Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Regelgeving

Grondwettelijk Hof verwerpt beroepen tegen decreet woonreservegebieden

Op 3 april 2025 heeft het Grondwettelijk Hof het Vlaamse decreet van 26 mei 2023 over de woonreservegebieden overeind gehouden. Verschillende vastgoedontwikkelaars en particulieren hadden het Hof verzocht om het decreet geheel of gedeeltelijk te vernietigen, omdat het volgens hen onder meer het eigendomsrecht en het gelijkheidsbeginsel schond. Het Hof verklaarde echter alle aangevoerde bezwaren ongegrond.

faillissement

I. Wat regelt het decreet?

Het decreet van 26 mei 2023 wijzigt de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) met betrekking tot woonreservegebieden. Die gebieden – waarvan de "woonuitbreidingsgebieden" de bekendste – zijn gronden die op gewestplannen zijn aangeduid als reserve voor toekomstige woonontwikkeling. Woonreservegebieden die nog niet zijn aangesneden zijn in de feiten vaak open ruimte. In het kader van de bouwshift wordt het echter steeds delicater om deze open ruimte nog verder aan te snijden.

Het is in het licht van deze problematiek dat de decreetgever met dit decreet een zogenaamde “stolp” over de nog resterende woonreservegebieden heeft geplaatst. Sindsdien kunnen deze gronden enkel nog ontwikkeld worden na een expliciet gemeenteraadsbesluit, een zogenaamde “vrijgave”. Zonder vrijgave kan in principe geen omgevingsvergunning worden verleend.

II. Wat waren de bezwaren?

De verzoekers, waaronder vastgoedvennootschappen en particuliere eigenaars, voerden aan dat het decreet hun eigendomsrechten te sterk inperkte. Door het feitelijke bouwverbod op groepswoningbouw zonder dat daar een vergoeding tegenover stond, zou volgens hen sprake zijn van een onteigening zonder schadeloosstelling. Anderen argumenteerden dat de regeling discriminerend is ten opzichte van eigenaars van gronden in andere bestemmingsgebieden.

Ook werd een prejudiciële vraag voorgesteld aan het Hof van Justitie van de EU, over de mogelijke strijdigheid van het decreet met de Europese regels inzake milieueffectrapportage.

III. Wat zegt het Grondwettelijk Hof?

Het Hof verwerpt alle aangevoerde middelen. Volgens het Hof is er geen sprake van een onteigening, omdat eigenaars hun eigendom behouden en er nog steeds ontwikkelingsmogelijkheden bestaan – zij het binnen een strikter en planmatig kader, waarbij een woonreservegebied enkel nog ontwikkeld kan worden nadat de gemeenteraad een vrijgavebesluit heeft genomen. Met dit kader wenst de decreetgever het ruimtebeslag in Vlaanderen te beperken. Het Hof acht dit een legitiem instrument in het licht van de nagestreefde doelstellingen.

Het Hof merkt bovendien op dat ook vóór het decreet de ontwikkelingsmogelijkheden al beperkt waren. In die optiek heeft het decreet volgens het Hof geen onevenredige gevolgen.

Wat betreft de milieueffectrapportage stelt het Hof dat het decreet als zodanig geen “plan of programma” is dat voorafgaand aan zo’n rapportage moet worden onderworpen. Het betreft immers een algemene decretale regeling die de bestaande regels wijzigt, maar geen concreet uitvoeringskader vormt voor specifieke projecten. Bij een latere vrijgave of herbestemming kunnen er mogelijk wel milieueffectrapportageverplichtingen gelden.

IV. Gevolgen van het arrest

Door de verwerping van de vernietigingsberoepen blijft het decreet volledig van kracht. Eigenaars en ontwikkelaars van gronden in woonreservegebieden zullen dus rekening moeten blijven houden het nieuwe kader. Ontwikkeling blijft principieel mogelijk, maar enkel na goedkeuring door de gemeenteraad.


Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten