Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Regelgeving

De ondertekening van offertes voor overheidsopdrachten: dan toch een daad van dagelijks bestuur?

Volgens vaste rechtspraak van de Raad van State kan de ondertekening van een offerte voor een overheidsopdracht niet als een daad van dagelijks bestuur beschouwd worden. Klassiek wordt vereist dat een offerte wordt ondertekend door de raad van bestuur als orgaan of door één of meerdere bestuurders in overeenstemming met de statuten van de inschrijver dan wel door bijzondere volmachthouder(s). In een recent arrest van 5 februari 2021, nr. 249.726 NV Stadsbader lijkt de Raad van State ruimte te laten voor discussie over de vraag of de ondertekening van een offerte op grond van het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen (hierna: ‘WVV’) als een daad van dagelijks bestuur beschouwd kan worden.

Ondertekening offertes

1.

Artikel 7:121 WVV bevat voortaan een definitie van het begrip “dagelijks bestuur”. Onder handelingen van dagelijks bestuur vallen handelingen en beslissingen die hetzij niet verder reiken dan de behoeften van het dagelijkse leven van de vennootschap, hetzij een gering belang vertonen, hetzij een spoedeisend karakter hebben. Zodra één van deze drie voorwaarden vervuld zijn, valt de handeling of de beslissing in principe onder het dagelijkse bestuur. Of er sprake is van een daad van dagelijks bestuur dient geval per geval te worden beoordeeld. Bovendien volgt uit de memorie van toelichting bij deze bepaling dat de beslissing tot intekening op een overheidsopdracht onder het dagelijks bestuur kan vallen. 

2.

Het recente arrest van 5 februari 2021 kadert in een procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid waardoor de Raad enkel een prima-faciebeoordeling (“beoordeling op het eerste zicht”) heeft gedaan. In dit arrest oordeelt de Raad van State dus niet in concreto of de ondertekening van de offerte een handeling van dagelijks bestuur betreft. Toch lijkt de Raad in dit arrest ruimte te laten voor discussie over deze vraag of de ondertekening van een offerte op grond van het nieuwe WVV in sommige gevallen onder het dagelijkse bestuur valt  en of indien een offerte enkel wordt ondertekend door een gedelegeerd bestuurder of een gevolmachtigde belast met het dagelijkse bestuur deze offerte nog steeds substantieel onregelmatigheid is. De vraag rijst of de Raad van State met dit arrest een eerste stap heeft gezet naar een mogelijke kentering van haar vaste rechtspraak…

3.

Het is (voorlopig) – ook na dit arrest - nog steeds aangewezen om een offerte te laten ondertekenen door de raad van bestuur als orgaan of door één of meerdere bestuurders in overeenstemming met de statuten dan wel door bijzondere volmachthouder(s) om discussies hieromtrent te vermijden.
 
Kiest men er toch voor  om de inschrijving te laten ondertekenen door de gedelegeerd bestuurder van de vennootschap in het kader van het dagelijkse bestuur, kan best gestoffeerd worden waarom er in dat concrete geval effectief sprake is van een ondertekening in het kader van dat dagelijkse bestuur en dit op basis van wat in artikel 7:121 WVV is bepaald.

Prof.dr. Mr. Steven Van Garsse, UHasselt/UAntwerpen, en Mr. Ellen Wouters
Equator Advocaten

 

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten