Loskomen van soepele vloerbekledingen
Blaasvorming, loskomen ... Vocht in de dekvloer is een vaak terugkerende bron van schade aan soepele vloerbekledingen. Uit de prenormatieve studie Adersol is namelijk gebleken dat de lijm onvoldoende hecht wanneer de dekvloer vochtig is. De omvang van dit verschijnsel is afhankelijk van de lijm, maar ook van de droogtijd. Wanneer de vloerbekleding te snel in gebruik genomen wordt, dan zal het risico dat ze loskomt door mechanische belastingen nog vergroten.
De impact van vocht in de dekvloer op de verharding van de lijm werd al besproken in het Buildwise-artikel 2021/06.07. Daarin werd vooral ingegaan op de verminderde hechting van de vloerbekledingen. Het voorliggende artikel behandelt de invloed van vocht in de dekvloer in combinatie met mechanische belastingen, die ook bestudeerd werd in de prenormatieve studie Adersol.
Afschuifproeven
Er werden afschuifproeven uitgevoerd om de mechanische belastingen na te bootsen die zich ter plaatse kunnen voordoen (belopen van de vloerbekleding, verplaatsen van meubilair met wieltjes ...). Deze proeven waren gebaseerd op de proeven uit de norm ISO 22632, maar werden uitgevoerd op dekvloeren in plaats van op vezelcementplaten of triplex, om de invloed van vocht op deze ondergronden na te gaan.
Er werden verschillende soepele vloerbekledingen (linoleum, rubber en pvc) verlijmd op dekvloertegels die vooraf tot welbepaalde waarden bevochtigd waren. De proeven werden vervolgens uitgevoerd onder laboratoriumomstandigheden (omgevingstemperatuur van 23 °C en relatieve vochtigheid van 50 %) (zie afbeelding).
Uit deze proeven is gebleken dat de afschuifsterkte daalt naarmate het vochtgehalte van de dekvloer toeneemt. De resultaten zijn echter zeer uiteenlopend. Bovendien werd er bij heel wat geteste vloerbekledingen voortijdige breuk vastgesteld, te wijten aan het voorbereiden van de proefstukken, meer bepaald aan het versnijden ervan.
De aanwezigheid van vocht in de dekvloer heeft dus een duidelijke invloed op de hechting, maar deze kon niet precies gekwantificeerd worden. Er zijn nog aanpassingen nodig aan het proefprotocol. Daarom werden er ook rechtstreekse trekproeven uitgevoerd.
Rechtstreekse trekproeven
Deze proeven zijn genormaliseerd voor harde vloerbedekkingen (tegels, parket ...), maar niet voor soepele vloerbekledingen. Ze hebben echter het duidelijke voordeel dat ze ter plaatse uitgevoerd kunnen worden en dat de beschadigde zone beperkt blijft, hoewel het om destructieve proeven gaat.
Er werden twee categorieën lijmen getest:
- specifieke lijmen, waaronder één voor linoleum en één voor rubber
- zogenoemde universele lijmen (voor soepele vloerbekledingen).
De specifieke lijmen hebben dezelfde samenstelling als de universele lijmen, maar zijn speciaal ontworpen om bestand te zijn tegen de schuifspanningen waaraan de vloerbekleding onderworpen zal worden. Vergeleken met andere soepele vloerbekledingen is vooral linoleum hier heel gevoelig voor, omdat zijn hechting aan de ondergrond voornamelijk tot stand gebracht wordt door de rugzijde uit jute. De lijmen voor linoleum worden dus gekenmerkt door een betere impregnatie van de rugzijde in het lijmbed, wat hun afschuifsterkte ten goede komt.
Voor de proeven werden enkele vloerbekledingen volgens de voorschriften van de fabrikanten verlijmd op dekvloertegels die vooraf tot welbepaalde waarden bevochtigd waren. De proeven werden uitgevoerd onder laboratoriumomstandigheden (omgevingstemperatuur van 23 °C en relatieve vochtigheid van 50 %) volgens verschillende in de technische fiches van de fabrikant vermelde droogtijden:
- 1 dag: tijd die nodig is om de lijm te mogen belasten
- 3 dagen: wanneer de lijm zijn maximale sterkte bereikt heeft
- na 7 dagen.
Uit de resultaten blijkt dat:
- de hechting van alle geteste systemen daalt naarmate het vochtgehalte van de dekvloer toeneemt
- de zogenoemde specifieke lijmen aanzienlijk hogere hechtingswaarden vertonen dan de universele lijmen op een droge dekvloer. Hun prestaties nemen echter sterk af wanneer de dekvloer vóór het verlijmen al vochtig is
- de hechting van alle geteste systemen blijft evolueren in de tijd, zelfs wanneer ze op een droge dekvloer aangebracht werden. Op een vochtige ondergrond en bij kortere droogtijden (minder dan zeven dagen) zijn de hechtingswaarden van de specifieke lijmen bijzonder laag.
Besluit
de lijmen reageren verschillend op de aanwezigheid van vocht in de ondergrond. Zo lijken bepaalde specifieke lijmen op een volledig droge ondergrond performanter dan de universele lijmen. Ze zijn echter wel gevoeliger voor vocht. In alle gevallen blijkt een wachttijd van minstens zeven dagen noodzakelijk te zijn. Bij een kortere wachttijd blijft de hechting zwak en verhogen de eventuele mechanische belastingen het risico dat de bekleding loskomt. Om het risico op schade bij een vochtige dekvloer te beperken, is het dus van belang om de lokalen niet te snel in gebruik te nemen.
het artikel ‘Hechting van vloerbekledingen: vocht en mechanische belastingen’ van ir. Evelyne Nguyen, adjunct-laboratoriumhoofd ‘Bouwmaterialen’, en dr. Emmanuel Cailleux, hoofd van het laboratorium ‘Bouwchemie’, in het Buildwise Magazine van november-december 2022. Het werd opgesteld in het kader van de Normen-Antenne ‘Afwerkingen’, gesubsidieerd door de FOD Economie. Enkel het originele artikel, te vinden op www.buildwise.be, geldt als referentie.