De Brexit is een feit: wat met overheidsopdrachten?

In feite wijzigt er, zeker voor overheidsopdrachten, voorlopig weinig. Het VK en de EU bereikten immers een akkoord over de voorwaarden voor de terugtrekking van het VK uit de EU en tevens over een transitieperiode.

De transitieperiode geldt tot en met 31 december 2020, maar kan verlengd worden. In de transitieperiode blijven in wezen op het gebied van overheidsopdrachten alle EU-regels van kracht. De afspraken zijn terug te vinden in de zogenaamde ‘withdrawal agreement’ die op 29 januari door het Europese Parlement werd goedgekeurd.

Op het vlak van overheidsopdrachten moet specifiek worden gewezen op de artikelen 75 tot 78. Uit deze artikelen blijkt onder meer dat de Europese regels relevant blijven voor plaatsingsprocedures die gestart zijn vóór het verstrijken van de overgangsperiode, maar nog niet zijn afgerond.

Hetzelfde geldt voor nieuwe plaatsingsprocedures die gestart worden vóór het verstrijken van de overgangsperiode, evenals voor overheidsopdrachten die geplaatst worden op basis van raamovereenkomsten die gesloten zijn vóór het verstrijken van de transitieperiode.

Na de transitieperiode zijn nieuwe afspraken nodig over de toekomstige relaties tussen de EU en het VK. Bijgevolg is het wachten op het resultaat van de onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord tussen de EU en het VK.

Komt dat akkoord er niet, dan zal men naar verwachting voor overheidsopdrachten terugvallen op de General Procurement Agreement, een overeenkomst gesloten in de schoot van de Wereldhandelsorganisatie. Die vertoont op een aantal punten gelijkenissen met ons huidige regime (en lag overigens mede aan de basis van de recentste Europese richtlijnen voor overheidsopdrachten). Op andere punten biedt deze minder waarborgen (beperkter toepassingsgebied, minder waarborgen inzake rechtsbescherming en dergelijke meer). Wordt dus vervolgd!

Prof dr. Steven Van Garsse
UHasselt & Antwerpen
partner Equator Advocaten
Antwerpen/Brussel/Hasselt