Inwerkingtreding decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid
Het Vlaamse parlement keurde op 6 juli het Decreet betreffende het Integraal Handelsvestigingsbeleid (IHB) goed. Na de bekrachtiging door de Vlaamse regering op 15 juli verscheen het op 29 juli in het Staatsblad. Vlaanderen beoogt met dit decreet een meer duurzame organisatie van het detailhandelsapparaat met weerbare en leefbare kernwinkelgebieden en minder kleinhandelslinten. Een belangrijke rol is weggelegd voor de gemeentebesturen: zij krijgen verschillende instrumenten in handen om een ruimtelijk handelsbeleid te voeren.
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) was intensief betrokken bij de totstandkoming van dit decreet en is dan ook tevreden dat het er eindelijk is. In samenwerking met het Agentschap Innoveren & Ondernemen vertaalt de VVSG het decreet nu in richtlijnen, vergunningscriteria en modellen. Vanaf januari 2017 zal de vereniging een eerste deel voorstellen op het Platform Centrummanagement. Eind 2017 mondt dit alles uit in een uitgebreid Handboek Kernversterkend Winkelbeleid.
De inwerkingtreding van het IHB-decreet verloopt gefaseerd:
de vervalregeling met betrekking tot de 'oude' socio-economische vergunningen trad retroactief in werking vanaf 1 juli 2014;
de bepalingen inzake de (ruimtelijke) planning en visievorming traden in werking op 29 juli 2016; met één uitzondering voor artikel 10, §1 (ruimere mogelijkheden inzake de stedenbouwkundige verordeningen) is het wachten op een regeringsbesluit over het openbaar onderzoek bij de opmaak van stedenbouwkundige verordeningen;
de integratie van de vergunning in de omgevingsvergunning en het handhavingsbeleid treden in werking op 1 januari 2018 (ruim tien maanden na de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning zelf);
de Vlaamse regering zal de inwerkingtreding van hoofdstukken 7 en 8 (voornamelijk wijzigingsbepalingen) nog per artikel bepalen.
De leegstand in de stads- en gemeentecentra neemt ieder jaar toe en is volgens cijfers van studiebureau Locatus in juni opgelopen tot 9,4% van het aantal verkooppunten. Het nieuwe decreet kiest resoluut voor duurzame mobiliteit, het bevorderen van de leefbaarheid van de kernen en het vermijden van verdere verlinting of steenwegen vol baanwinkels.
Gemeenten en provincies moeten daarom volgens het decreet zelf kunnen vastleggen welk soort winkels ze in welke zone willen. Ze kunnen autonoom beslissen of er shoppingcentra of baanwinkels kunnen komen of niet en ze kunnen de gemeente of stad opdelen in winkelarme gebieden en kernwinkelgebieden.