Uit verdere analyse blijkt dat in 2018 werd overgeschakeld naar aangepaste Europese maatstaven voor ruimtebeslag, waardoor de oppervlakte van de kuststrook tot aan de laagwaterlijn meegerekend werd bij de tien kustgemeenten. De data per provincie bevestigen deze opmerkelijke uitschieter in de meting voor West-Vlaanderen. Voorts tonen de specifieke cijfers voor wonen dat compacte woningen en flats, het hergebruik van bestaande sites, sloop en heropbouw en hogere dichtheden in de lift zitten.
Voor wonen zien we een gunstige evolutie in bijkomend ruimtebeslag. Terwijl in 2018 nog sprake was van 4,32 ha/dag bijkomend ruimtebeslag voor woningen, is dit vorig jaar sterk afgenomen tot 3,11 ha/dag. Daarmee wordt opnieuw het lage peil uit 2014 bereikt.
Recente gegevens omtrent woontypes bevestigen alleen maar die trend: In 2001 maakten flats 48% uit van de totale toename van woningen in Vlaanderen. In 2009 was dit al gestegen tot 69% en in 2019 steeg dit verder tot 80%.
Tegelijkertijd is het aandeel open bebouwing in vrije val. In 2001 was het aandeel open bebouwing nog 37%, in 2019 was dit gedaald tot 7%. Hierbij gaat het om de netto aangroei van de totale voorraad woningen. Dit is niet hetzelfde als het aantal vergunde woningen. In de meeste jaren zal het aantal vergunningen iets hoger liggen omdat niet elke vergunning wordt gerealiseerd en omdat bestaande woningen gesloopt worden.
Meer dan twee derde van de nieuwe woningen wordt intussen gerealiseerd binnen het bestaande ruimtegebruik. Er is dus een groot hergebruik van bestaande sites. Bovendien wordt een gesloopte woning vervangen door 2,2 wooneenheden. Met een hogere dichtheid als resultaat. Verouderde villa's met een weinig efficiënt ruimtegebruik worden afgbroken en vervangen door ruimtelijk efficiënte flats of rijwoningen.
Verharding
Ruimtebeslag wordt vaak vereenzelvigd met verharding, woningen en industrie, terwijl er uiteenlopende bestemmingen in vervat zitten die vaak ook los staan van bebouwing. Denk maar aan parken, recreatie, weiden van hobbyboeren, elektriciteitsproductie, hernieuwbare energietoepassingen, afvalverwerking, waterzuivering, dijkversterkingen, serres, vervoer, telecommunicatie enz. Heel wat van die bestemmingen zien we jaarlijks toenemen in het ruimtebeslag.
De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) pleit voor de zorgvuldige monitoring van het ruimtebeslag in Vlaanderen, dat met verharding maar grotendeels zonder verharding gepaard gaat. Denk bijvoorbeeld aan tuinen die 10% van de Vlaamse oppervlakte uitmaken. Volgens de VCB is het daarbij van groot belang de evolutie binnen de verschillende bestemmingen verder in kaart te brengen.
“In tegenstelling tot private woningbouw, wordt voor een heleboel bestemmingen de impact van bouwwerken op ruimtebeslag en verharding systematisch onderbelicht. Meer nog, het continu onterecht verengen van ruimtebeslag tot woningbouw, wars van de gunstige evoluties in ruimtelijk rendement, doet momenteel steeds meer gemeenten grijpen naar een bouwstop. Dat is nefast voor verdere verdichting en de bouwshift, voor de economische relance en voor de betaalbaarheid van wonen als gevolg van een stagnerend aanbod”, zegt Marc Dillen, directeur-generaal van de VCB.
Provinciale verschillen
In 2019 is het bijkomende ruimtebeslag in alle Vlaamse provincies gedaald. De meest opmerkelijke daling vond plaats in West-Vlaanderen: terwijl er in 2018 sprake was van 2,56 ha/dag is dit een jaar later meer dan gehalveerd tot 1,2 ha/dag. Nieuwe Europese maatstaven lijken mee aan de basis te liggen van deze uitschieter, aangezien in 2018 voor het eerst bijkomend de oppervlakte van de kuststrook tot aan de laagwaterlijn meegerekend werd bij de tien kustgemeenten.
In Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant kende het bijkomende ruimtebeslag in 2018 een lichtere stijging die we in 2019 zien afnemen tot respectievelijk 1,29; 0,91; en 0,75 ha/dag. In Limburg was de voorbije jaren de trend reeds dalend en vorig jaar zette die zich door tot 0,44 ha/dag aan bijkomend ruimtebeslag.