Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Regelgeving

Verordening 2024/3110: Nieuwe standaarden voor de bouwsector

Met de inwerkingtreding van Verordening 2024/3110 op 7 januari 2025 werd de regelgeving voor bouwproducten binnen de Europese Unie ingrijpend gemoderniseerd. De nieuw regelgeving kadert binnen de Europese Green Deal en het Europese actieplan voor circulaire economie.

building-1453291_640
Pixabay

De verordening vervangt Verordening 2011/305/EU en beoogt het handelsverkeer binnen de interne markt te harmoniseren, de administratieve lasten voor bedrijven te verlagen en de bouwsector te stimuleren richting duurzamere en innovatievere werkwijzen.

De nieuwe verordening biedt een geharmoniseerd kader voor de productie en verhandeling van bouwproducten binnen de EU, waardoor technische belemmeringen worden weggenomen en de markttoegang wordt vergemakkelijkt. Dit moet niet alleen zorgen voor een efficiëntere distributie van bouwmaterialen over de lidstaten, maar ook bijdragen aan een eerlijker speelveld voor bouwondernemingen.

Een van de meest in het oog springende wijzigingen is de invoering van nieuwe geharmoniseerde methoden voor het beoordelen van de prestaties van bouwproducten. Deze methoden richten zich niet alleen op functionele en veiligheidsaspecten, maar leggen ook een sterkere nadruk op milieueffecten en duurzaamheid. Hierdoor worden fabrikanten gestimuleerd om duurzamere materialen en productiemethoden toe te passen, wat bijdraagt aan de bredere doelstellingen van de EU inzake klimaatneutraliteit en circulaire economie.

Daarnaast introduceert de verordening digitale productpaspoorten, waarmee essentiële productinformatie digitaal beschikbaar wordt gesteld. De bedoeling is dat deze paspoorten gedetailleerde gegevens gaan bevatten over de essentiële kenmerken, milieuprestaties en technische specificaties van de bouwproducten.

Ook op het gebied van innovatieve bouwtechnieken brengt de verordening belangrijke veranderingen met zich mee. Zo worden modulaire en geprefabriceerde bouwmethoden actief gestimuleerd, aangezien deze efficiënter grondstoffen benutten en de bouwtijd verkorten. Dit draagt niet alleen bij aan een snellere realisatie van bouwprojecten, maar vermindert tevens het bouwafval met naar verwachting 10-15% tijdens de productie- en fabricagefasen.

Verder krijgt de Europese Commissie met deze verordening de bevoegdheid om onder bepaalde omstandigheden gemeenschappelijke specificaties vast te stellen, bijvoorbeeld wanneer normalisatie via de gebruikelijke weg niet haalbaar blijkt. Dit mechanisme moet zorgen voor een snellere en soepelere invoering van innovatieve producten op de markt.

Bovendien biedt de verordening nieuwe mogelijkheden binnen overheidsopdrachten, doordat overheden ecologische minimumeisen kunnen koppelen aan aanbestedingen voor bouwproducten. Dit bevordert zowel de vraag naar als het aanbod van duurzame materialen en technieken, wat op termijn leidt tot een verdere vergroening van de bouwsector.

De bepalingen omtrent de ontwikkeling van normen zijn met ingang van 7 januari 2025 in werking getreden. De overige bepalingen volgen op 8 januari 2026, met uitzondering van de sanctiebepalingen uit artikel 92, die pas 8 januari 2027 in kracht treden.

Voor bouwondernemingen betekent deze nieuwe regelgeving in de praktijk een fundamentele herziening van de manier waarop bouwproducten worden geproduceerd, gecertificeerd en verhandeld. De nieuwe regels zullen de aannemingsbedrijven, architecten, ingenieurs, consumenten en overheden helpen om slimme(re) keuzes te maken op basis van de prestaties en duurzaamheid van bouwproducten.

Prof. dr. mr. Steven Van Garsse – Senior Partner
Mr. Simon Verhoeven - Partner


Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten