Op 12 augustus 2019 werd in het Belgisch Staatsblad het ‘Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen’ - hierna het Gemeentewegendecreet – gepubliceerd, dat onder meer de zaak van de wegen vereenvoudigt, uitbreidt en beter integreert in onder meer de omgevingsvergunningsprocedure.
Daarnaast schaft dit decreet het onderscheid af tussen gemeentewegen en buurtwegen. Beide categorieën worden door het decreet gefuseerd tot ‘gemeentewegen’. De buurtwegenwet uit 1841 wordt dan ook afgeschaft en de gemeente krijgt de (exclusieve) bevoegdheid omtrent de aanleg, wijziging, verplaatsing en opheffing van alle gemeentewegen.
Vereenvoudiging
Dit is een aanzienlijke vereenvoudiging. Voordien moest bv. eerst een buurtweg afgeschaft worden, om vervolgens een nieuwe gemeenteweg (op een andere zate) te voorzien. De afschaffing van een buurtweg moest echter langs de provincie worden aangevraagd. De aanleg van een nieuwe gemeenteweg was daarentegen steeds de bevoegdheid van de gemeenteraad. Beide procedures zijn nu dus geïntegreerd en vallen onder de bevoegdheid van de gemeenteraad.
Tegen een besluit van de gemeenteraad tot opheffing van een gemeenteweg staat bovendien in het nieuwe decreet een administratief beroep open bij de Vlaamse minister (van Mobiliteit en Openbare Werken), die evenwel enkel bevoegd is om het gemeenteraadsbesluit te vernietigen. De minister krijgt geen beslissingsbevoegdheid over het gemeentelijke wegennet. Tegen de beslissing van de Vlaamse minister zal vervolgens nog een vernietigingsprocedure open staan bij de Raad van State.
Vele ontwikkelaars kennen daarnaast de procedure die altijd al gevolgd werd wanneer een vergunningsaanvraag met wegeniswerken wordt ingediend: de gemeenteraad moet dan eerst het nieuwe of gewijzigde wegtracé goedkeuren vooraleer de omgevingsvergunning kan worden verleend.
Niet rechtstreeks naar Raad van State
Welnu, met het nieuwe decreet zal deze procedure in de toekomst lichtjes anders verlopen, in die zin dat als de gemeenteraad de aanleg of wijziging van het wegtracé weigert niet rechtstreeks naar de Raad van State kan worden gegaan, alwaar een procedure overigens gemiddeld één tot anderhalf jaar in beslag kan nemen, maar er eerst een administratief beroep moet worden doorlopen bij de Vlaamse minister, die slechts over een beslissingstermijn van 90 dagen beschikt. Dit beroep kan worden ingesteld binnen een termijn van 30 dagen na de betekening of de aanplakking van de gemeenteraadsbeslissing.
Ook in deze procedure is de Vlaams minister enkel bevoegd om de beslissing van de gemeenteraad te vernietigen. Hij mag niet beslissen tot goedkeuring of weigering van het nieuwe of gewijzigde wegtracé. Tegen de beslissing van de minister zal vervolgens nog steeds een vernietigingsprocedure open staan bij de Raad van State.
Bovendien worden de procedures met betrekking tot de wegeniswerken en de omgevingsvergunningsaanvraag op elkaar afgestemd: zolang de Vlaamse minister (nog) niet beslist heeft over het beroep tegen de gemeenteraadsbeslissing is de termijn opgeschort waarbinnen de deputatie of de Vlaamse minister (voor Omgeving) over een administratief beroep tegen een vergunningsbeslissing moet beslissen. Daardoor zijn beide procedures beter op elkaar afgestemd, wat voor de praktijk toch ook een voordeel oplevert.
Tot slot wijzigt het Gemeentewegendecreet nog aan aantal andere zaken, zoals het beheer van de gemeenteweg, een regeling omtrent de onverjaarbaarheid van de (verkrijging van) gemeentewegen, de realisatie van gemeentewegen met inbegrip van de betrokken waardevermeerdering of -vermindering en handhavingsmogelijkheden voor de gemeente waaronder de last tot herstel, de bestuursdwang en dwangsommen.
Het Gemeentewegendecreet trad in werking op 1 september 2019 en is van kracht op bv. vergunningsaanvragen die sinds deze datum worden ingediend.
Steven Van Garsse – Advocaat-vennoot bij Equator Advocaten en professor aan de Universiteit van Antwerpen en de Universiteit van Hasselt
Anouck Vanermen – Advocaat bij Equator Advocaten
Yannick Smeets – Advocaat bij Equator Advocaten