Bouw zet laatste technieken in om zo weinig mogelijk bemalingswater te verspillen
Het tijdelijk oppompen van grondwater bij bouwwerkzaamheden is vaak noodzakelijk, maar staat onder druk door lange periodes van droogte en lage grondwaterstanden. De sector blijft stappen vooruitzetten om er op een duurzamere manier mee om te gaan. Met de bemalingscascade als leidraad pompen we minder water op; zetten we in op infiltratie; en slagen we erin minder water te lozen in de riolering.

De
maatschappij vraagt naar steeds meer projecten in centra en kernen met
ondergrondse kelders en parkings. Ook de
aanleg en renovatie van rioleringen en andere nutsinfrastructuur, de plaatsing
van collectieve hemelwaterputten en investeringen in weg- en
tunnelinfrastructuur maakt het nodig dat er grondwater wordt opgepompt. Daarom
werd er richtlijnen voor bemalingen opgesteld en kwamen er bijkomende eisen
voor de debietmeters op werven.
“Dankzij gezamenlijke inspanningen van alle bouwactoren, opdrachtgevers, lokale besturen, studiebureaus, ontwerpers en handhavers boeken we vooruitgang”, zegt Caroline Deiteren van Embuild Vlaanderen. “Daarbij is het van belang om van bij het ontwerp van een bouwproject de nodige bronbemaling gedegen te onderzoeken en een doordachte aanpak op maat te voorzien.”
“Het
toepassen van de bemalingscascade wordt strikt opgelegd. Hierbij staat het
beperken van opgepompte debieten door geautomatiseerde peilgestuurde bemaling
en door retourneren en infiltreren van het water voorop. Ook helpt het plaatsen
van (tijdelijke of permanente) verticale waterremmende constructies of werken
binnen een volledig gesloten bouwkuip, om het bemalingsdebiet te beperken.
Gevolgd door het nuttig gebruik van bemalingswater, om ten slotte pas te lozen
in oppervlaktewater zoals beken en grachten. Als laatste stap in de cascade –
en enkel als het niet anders kan - wordt er pas geloosd in de riolering.”
Met vooronderzoek vermijd je verrassingen
Vooraleer
je een bemaling kan opstarten, is een grondig vooronderzoek vereist over de
directe milieu-impact, de opgepompte debieten, de mogelijke aantrekking van
verontreiniging uit de omgeving, de invloed op nabije natuur, de kwaliteit van
het bemalingswater en eventueel zuiveringsconcept, mogelijke locaties voor
retourbemaling en infiltratie en maatregelen zoals funderingstechnieken in
synergie met bemaling-retourbemaling, om de impact te verkleinen of zelfs weg
te werken.
“Dankzij
dat vooronderzoek creëer je maximale mogelijkheden om van bij het ontwerp het
project zelf nog te kunnen aanpassen aan de vastgestelde analyses. Hierdoor
kunnen de kosten van bemalingen en funderingswerken beter ingeschat worden en
kan de uitvoering op het terrein beter voorbereid worden. Daardoor worden
onaangename verrassingen bij de start of tijdens de werkzaamheden vermeden.”
Scherpe regels voor erkende boorbedrijven
“Bovendien
werd de regelgeving aangescherpt. Een erkenning voor boorbedrijven is ingevoerd
met bijhorende opleidingsvereisten en rapportageverplichtingen. Maar er kan nog
meer op zoek gegaan worden naar bedrijven die werken zonder erkenning. Dit zijn
cowboys die de regels niet volgen, die geen investeringen doen in materiaal en
opleidingen van werknemers, en vormen oneerlijke concurrentie”, aldus Deiteren
nog.