Grid-interactieve gebouwen: sleutel tot een flexibel en duurzaam energiesysteem
De Europese energietransitie is in een stroomversnelling geraakt. Hernieuwbare energie, elektrificatie en CO₂-reductie staan bovenaan de agenda, maar zetten ook het elektriciteitsnet onder druk. Vooral in België groeit de bezorgdheid over netcongestie en stijgende energieprijzen. Tegelijk liggen er kansen voor bedrijven en overheden om hun energieverbruik slimmer en goedkoper te organiseren. Grid-interactieve gebouwen – slimme, verbonden gebouwen die actief communiceren met het elektriciteitsnet – worden daarbij steeds vaker genoemd als een cruciale schakel. Hans Smid, Vice President Digital Energy België & Nederland bij Schneider Electric, legt uit waarom deze gebouwen het verschil kunnen maken en hoe organisaties ermee aan de slag kunnen.

Traditioneel waren gebouwen passieve consumenten van energie: ze namen stroom af van het net zonder rekening te houden met prijsschommelingen of netbelasting. De elektrificatie van mobiliteit en verwarming maakt dat oude model onhoudbaar. “We zitten midden in een paradigmaverschuiving”, stelt Hans Smid. “Gebouwen worden ‘prosumenten’: ze verbruiken én produceren energie. Door slim te sturen op basis van realtime-data kunnen ze een actieve rol spelen in het energielandschap.”
Grid-interactieve gebouwen communiceren continu met het net. Het energieverbruik wordt automatisch aangepast aan de actuele omstandigheden via slimme sturing, data-analyse en vaak ook lokale energieproductie (bijvoorbeeld zonnepanelen) en opslag (zoals batterijen). Volgens Smid levert dat een veel betere afstemming van vraag en aanbod op. “Zo kan je zorgen dat je energie-intensieve apparatuur verdeelt over de dag, zoals 's nachts warmtepompen laten draaien, terwijl het overdag, bij piekbelasting, juist zijn verbruik reduceert. Dat bespaart kosten en helpt de pieken op het overbelaste netwerk af te vlakken. Een echte win-win”, aldus Smid.
Drie pijlers van grid-interactiviteit
Smid onderscheidt drie kenmerken die samen de basis vormen van een grid-interactief gebouw:
• Energie-efficiëntie: door digitale optimalisatie het verbruik verminderen zonder comfortverlies.
• Autonomie: zelf energie opwekken en gebruiken, bijvoorbeeld via zonne-energie en batterijen.
• Flexibiliteit: slim inspelen op netbelasting en energieprijzen door vraag te verschuiven of tijdelijk terug te leveren.
“Dankzij deze eigenschappen wordt een gebouw niet langer een passieve verbruiker, maar een actieve speler die waarde creëert op het energienet”, vat Smid samen.
Belgische context: toenemende druk op het net
België elektrificeert in hoog tempo. De opmars van elektrische voertuigen, warmtepompen en hernieuwbare energie is positief voor het klimaat, maar zet de bestaande infrastructuur onder druk. “Als we niets doen, wordt netcongestie een structureel probleem dat onze bedrijfszekerheid en onze klimaatdoelstellingen in gevaar brengt”, waarschuwt Smid.
In Nederland is het probleem al acuter. Er staan in Nederland naar schatting 9.000 bedrijven op de wachtlijst voor een stroomaansluiting. Wat de groei van de economie belemmert door netcongestie op het elektriciteitsnetwerk. Maar ook in België voelen bedrijven en netbeheerders de druk. Smid ziet echter ook kansen: “Door bestaande gebouwen slimmer te maken en ze actief te laten interageren met het net, kunnen we de piekvraag verlagen, het net stabiliseren en onze afhankelijkheid van fossiele energie verminderen – zonder te moeten wachten op complexe en dure netinvesteringen.”
Bedrijven die hier vroeg op inzetten, profiteren niet alleen van lagere energiekosten, maar ook van een kleinere CO₂-voetafdruk en meer bedrijfscontinuïteit. “Wie slim investeert, haalt zowel ecologisch als economisch voordeel”, benadrukt hij.
