Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Regelgeving

paywall Nieuwe betalingsregels voor overheidsopdrachten in 4 vragen en antwoorden

De EU en ook België stuurt vaak aan op een meer competitieve markt voor overheidsopdrachten. Een aspect hiervan is ervoor zorgen dat KMO’s (vaak met beperkte kasmiddelen) ook kunnen deelnemen aan opdrachten zonder te grote financiële risico’s. Aannemers moeten soms echter lang wachten alvorens zij voor hun prestaties worden betaald door een overheidsdienst. Dit laatste moet op korte termijn worden gewijzigd door een aanpassing van het KB Uitvoering.

BKBC - 2024-05-22T142531.758
Adobe Stock

Welke betalingstermijn heeft een aanbesteder vandaag?

Het huidige KB Uitvoering geeft de aanbesteder 30 kalenderdagen om prestaties na te kijken en dan nog eens 30 kalenderdagen om ervoor te betalen. De overheid heeft hier dus in de praktijk een betalingstermijn van 60 kalenderdagen. Voor aanbesteders actief in de gezondheidszorg (lees: zowat elk ziekenhuis) loopt dit zelfs op tot 90 kalenderdagen.

Waarom wil de regering de regels wijzigen?

Het Hof van Justitie velde op 20 oktober 2022 een belangrijk arrest met betrekking tot de richtlijn 2011/7/EU betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties. Het Hof besliste in essentie dat een betalingstermijn in de regel niet langer mag bedragen dan 30 kalenderdagen, ongeacht of er een verificatie moet gebeuren of niet.

Het Hof wijst erop dat het de doelstelling van de voormelde richtlijn is om strengere verplichtingen op te leggen aan overheden met betrekking tot hun transacties met ondernemingen. De inkomsten van die overheden worden immers gekenmerkt door een grotere zekerheid, voorspelbaarheid en continuïteit dan die van ondernemingen. Daardoor kunnen deze overheidsinstanties tegen gunstigere voorwaarden dan ondernemingen financiering krijgen en zijn overheden voor het bereiken van hun doelen minder afhankelijk van het onderhouden van stabiele commerciële relaties. Een langere betalingstermijn ten voordele van deze overheidsdiensten, samen met betalingsachterstanden, kunnen daarom ongerechtvaardigde kosten en mogelijke liquiditeitsproblemen met zich meebrengen voor ondernemingen, zeker in het geval van KMO’s. Dit is nadelig voor het concurrentievermogen en de winstgevendheid van die ondernemingen, aangezien zij door die betalingsachterstanden externe financiering nodig hebben.

Naast deze juridische nood zal de regering ook een politieke nood gevoeld hebben. In een recente studie over de EU eenheidsmarkt (genaamd naar de opsteller ervan, de voormalige Italiaanse eerste minister Letta) komt (opnieuw) naar voren dat de toegang voor KMO’s tot overheidsopdrachten er de voorbij 10 jaar niet op vooruit is gegaan. De markt wordt gezien als onvoldoende competitief, omdat onder andere de zware procedures en de lange betaaltermijnen in de praktijk de grootste (of meest kapitaalkrachtige) ondernemingen bevoordelen. Het gemiddeld aantal inschrijvers op een opdracht is bijna met de helft gedaald, de gemiddelde lengte van een gunningsprocedures is met ongeveer 50% gestegen.

Daarnaast zijn de betalingsregels tussen overheden en ondernemingen wanneer de wetgeving overheidsopdrachten niet van toepassing is op heden wel conform de regels van de richtlijn 2011/7/EU. Hiervoor werd de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties in het verleden reeds aangepast. Bijgevolg bestaat er vandaag een ongelijke situatie inzake de betaling van prestaties wanneer de wetgeving overheidsopdrachten wel of niet van toepassing is.

Zowel juridisch als politiek (België is momenteel voor 6 maanden, van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2024, voorzitter van de Raad van de EU) heeft de regering dus motieven om op te treden. De op til zijnde aanpassing wordt door haar gekaderd als bevorderlijk voor de toegang van KMO’s tot overheidsopdrachten. 

Hoe zullen de nieuwe regels eruitzien en wat betekent dit voor mij?

Onder een aangepast KB zouden verificatie en betaling door de aanbesteder in regel gebeuren binnen één termijn van 30 kalenderdagen, ook wel de ‘behandelingstermijn’ genoemd.

Wanneer aan onderstaande voorwaarden voldaan is kan de voormelde behandelingstermijn van 30 kalenderdagen verlengd worden :

  • de opdrachtdocumenten moeten dit uitdrukkelijk voorzien;
  • de verlenging moet objectief gerechtvaardigd zijn op grond van de bijzondere aard of eigenschappen van de opdracht;
  • de behandelingstermijn mag niet langer zijn dan 60 dagen;
  • de verlenging mag geen kennelijke onbillijkheid jegens de opdrachtnemer behelzen.

De (doeltreffendheid van de) wijzing is echter niet onomstreden. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), Brulocalis en de Union des Villes et Communes de Wallonie stuurden in juni 2023 een gezamenlijke brief naar de Eerste Minister om hun verrassing en ongenoegen te uiten over het voormelde arrest van het Hof van Justitie en over de mogelijke wijziging van de betalingsregels in het KB. De briefschrijvers voorzien “rampzalige gevolgen” voor de aanbesteders, in het bijzonder lokale overheden, indien de aanpassing er zou komen. Een en ander zou in de praktijk niet sneller kunnen en een wijziging zou vooral leiden tot “achterstallige rente die aan de opdrachtnemers betaald moet worden”.

Niettemin: in regel zou een aannemer binnenkort niet langer dan 30 dagen dienen te wachten op betaling, wat voor sommige bedrijven de deelname aan overheidsopdrachten aantrekkelijker of realistischer zou kunnen maken.

Wanneer treden de nieuwe regels in werking?

Ondanks voormeld protest vanwege de lokale besturen lijkt de kortere betalingstermijn er snel aan te komen: de inwerkingtreding is voorlopig voorzien op 1 januari 2025. 

Momenteel is het ontwerp nog bij de Raad van State voor advies. Van zodra het nieuwe KB wordt gepubliceerd, leest u het in de volgende bijdrage van Tender Law voor Bouwkroniek!


Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten