De EU Deforestation Regulation en de bouwsector?
In 2023 voerde de Europese Unie de EU Deforestation Regulation (EUDR) in, een verordening die bedrijven in de EU verplicht om ontbossingsvrije toeleveringsketens te waarborgen. Deze regelgeving heeft rechtstreekse gevolgen voor de bouwsector, met name voor bouwbedrijven die gebruikmaken van materialen zoals hout, rubber of producten die hiervan zijn afgeleid. Bedrijven moeten voortaan kunnen aantonen dat deze grondstoffen niet hebben bijdragen aan recente ontbossing, wat nieuwe verantwoordelijkheden en kansen met zich meebrengt voor de bouwondernemingen.
- De EUDR introduceert een duurzaamheidsverplichting voor bedrijven die werken met risicovolle materialen zoals palmolie, hout, rubber, koffie en cacao of producten die hiervan zijn afgeleid. Bedrijven, waaronder ondernemingen in de bouwsector, zullen voortaan de herkomst van de gebruikte materialen moeten kunnen traceren en aantonen dat deze niet afkomstig zijn uit gebieden die recent zijn ontbost. Dit vereist een andere manier van werken, waarbij toeleveranciers niet alleen worden geselecteerd op basis van prijs en kwaliteit, maar ook op hun inzet voor duurzame bosbouw. De bedoeling was dat EUDR vanaf 30 december 2024 van toepassing zou worden. Micro, kleine of middelgrote ondernemingen zouden zich pas vanaf juni 2025 aan de EUDR moeten houden. Heel recent heeft de Europese Commissie evenwel voorgesteld de inwerkingtreding met een jaar uit te stellen. EUDR is immers zeer vergaand, nog niet alle bedrijven zijn klaar en er zijn nog veel onduidelijkheden. Uitstel zal evenwel geen afstel zijn.
- Om aan duurzaamheidsverplichting te voldoen, zullen bouwbedrijven moeten samenwerken met leveranciers die de duurzaamheid van hun producten kunnen waarborgen. Dit vraagt aanpassingen in de inkoopstrategie, evenals investeringen in technologieën die de herkomst van materialen kunnen traceren, zoals blockchain of GPS-tracking. Deze technologieën maken het mogelijk om snel en nauwkeurig na te gaan of de gebruikte materialen voldoen aan de EUDR-eisen. Daarnaast bieden certificeringen zoals FSC (Forest Stewardship Council) een extra middel om de duurzaamheid van materialen te waarborgen en de toeleveringsketen transparanter te maken. Deze hulpmiddelen ondersteunen de naleving van de verordening en geven bouwbedrijven de mogelijkheid om aan te tonen dat hun materialen afkomstig zijn uit verantwoord beheerde bronnen.
- De strengere eisen van de EUDR hebben tevens tot gevolg dat bouwbedrijven kritischer naar hun leveranciers moeten kijken. Leveranciers dienen aan te tonen dat hun producten geen ontbossingsrisico vormen, wat directe gevolgen kan hebben voor de materiaalkeuzes en leveringsopties van bouwbedrijven. Voor bouwondernemingen kan dit betekenen dat zij nieuwe criteria moeten hanteren voor het selecteren van partners in de toeleveringsketen, waarbij duurzaamheid een belangrijk onderdeel wordt van de leverancierskeuze.
- Naast de impact op de leveranciersketen brengt de EUDR ook aanzienlijke kostenstijgingen met zich mee door de verplichting tot certificering en uitgebreide rapportage. Bedrijven in de bouwsector zullen moeten investeren in technologieën voor traceerbaarheid, zoals geolocatie- en blockchainoplossingen, om te voldoen aan de nieuwe eisen. Bovendien vereist de regelgeving dat bedrijven gedetailleerde due diligence verklaringen indienen, wat leidt tot extra administratieve lasten en de noodzaak voor audits.
- Kortom, de EUDR introduceert nieuwe verantwoordelijkheden en zorgt voor ingrijpende veranderingen in de manier waarop bouwbedrijven hun materialen en leveranciers selecteren en opvolgen. Door de focus op traceerbaarheid, kostenmanagement en duurzame innovatie brengt de regelgeving zowel uitdagingen als kansen met zich mee. De bouwsector zal zich aan moeten passen om aan de ontbossingsvrije normen te voldoen en tegelijkertijd een belangrijke bijdrage leveren aan een duurzame toekomst.
Prof. dr. mr. Steven Van Garsse & mr. Simon Verhoeven
Equator Advocaten (Antwerpen, Brussel, Hasselt