Brandreactie-eisen voor spouwmuurisolatie in lage gebouwen
Het herziene KB ‘Basisnormen’ van juli 2022 legt voor gevelonderdelen twee verschillende brandreactie-eisen op. Ze moeten beide nageleefd worden en hebben een invloed op de gevelisolatiekeuze. Wat de thermische isolatie van traditionele spouwmuren in lage gebouwen betreft, kunnen alle isolatiematerialen met een brandreactieklasse E of beter toegepast worden, voor zover het gevelmetselwerk gesloten voegen heeft en minstens 65 mm dik is.
De brandreactie-eisen voor gevelonderdelen zijn opgenomen in bijlage 5/1 van het KB ‘Basisnormen’. Ze worden nader toegelicht in Buildwise-artikel 2020/03.04 en in § 5 van Innovation Paper 37. De eisen voor lage gebouwen kunnen als volgt samengevat worden (zie ook tabel A):
- een minimale brandreactieklasse voor de gevelbekleding in haar uiteindelijke toepassingsvoorwaarden: het buitenspouwblad én de spouwisolatie moeten als één geheel aan de opgelegde brandreactieklasse voldoen
- een minimale brandreactieklasse voor de wezenlijke gevelonderdelen: deze eis geldt voor de afzonderlijke onderdelen en is dus van toepassing op de isolatie op zich. Het metselwerk moet niet aan deze brandreactie-eis beantwoorden.
Beide brandreactie-eisen moeten nageleefd worden. Dit is zonder meer het geval als er een geslaagde grootschalige brandproef uitgevoerd werd. Doorgaans is de situatie echter enigszins anders en moet men zich beroepen op de onderstaande mogelijkheden.
GEVELBEKLEDING IN HAAR UITEINDELIJKE TOEPASSINGSVOORWAARDEN
Er zijn in principe drie verschillende mogelijkheden om aan de brandreactie-eis voor de gevelbekleding in haar uiteindelijke toepassingsvoorwaarden te voldoen:
- de minimale brandreactieklasse C-s3, d1 of D-s3, d1 van het geheel buitenspouwblad-isolatie volgens de norm NBN EN 13501-1 wordt door de fabrikant aangetoond met een brandproef. De spouwmuur moet dan ontworpen en uitgevoerd worden volgens de specifieke voorwaarden uit het proef- en classificatierapport dat bij de fabrikant opgevraagd kan worden
- indien het buitenspouwblad een brandweerstand EI 15 heeft, dan mag men ervan uitgaan dat het gevelmetselwerk de isolatie voldoende beschermt, waardoor de minimale brandreactie-eis C-s3, d1 of D-s3, d1 enkel van toepassing is op het buitenspouwblad. Aangezien baksteenmetselwerk volgens de Beschikking 96/603/EG als onbrandbaar beschouwd kan worden, wordt de brandreactie-eis automatisch gerespecteerd. Volgens recente proeven beschikt gevelmetselwerk met gesloten voegen en een minimale dikte van 65 mm over een brandweerstand EI 15. Voor bijvoorbeeld gelijmd gevelmetselwerk met open stootvoegen breder dan 2 mm is deze eigenschap daarentegen niet gegarandeerd tenzij men over een specifiek proef- en classificatierapport beschikt
- men kan gebruikmaken van tabel B, die goedgekeurd werd door de Hoge Raad voor beveiliging tegen Brand en Ontploffing. De brandreactie-eis wordt gerespecteerd als de thermische isolatie op zich minstens voldoet aan de klasse C-s3, d1 of D-s3, d1 én als de gevelbekleding onbrandbaar is (minstens klasse A2-s3, d0).
WEZENLIJKE GEVELONDERDELEN
Om aan de minimale brandreactieklasse E voor de thermische isolatie op zich te beantwoorden, moet de brandreactieklasse van de isolatie volgens de norm NBN EN 13501-1 aangetoond worden door een brandproef en meegedeeld worden door de isolatiefabrikant. Als de isolatie over haar volledige omtrek afgeschermd wordt door materialen met een brandweerstand EI 15 of een brandbeschermingsvermogen K210, dan vervalt deze brandreactie-eis.
Bron: het artikel ‘Welke brandreactie-eisen voor spouwmuurisolatie bij lage gebouwen? ‘ van J. Goovaerts, in het Buildwise Magazine van september-oktober 2023. Enkel het originele artikel, te vinden op www.buildwise.be, geldt als referentie.