Europese regelgeving als katalysator
De Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) en andere Europese richtlijnen verplichten lidstaten om gebouwen energie-efficiënter te maken en slimme automatisering en energiemanagementsystemen in te voeren. “Die regels versnellen niet alleen de vraag naar slimme oplossingen”, zegt Smid, “ze creëren ook nieuwe economische kansen, bijvoorbeeld via subsidies of energiemarkten waarin gebouwen als ‘energieactoren’ kunnen meespelen.”
Hij ziet een duidelijke wisselwerking tussen technologie en beleid. “Regelgeving stimuleert innovatie, en innovatieve technologieën maken het vervolgens mogelijk om aan strengere normen te voldoen. Dat vliegwieleffect moeten we benutten.”
De technologie achter grid-interactiviteit
Grid-interactiviteit vereist een digitale ruggengraat die alle energieprocessen in een gebouw samenbrengt. Smid noemt enkele sleutelcomponenten:
• Building Management System (BMS): automatiseert HVAC, verlichting, bezettingsdetectie en andere gebouwfuncties.
• Energy & Power Management System (EPMS): brengt het energieverbruik en de energiestromen gedetailleerd in kaart.
• Microgrid Control System: stuurt lokale productie, opslag en verbruik slim aan.
• EV-laadbeheer: optimaliseert laadmomenten van elektrische voertuigen op basis van prijs en CO₂-intensiteit.
“Al deze systemen zijn vandaag beschikbaar én betaalbaar”, zegt Smid. “Het komt er nu op aan ze maximaal in te zetten. Via oplossingen zoals Energy-as-a-Service kunnen bedrijven bovendien met een beperkter investeringskapitaal aan de slag.”
Een beproefde aanpak
Bij Schneider Electric wordt gewerkt met een beproefde drie-stappenaanpak die organisaties helpt bij zowel nieuwbouw als renovatieprojecten:
• Strategize: breng de huidige situatie en doelstellingen in kaart.
• Digitize: installeer de juiste technologie en verzamel relevante data.
• Decarbonize: optimaliseer processen en verminder de CO₂-voetafdruk.
“Vooral bij renovaties ligt het grootste potentieel”, legt Smid uit. “Zeker als je weet dat 70 procent van de CO₂-uitstoot van een gebouw uit de operationele fase komt. Met relatief beperkte ingrepen kun je daar een groot verschil maken.”
Economische én ecologische winst
Grid-interactieve gebouwen leveren niet alleen een bijdrage aan de klimaatdoelstellingen, maar zorgen ook voor directe financiële voordelen. Door piekverbruiken te vermijden en beter gebruik te maken van goedkope momenten op de energiemarkt, kunnen organisaties hun energiekosten aanzienlijk verlagen. “Het is een manier om je energieportefeuille te optimaliseren en tegelijk bij te dragen aan de energietransitie”, aldus Smid.
Daarnaast vergroten zulke gebouwen de veerkracht en continuïteit van bedrijven. Bij stroomonderbrekingen of prijspieken kan een organisatie overschakelen op eigen opslag of productie. “Dat maakt je minder afhankelijk van externe schokken”, zegt Smid.
De toekomst: decentraal, digitaal en duurzaam
Smid is ervan overtuigd dat grid-interactieve gebouwen een van de motoren van de energietransitie zullen worden. “We evolueren naar een decentraal, digitaal en duurzaam energiemodel”, zegt hij. “Grid-interactieve gebouwen stabiliseren het net, versnellen de uitrol van hernieuwbare energie en helpen bedrijven en overheden om hun duurzaamheidsdoelstellingen te halen. De technologie bestaat, de beleidskaders zijn er en de voordelen zijn groot. Nu is het moment om te schakelen.”
Aan de slag !
Voor organisaties die willen beginnen, raadt Smid aan om klein te starten met een duidelijke strategie en vervolgens stapsgewijs te digitaliseren. “Begin met meten en inzicht krijgen in je verbruik. Installeer vervolgens de technologie die het meeste impact heeft en bouw van daaruit verder. Zo maak je je gebouw toekomstbestendig.”
Meer weten? Download dan de whitepaper over grid-interactieve gebouwen