Hoe garanderen dat een betegeld zwembad waterdicht is?
Een zwembad moet een waterdichte kuip vormen. Het volstaat daarvoor niet dat de betegeling of de betonnen kuip waterdicht is. Tussen de kuip en de betegeling moet er ook een waterdichte laag aangebracht worden.
Gemetselde wanden zijn niet waterdicht, zelfs niet als ze bestaan uit holle elementen die gevuld worden met beton. Ook een dikkere betonnen kuip (bv. 30 cm) is geen garantie voor waterdichtheid. Hoewel beton als materiaal betrekkelijk waterdicht is, moet er namelijk rekening gehouden worden met scheurvorming als gevolg van verhinderde betonbewegingen en met de aanwezigheid van voegen in de constructie. Voor de betegeling zelf kan een perfecte waterdichtheid evenmin gegarandeerd worden (ook niet bij harsgebonden voegen). Via fijne scheurtjes tussen de tegels en de voegen of in de voegen zelf kan er immers steeds een zekere hoeveelheid vocht achter de betegeling terechtkomen.
Hoe de waterdichte laag tot stand brengen?
Om de waterdichtheidsklasse 3 te bereiken die volgens de norm NBN EN 1992-3 (Eurocode 2) voor zwembaden vereist is, zal het steeds noodzakelijk zijn om tussen de kuip en de betegeling een bijkomende waterdichte laag aan te brengen (zie afbeelding en TV 247). Dit kan bijvoorbeeld met een waterdichte bepleistering of waterdichtingsmortel. Gelet op de waterdruk volstaan de ontkoppelingsmatten die vaak gebruikt worden in betegelde douchewanden niet om voor zwembaden een toereikende waterdichtheid te bekomen. Langs de buitenzijde van de kuip moeten er soms ook maatregelen getroffen worden om waterindringing in de kuip te vermijden.
Voordat de waterdichting aangebracht wordt, moeten de eventuele scheuren in de ondergrond gedicht worden. Dit kan met (injectie)harsen. Het is ook aangeraden om tegelijkertijd alle doorvoeringen in de kuip te maken, zodat deze waterdicht afgewerkt kunnen worden. Hierbij moet er achter de ingewerkte elementen (skimmers, jets, verlichtingsarmaturen …) voldoende ruimte gelaten worden om de waterdichting en de tegels te kunnen plaatsen. Als de doorvoeringen toch pas na het aanbrengen van de waterdichting gemaakt worden, dan moet de waterdichtheid van deze details opnieuw bestudeerd worden. Ter hoogte van de aansluitingen (bv. tussen de wanden en de vloer of aan de hoeken) kan het nodig zijn om in een bijkomende versteviging (wapening) te voorzien. Hierbij moeten de richtlijnen van de fabrikant van de waterdichting strikt opgevolgd worden.
Voor de waterdichting opteert men het best voor cementgebonden waterdichtingsmortels die meerlaags op de kuip aangebracht worden. Deze zorgen niet alleen voor een goede waterdichting, maar vormen tevens een bescherming tegen de migratie van chloor, waardoor de kans op corrosie van de wapening in de betonkuip beperkt wordt.
Een goede productkeuze
Voor het plaatsen van de tegels wordt er doorgaans gebruikgemaakt van cementgebonden lijmen (vaak een C2 TE (S1)-lijm), omdat deze in vochtige omstandigheden hun mechanische sterkte niet verliezen. Niet alle mortellijmen van dit type zijn echter geschikt voor toepassing in zwembaden, waar de lijm zich permanent in vochtige omstandigheden bevindt. In de technische fiche en de prestatieverklaring (Declaration of Performance of DOP) van de mortellijm moet dan ook specifiek vermeld worden dat de lijm geschikt is voor deze toepassing.
De tegels moeten goed in de mortellijm aangedrukt worden om een zo groot mogelijk contactoppervlak te realiseren. Dit zal gemakkelijker gaan bij kleinere tegelformaten. Afhankelijk van de karakteristieken van de mortellijm kunnen evenwel ook tegels van groter formaat gebruikt worden. Ook in dit geval is het zeer belangrijk om de richtlijnen van de lijmfabrikant te volgen.
Voor het opvoegen van de tegels werd in het Buildwise-artikel 2016/03.09 al gewezen op het belang van het calciumcarbonaatevenwicht van het zwembadwater om problemen met cementgebonden voegen te vermijden. Als alternatief kan het daarom interessant zijn om te opteren voor voegen op basis van epoxy, die vaak ook duurzamer zijn.
De verschillende producten voor waterdichting, lijm en voegmortel moeten onderling compatibel zijn. Daarom verdient het de voorkeur om te kiezen voor producten van eenzelfde fabrikant, die de verenigbaarheid ervan kan waarborgen.
Ten slotte is het ook zeer belangrijk dat er na het plaatsen en opvoegen van de betegeling voldoende tijd gelaten wordt voor het drogen en uitharden van alle materialen (minstens zeven dagen, in functie van de richtlijnen van de fabrikanten). Pas daarna mag het zwembad gevuld worden met water.
het artikel ‘Hoe de waterdichtheid van betegelde zwembaden garanderen?’ van ing. Johan Van den Bossche, senior hoofdadviseur bij de afdeling ‘Technisch advies en consultancy’, in het Buildwise Magazine van november-december 2022. Enkel het originele artikel, te vinden op www.buildwise.be, geldt als referentie.