Aquafin laat drones door de riolen vliegen
Het tempo waarin Vlaanderen inzicht wil opbouwen over het rioleringsstelsel, legt een enorme druk op de markt. Er zijn te weinig gespecialiseerde inspecteurs en de klassieke methodes zijn impactvol en duur. Aquafin, dat zelf eigenaar is van ongeveer 6.000 km leidingen, ging daarom op zoek naar alternatieve inspectiemethoden en innovatieve technologieën.
De Vlaamse overheid legde de voorbije jaren de lat hoog voor het beheer van het openbare rioleringsstelsel. Rioolbeheerders moeten uiterlijk tegen eind 2027 een Basisinspectieplan uitvoeren, met een beoordeling van de toestand van 50.000 km aan leidingen. De verplichting kwam er omdat de ouderdom en slijtage van de ondergrondse infrastructuur tot nu toe vaak slechts bij benadering gekend waren.
Niet-gevalideerde metingen
“Door de strakke deadlines kunnen inspectiebedrijven de vraag amper volgen”, zegt Gert Jacobs, manager rioolmanagement bij Aquafin. “Het ruimen van een riool of van een grote collector volgens de gevalideerde methode brengt hoge kosten en risico’s met zich mee. Als je het niet oordeelkundig doet, spuit je in oude stelsels onder hoge druk soms zand weg waardoor er verzakkingen ontstaan. We zijn daarom gaan aankloppen bij VLARIO, het kenniscentrum voor hemel- en afvalwaterbeheer, het OCW en Belac, dat instaat voor de accreditatie van inspectiemethoden, om een manier te vinden voor een snellere screening. Toen het licht op groen ging, hebben we samen met het Overlegcomité Water vervolgens een nieuwe normering voor innovatieve technieken uitgewerkt: een accreditatie, met de nodige kwaliteitseisen, maar zonder ruiming.
“Het moet ons in staat stellen om binnen de timing een goed beeld te krijgen van de toestand van de niet-kritische delen van ons oude rioolstelsel. Topkritische leidingen, onder gebouwen, spoorwegen of snelwegen zullen altijd volgens de klassieke, gevalideerde methode geïnspecteerd worden met voorafgaandelijke ruiming. We zijn dus op zoek gegaan naar bedrijven die ons met innovatieve technieken een algemeen beeld kunnen geven van de situatie in een bepaalde riool en die kunnen aangeven of bijkomend onderzoek nodig is. Deze onderzoeken worden uitgevoerd zonder voorafgaandelijke ruiming. Noem het een soort vooronderzoek, dat ons in staat stelt om de beschikbare middelen efficiënter in te zetten.”
Rijden, varen, vliegen
“Momenteel hebben we twee innovatieve firma’s onder contract: Norcon en GreanConsult. Ze beschikken over een breed gamma aan varende en rijdende toestellen, die ze afhankelijk van de omstandigheden waarin geïnspecteerd moet worden inzetten. We denken hierbij aan moeilijk bereikbare locaties, collectoren in bossen of weilanden, riolen met een groot gravitair debiet of collectoren met een hoge vervuilingsgraad. In de grote collectoren gebruiken we zelfs vliegende drones. Tot voor kort klonk dat nog als sciencefiction, maar het is vandaag realiteit in Vlaamse riolen. De technologie heeft tijd nodig gehad om te rijpen, want er zijn letterlijk een paar van die dure toestellen kopje onder gegaan. Dat was leergeld dat zich nu ruimschoots terugbetaalt. Intussen zijn de drones veel stabieler geworden. In riolen met een vrije hoogte van 60 à 70 centimeter kan er veilig gevlogen worden zonder last te hebben van opspattend water.”
“Voor leidingen met een laag risico laten we via de inspectieput een putcamera zakken en zoomen we in op de horizontale buizen. Dat geeft geen volledig beeld, maar het volstaat om te zien of er obstakels zijn. Er lopen intussen ook proeven met amfibievoertuigen, die zowel kunnen rijden als drijven, en toestellen die zich voortbewegen via een Archimedes-schroef. Eén ideaal toestel dat alles kan hebben we nog niet gevonden, omdat de omstandigheden waarin het moet opereren sterk kan verschillen. Je hebt massa nodig om tractie te krijgen in het slib, maar als het te zwaar is, zinkt het. Het is zoeken naar de juiste balans tussen gewicht en drijfvermogen.”
“We hebben daarnaast zelf een draagbare 360-graden camera laten ontwikkelen die onze ploegen op het terrein gewoon in hun rugzak kunnen steken, hiermee kunnen we nu eenvoudig de toestand van de inspectieputten zelf in beeld brengen. Achteraf kan je dan inzoomen op de inspectiebeelden die gemaakt werden.”
Slim omgaan met data
De inspecties leveren een gigantische hoeveelheid beeldmateriaal op, dat allemaal moet worden geanalyseerd en gecodeerd. De innovatie stopt dan ook niet bij de hardware die onder de grond wordt gebruikt. “Het tekort aan mensen speelt echter ook bij de verwerking van de verzamelde gegevens”, zegt Gert Jacobs. “Dat vertraagt de hele keten. Zonder correcte interpretatie en consistente codering van de beelden kun je immers geen risico’s inschatten en geen prioriteiten stellen. Daarom onderzoeken we of we voor de verwerking van de data kunstmatige intelligentie kunnen inschakelen. We testen software die automatisch schadebeelden herkent en codeert volgens de Europese norm NBN EN 13508-2.”