Arc Majeur overspant E411
Sinds kort overspant de Arc Majeur, het monumentale werk van Bernar Venet, de E411 ter hoogte van Lavaux-Ste-Anne, tussen de provincies Namen en Luxemburg. Dit kunstwerk én technische krachttoer illustreert de Waalse kennis in de domeinen van staalbewerking en burgerlijke bouwkunde.
Na de eerste schets van Bernar Venet zou het nog 35 jaar duren voor de Arc Majeur realiteit werd. En niet in het land waar het werk had moeten staan. Deze monumentale boog van staal werd immers in 1984 door de kunstenaar ontworpen op vraag van Jack Lang, de toenmalige Franse minister van Cultuur.
Een eerste studie was bedoeld voor de ‘Autoroute du Soleil’, een tweede voor het oosten van Frankrijk, maar uiteindelijk wordt afgestapt van het project. Het zal gedurende 30 jaar in de kast blijven liggen. Tot die dag in 2014 waarop de kunstenaar naar Seraing komt voor de inhuldiging van twee van zijn werken die rond het nieuwe gebouw van de John Cockerill-groep geplaatst zijn.
De voorzitter van de groep, Bernard Serin, kent de Arc Majeur. Eén van zijn dochterondernemingen, Usinor, heeft immers studies verricht voor het toenmalige project in Frankrijk. Les ateliers du Centre d’Expertise Soudage (CES) van John Cockerill hebben trouwens enkele jaren eerder een werk voor de kunstenaar gemaakt, namelijk 37,5° Arc, een stalen boog van 38 m die in Seoel staat. Bernar Venet en Bernard Serin gaan vervolgens praten met politieke vertegenwoordigers van het Waalse Gewest, die de kunstenaar groen licht geven om zijn monumentale werk op een autoweg in het gewest te plaatsen. Les ateliers du CES staan in voor de vervaardiging ervan.
De Arc Majeur is een echt technisch hoogstandje. De grote boog (60 m) bestaat uit drie caissons van 20 m lang en 2,25 m dik. De korte kant (20 m) bestaat uit één caisson van 20 m lang en 2,25 m dik. (© Greisch)
Krachttoer
De Arc Majeur is niet zomaar een kunstwerk, het is een echt technisch hoogstandje. De grote boog (60 m) bestaat uit drie caissons van 20 m lang en 2,25 m dik. De korte kant (20 m) bestaat uit één caisson van 20 m lang en 2,25 m dik. Om deze stalen sculptuur met uitzonderlijke afmetingen en geometrie te maken, heeft CES gebruik gemaakt van halfautomatische laswagens. Tijdens elke fase werden de werken door groep Vinçotte gecontroleerd door geavanceerd, niet-destructief onderzoek, de Phased Array Ultrasonic Testing.
Het is echt een collectief project geworden. Het ontwerp en de installatie van de Arc Majeur vergden immers een buitengewone samenwerking tussen tal van ervaren technische dienstverleners (Aertssen, Agoria, Greisch, CFE, Eloy, de groep Gerb, het architectenbureau Henri Garcia, Fondatel, de firma Monnaie …): van het versnijden, buigen, lassen van de platen, de montage in de werkplaats, de controles van de laswerken, de accessoires (hijsogen voor de manipulatie van het werk, de mass demper bovenaan de grote boog enz.), de fundering voor verankering in de grond, het zandstralen, het vervoer tot de eindassemblage van het werk ter plaatse.
Verschillende sponsorende organisaties en institutionele partners (Sofico) hebben zich eveneens achter de Fondation John Cockerill geschaard om de Arc Majeur te kunnen realiseren. Dit sterke staaltje industriële engineering staat symbool voor de Waalse knowhow en geeft de regio een internationale uitstraling.
De drie stukken van de grote boog werden met een uitzonderlijk konvooi ter plaatse gebracht en aan elkaar gemonteerd met flenzen die langs de binnenkant van de caissons verborgen zitten. (© Vinçotte)
Engineering ten behoeve van de kunst
De zorgvuldig geplande montagehandelingen zijn probleemloos verlopen. De teams van Greisch, één de vele deelnemers en partners in dit project, stonden in voor de stabiliteit en leverden bijstand bij het ontwerp.
“Sedert 2005 hebben onze teams een tiental werken van Bernar Venet bestudeerd. De Arc Majeur ligt in de lijn van de partnerships die het bureau sedert zijn oprichting heeft opgezet met diverse kunstenaars, zoals Florence Freson, Emile Desmedt, Jean Glibert of Arne Quinze. Een kunstenaar staat er bij het ontwerpen immers niet alleen voor. Hoewel het creatieve gedeelte volledig voor zijn rekening is, kan hij een aantal beperkingen op zijn pad vinden: stabiliteit, weerstand tegen wind en aardbevingen, algemene samenhang van de structuur … Daar is het dat de ingenieur om het hoekje komt kijken.”
Speciale studies
In het geval van de Arc Majeur moet de structuur niet alleen bestand zijn tegen haar eigen gewicht van staal – 140 ton voor de grote boog en 40 ton voor de kleine -, maar ook tegen de effecten van de wind. Ze is erop berekend om te weerstaan aan rukwinden tot 200 km/u. “Bovendien is de grote boog bovenaan voorzien van een Tuned Mass Damper (TMD) om de effecten van wind en metaalmoeheid tegen te gaan. Hij moet de trillingen van de boog opvangen.”
De demper, die onmisbaar is voor de stabiliteit van het bouwwerk, maakte het voorwerp uit van speciale studies binnen bureau Greisch, in samenwerking met ULiège (Windlab) en V2I monitoring, en werd vervaardigd door Gerb.
“Het principe van een dergelijk mechanisme is om een massa - van 1.500 kg in dit precieze geval - te plaatsen die zich in beweging zal zetten daar waar de verplaatsingen van de primaire structuur het grootst zijn. Het is zodanig gebouwd dat zijn trillingsfrequentie dezelfde is als die van de structuur. Zijn beweging gaat de trillingen van de boog tegen en vangt ze op dankzij schokdempers bevestigd op deze massa. Dit laat toe om een deel van de kinetische energie over te zetten van het bouwwerk op de demper, en om de trillingen en zo ook het risico op metaalmoeheid sterk te verminderen”, verklaart bureau Greisch.
Grote middelen
De grote boog bestaat uit drie stukken van een twintigtal meter elk. Die werden met een uitzonderlijk konvooi ter plaatse gebracht en aan elkaar gemonteerd met flenzen die aan de binnenkant van de caissons verborgen zitten. Door randlassen van de verbindingen werden de verschillende stukken definitief geassembleerd. De kleine boog werd daarentegen in één afgewerkt stuk vervoerd.