 142 pk. De 12,2-tons wiellader is geschikt voor bakken met een inhoud van 2,1 m³ en het laadvermogen bedraagt 3,9 ton. De zes grotere types maken gebruik van een zescilinder FPT-dieselmotor. De 621G weegt 14,2 ton en heeft een vermogen van 172 pk. De maximale bakinhoud ligt op 2,3 m³ en het laadvermogen is 4,7 ton. De 721G brengt 16,2 ton op de weegschaal en realiseert dankzij 195 pk aan motorvermogen een laadcapaciteit tot 5,5 ton bij 2,7 m³ bakinhoud. De 821G weegt 19,4 ton en heeft een vermogen van 230 pk. De bakinhoud bedraagt 3,6 m³ en het laadvermogen komt op 6,4 ton. De 921G heeft een bedrijfsgewicht van 21,7 ton en is geschikt voor bakken tot 4 m³, met een maximaal laadvermogen van 7,5 ton. Onder de motorkap trappelen 255 Italiaanse paardenkrachten. De 1021G weegt 27,9 ton. Deze levert een vermogen van 320 pk en is geschikt voor bakken tot 4,4 m³. Hier bedraagt de laadcapaciteit maximaal 9,5 ton. De grootste wiellader in de range is de 1121G, met een eigen gewicht van 30 ton. Het laadvermogen ligt op 10,2 ton en deze laadschop is geschikt voor bakken tot 5 m³.
De ZF Powershift transmissie van de G-serie wielladers heeft zich eveneens al ruimschoots bewezen, dit in combinatie met ZF’s heavy duty-assen. Voorts is de aandrijflijn voorzien van natte schijfremmen en open differentiëlen. Optioneel is 100% Auto-Lock leverbaar, waardoor maximale tractie en trekkracht verzekerd zijn. Hierdoor ontstaat minder bandenslijtage en het systeem draagt belangrijk bij aan een gunstig brandstofverbruik en snellere cyclustijden. Standaard levert Case alle shovels met een viertraps-automaatbak, echter kan bij de zes grotere modellen als optie ook gekozen worden voor een automatische transmissie met vijf versnellingen plus Lock-Up.