“Onrealistische scenario’s besparen enkel virtueel miljarden euro’s”
De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) analyseerde de studie ‘Monetariseren van de impact van urban sprawl in Vlaanderen’ die de Vlaamse onderzoeksinstelling de VITO eind maart publiceerde. Hierbij constateerde ze dat het rapport de bestaande ruimtebalans, gunstige trends en budgettaire gevolgen van onteigeningen, van andere gebruiksbeperkingen en van de versnelde verdichting blijkt te negeren. “De studie presenteert een scenario dat nooit waar kan worden.
De miljarden euro’s die volgens het rapport kunnen worden vermeden, een besparing van 1,8 miljard € per jaar, zijn daarom compleet fictief. Sterker nog, de kostprijs van ruimtelijke plannen lijkt vooral terecht te komen bij de gezinnen, die betaalbaar wonen voort gefnuikt zien. Een analyse van de Universiteit Gent bevestigt bovendien onze bevindingen”, meldt de VCB. De studie vergeet volgens haar dat bouwgrond schaars is in Vlaanderen.
Onlangs hebben de politieke partijen in ons land programmapunten laten narekenen door het Planbureau. In andere landen, zoals in Nederland, moeten zelfs volledige verkiezingsprogramma’s getoetst worden aan hun budgettaire haalbaarheid. In die context is het essentieel dat politieke partijen zich grondig en kritisch buigen over de scenario’s en berekeningen in de VITO-studie; anders zullen beleidsmakers in de toekomst rekenen op budgetten die dode letter blijven. Het vermijden van kosten die enkel voorkomen in een fictief scenario dat indruist tegen de spelregels die al 25 jaar het gebruik van ruimte zorgvuldig reguleren, kan niet voorgesteld worden als maatschappelijke baten. De VCB vindt het dan ook zorgwekkend dat uit haar rondvraag blijkt dat de meeste Vlaamse politieke partijen rekenen op de miljarden euro’s aan besparingen die de VITO-studie onterecht als realistisch voorspiegelt.
Zo gaat de studie uit van een scenario (‘growth as usual’) dat stelt dat het bijkomende ruimtebeslag van 6 ha/dag kan worden volgehouden tot en met 2050. Niet alleen daalt het bijkomende ruimtebeslag al geruime tijd en is die trend onomkeerbaar, maar Vlaanderen kent ook de ruimtebalans en het ligt niet op tafel om die te doorbreken en open ruimte op te geven, integendeel zelfs. De open ruimte in Vlaanderen ligt al een kwarteeuw vast en niemand wenst hieraan te raken.
Volgens de huidige ruimtelijke plannen en de gegevens van de Vlaamse overheid kan theoretisch in Vlaanderen (voor alle bestemmingen samen zoals wonen, industrie, recreatie, …) nog 78.000 ha worden ingenomen. Daarbij gaat het niet om verharding, maar om het bredere begrip ruimtebeslag. Volgens het scenario in het VITO-rapport kan liefst 133.000 ha bebouwd worden. Dat raakt volgens de VCB echter kant noch wal en is onmogelijk aangezien de juridische voorraad van percelen er dus ver onder ligt. Meer nog, liefst 18.000 km wegen zouden bijkomend aangelegd worden of van Brussel tot Calcutta en terug, een onrealistische visie. Bouwpercelen zijn immers schaars in onze regio; vandaar hun stijgende kostprijs.
Niet alleen uit de VCB-analyse, maar ook uit de analyse van prof. dr. Ben Derudder van de vakgroep Geografie aan de UGent blijken dergelijke scenario’s geen voer voor beleid te zijn. “Een draagvlak creëer je niet met alarmisme dat een onrealistisch toekomstscenario combineert met te weinig aandacht voor recente tendensen”, besluit hij in zijn analyse van de VITO-studie.
Daarnaast gaan de onderzoekers ervan uit dat hoge kosten worden vermeden door een beleid dat niet alleen inzet op ruimtelijk rendement, een trend die eigenlijk allang heerst, maar vooral bestaande bebouwde ruimte ‘uitdooft’. Zo’n beleidsoptie heeft twee evidente gevolgen: onteigening of zelfs het opleggen van gebruiksbeperkingen aan percelen of bestaande bebouwing gaat gepaard met schadevergoedingen aangezien eigendomsrecht en rechtszekerheid gemeengoed in Vlaanderen; en veel meer gezinnen en bedrijven in kernen en centra vergen kwaliteitsvolle verdichting en dat neemt tijd in beslag en is investeringsintensief. Beide cruciale aspecten kregen geen plaats in de VITO-berekeningen.
Biefstuk friet
“Scenario’s in dit rapport strooien zand in de ogen van een Vlaamse overheid die zich overdreven rijk rekent, gunstige trends negeert en cruciale, evidente kosten van de nieuwe ruimtelijke plannen naast zich neerlegt. Met virtuele besparingen kan je je nog geen biefstuk friet veroorloven”, besluit de VCB.
De VITO-studie berekent de baten van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) en een inkrimpscenario (AUS) t.a.v. het ‘growth as usual’-scenario (GAU). Dat is volgens de VCB evenwel allesbehalve ‘as usual’ en de baten zijn volledig fictief aangezien de juridische voorraad dit GAU-scenario niet toelaat en de gunstige trends worden genegeerd. Meer nog, de stevige kosten in verdichting en onteigening verbonden aan het BRV en AUS worden niet in rekening gebracht.
Om een breed publiek aan te spreken maakt de VITO-studie gebruik van goed gevulde spaarvarkentjes. Uit de VCB-analyse blijkt dit spaarvarkentje evenwel de broeksriem te moeten aanspannen.
De Vlaamse overheid zal volgens de VCB dus niet kunnen rekenen op de virtuele besparingen uit de VITO-studie om de verdichting versneld vlot te trekken. Daarom zou ze best eens eindelijk betrouwbare studies en dringend kostprijsberekeningen (laten) maken om grondig in kaart te brengen wat doorgedreven, kwaliteitsvolle verdichting en stadsvernieuwing nodig hebben en welke budgetten de Vlaamse en lokale overheden moeten uittrekken. Daarbij gaat het om investeringen in diverse, betaalbare woontypes, blauwgroene dooradering en natuurtechnische ingrepen, een analyse van de mobiliteitsgevolgen, de versterking en vervanging van de riolering en waterbuffering in (vooral overstromingsgevoelige) kernen, enz. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat die kosten worden opgenomen in private woonprojecten en dat de gezinnen er dus voor opdraaien.
Essentieel zijn ook de vereiste aanpassingen aan o.m. stedenbouwkundige en lokale bouwvoorschriften en aan de Vlaamse wooncode tot zelfs een versoepeling van het boswetboek om de aanplantingen van groen zoals hoogstammen in verdicht woongebied en stadstuinen te vergemakkelijken.
De Vlaamse Confederatie Bouw wil dan ook samen met de Vlaamse overheid en andere stakeholders nadenken over objectieve regels om verdichting in Vlaanderen te stimuleren, noden te simuleren, het reële kostenplaatje te berekenen, een investeringspad op te zetten, enz.