Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Openbare ruimte

'Bouwshift kost in Kortrijk minstens 70 miljoen €'

Kortrijk heeft de ambitie om de bouwshift in de praktijk te brengen. “Bij het begin van deze legislatuur werd daarom een lokaal bouwshiftfonds van 5 miljoen € gebudgetteerd om prioritaire gronden te verwerven of te herbestemmen om ze zo te vrijwaren van bebouwing. Dit fonds werkt naast de budgetten die we voorzien voor planschade en verwervingen in lopende planningsprocessen. Maar er is meer nodig. Meer dan het bouwshiftfonds van de Vlaamse regering. Veel meer”, laat de Kortrijkse schepen Wout Maddens weten.

Bouwshift kost Kortrijk
“Kortrijk is 8.002 ha groot en volgens Statistiek Vlaanderen bedraagt het ruimtebeslag 50%. Wanneer we alle gronden die vandaag nog niet bebouwd zijn, maar waar dat volgens hun bestemming wel nog kan, ook effectief laten bebouwen, komt daar een extra ruimtebeslag van 7% bij. Dat de bouwshift geen bouwstop betekent, is overduidelijk en gerechtvaardigd. Van de 516 ha die theoretisch nog bebouwd kunnen worden, zijn er 255 ha bestemd voor wonen. Daarvan zijn afgerond 100 ha onaangesneden woonuitbreidingsgebieden (woonreservegebieden). Een andere 85 ha zijn reeds beslist beleid (rups, goedgekeurde verkavelingen, enz.) of gronden die op basis van de principes van goede ruimtelijke ordening nog wenselijk te bebouwen zijn. De prioritaire inzet van de bouwshift in Kortrijk zijn m.a.w. de resterende 70 ha woongebied. Die liggen vooral in het buitengebied waar verkavelen of bebouwen niet meer wenselijk is. Denk aan de verdere verlinting van onze steenwegen of de verkavelingen in het landelijk gebied”, duidt Maddens.
 
“Indien we als stad die gronden willen vrijwaren door herbestemming kunnen we geen beroep doen op het Vlaamse bouwshiftfonds en is de nieuwe planschade integraal voor de stad. Deze vergoeding bedraagt in de nieuwe planschaderegeling al gauw 50 miljoen €. Vlaanderen focust te eenzijdig op de woonreservegebieden. Woonreservegebieden zijn in Kortrijk geen prioriteit om te vergoeden. In Kortrijk voeren we al jaren een bewarend beleid op de aansnijding van woonuitbreidingsgebieden op basis van een regionale beleidsstudie van Intercommunale Leiedal. De facto rust daar reeds een stolp op. Wanneer we de woonreservegebieden ook moeten vergoeden, loopt de rekening op tot 90 miljoen €. Dat is onbetaalbaar voor een lokaal bestuur, zelfs bij een halvering van de totale kost. In het huidige voorstel van het Vlaamse bouwshiftfonds bedraagt de factuur voor de bestemming wonen in Kortrijk tussen de 64 tot 70 miljoen €”, berekende de Kortrijkse schepen.
 
Voor de stad Kortrijk is het duidelijk: het wordt zaaien naar de zak. “Nu we het concept van het Vlaamse bouwshiftfonds kennen, zullen we onze prioriteiten moeten bepalen. Choose your battles is het devies. Het is een goede zaak dat er een bovenlokaal bouwshiftfonds komt voor de lokale besturen. Het is een goede zaak dat er een ‘stolp’ komt op de woonreservegebieden. Maar om van een geslaagde bouwshift te kunnen spreken, moet Vlaanderen meer middelen voorzien. Het bouwshiftfonds moet ook kunnen ingezet worden op andere harde bestemmingen dan enkel de woonreservegebieden, dus ook op slechtgelegen woongebieden. De betaalbaarheid en het succes van de bouwshift voor lokale besturen zal afhangen van de uitwerking van het instrumentendecreet en de autonomie van de lokale besturen binnen het bouwshiftfonds. Er zal nog veel grond moeten verzet worden voor we de bouwshift kunnen ‘betonneren”, besluit Wout Maddens.
Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten