Object Type Library (OTL): creëer best mogelijke win-win dankzij ideale communicatie
In een professionele omgeving moet er altijd aan een aantal kernvoorwaarden worden voldaan, zodat je het best mogelijke eindresultaat verkrijgt. Wil je dit, dan zal een optimale data-uitwisseling tussen de opdrachtgever(s) en de opdrachtnemer(s) wellicht helemaal bovenaan het lijstje prijken. Het is in die context dat we het steeds verder opgang makende gegeven Object Type Library (OTL) moeten zien.
We bekijken wat zo’n OTL is en hoe dit in de praktijk kan worden gebruikt. Voor het praktijkvoorbeeld kloppen we aan bij het Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) dat in 2017 als eerste binnen de Vlaamse overheid startte met het opbouwen en implementeren van een OTL. Willen we een OTL definiëren, dan kan er al een en ander uit de naamgeving worden afgeleid. Concreet gaat het om een digitale bibliotheek die toelaat om de informatiebehoefte gestructureerd uit te drukken. Je gebruikt deze gegevensstructuur voor het vastleggen en definiëren van de verschillende infrastructuurobjecten, hun eigenschappen en de onderlinge relaties. Een OTL vormt de basis voor het stroomlijnen van data tussen verschillende systemen, partijen en organisaties. Het is de standaard bij BIM-gericht werken in de infrastructuursector. BIM (Bouwwerk Informatie Management, Modelling of Model) slaat op het virtueel bouwen en het digitaal samenwerken tussen alle projectpartners binnen een bouwproject. Dankzij OTL zal alle informatie (of met andere woorden: data) eenvoudiger en duidelijker zijn omschreven voor de verschillende partners van een bouwproject, en ook een uniforme gegevensuitwisseling mogelijk maken.
Vier essentiële stappen
Bij het opmaken van een OTL zijn er vier essentiële stappen. Allereerst moet er een doel worden geformuleerd. Vervolgens wordt er gebruik gemaakt van open standaarden. De OTL zorgt zo voor een goede data-architectuur, die de informatiebehoefte beschrijft. Een doel formuleren, is de logica zelve. Het komt er op neer dat je jezelf afvraagt wat je uiteindelijk met de OTL wil gaan doen en welk proces hij moet ondersteunen. Je moet ook verwoorden welke functies de OTL kan vervullen en welke informatie-uitwisseling je kan bewerkstelligen als deelnemende organisaties en hoe de OTL de meeste waarde voor jouw organisatie en klanten heeft. Je wilt eveneens dat de uitwisseling van data zo gemakkelijk en snel mogelijk gebeurt. Het is hier dat het gebruik van open standaarden, als de OTL die een semantische open interbestuurlijke datastandaard is, essentieel wordt. In mensentaal: je zorgt ervoor dat iedereen dezelfde standaardtaal spreekt, zodat alle partijen elkaar maximaal begrijpen en de data-uitwisseling optimaal verloopt. De OTL zorgt voor de ruggengraat van een goede architectuur. Dankzij een goede architectuur (of datastructuur) vind je op een eenvoudige manier altijd terug wat eerder werd afgesproken of uitgevoerd en heb je een tool in handen die de data-uitwisseling perfectioneert. Het komt er op neer dat je de informatiebehoefte van objecten telkens opnieuw aangeeft en uitwisselt met alle bouwpartners in de volledige levenscyclus van de infrastructuurassets. Uiteindelijk komen we bij de vierde en laatste stap, die eigenlijk de essentie vormt van elke OTL: het beschrijven van de informatiebehoefte. Daar maak je voor iedereen duidelijk wat de precieze behoefte van iedere deelnemer in de levenscyclus is. Wanneer je data conform de OTL onder elkaar uitwisselt, maak je onderlinge afspraken en zorg je voor een kwaliteitsvol project zonder misverstanden. Tegelijkertijd wordt de technische documentatie aangeleverd en aan elk object gekoppeld, of worden de relaties met andere objecten beschreven.
Bronnen inleiding: AWV, Geonius en blog BIM-Connected
Bibliotheek opstellen: de aanpak van het Agentschap Wegen en Verkeer
Om te zien hoe de therie naar de praktijk wordt vertaald, klopten we aan bij een organisatie die OTL enkele jaren geleden al in de armen sloot. Bij het Agentschap Wegen en Verkeer spreken we met Natasha Blommaert, AWV Portfolio Office Manager Innovatie & Change en Informatie- en Datamanagement, en AIM-BIM programma manager. Zij legt uit hoe ze in 2017 begonnen met het opbouwen en implementeren van een OTL en hoe deze momenteel de ‘basistaal’ vormt waarmee alle informatie over objecten op en rond wegen kan worden uitgewisseld. “De informatie over objecten en installaties langs de weg was nergens eenduidig vastgelegd. Dit maakte het klassieke op grote schaal opvragen, uitwisselen of aanvullen van informatie lastig”, vertelt ze. “De informatiebehoeftes in kaart brengen, was noodzakelijk om op uniforme manier BIM-informatie uit te wisselen. Hiervoor werkten we samen met BIM-expert Jordy Brouwers van Geonius. Door informatie in een BIM volgens deze OTL-standaard op te nemen, lieten we de informatie van alle verschillende partners naadloos op elkaar aansluiten.”
Hoe begin je concreet aan het opstellen van zo’n OTL? Natasha Blommaert licht de aanpak toe aan de hand van een concreet voorbeeld voor bruggen en hoe er samen met een speciale werkgroep een bibliotheek wordt opgesteld. “We doken eerst in de traditionele standaardbestekken. Die fungeerden als een soort ‘bijbel’ en benoemen de objecten vandaag al. Gaat het over bruggen, dan spreek je natuurlijk eerst met ingenieurs die daar alles van afweten en mee de hand leggen aan deze standaardbestekken. Deze mensen omschrijven wat ze over de hele levenscyclus heen nodig hebben aan informatie, waarna we deze informatiebehoefte in de OTL beschrijven. Deze publiceren we dan in de vorm van mensleesbare webpagina’s, die per object elk attribuut en/of relatie beschrijven. Daarnaast stellen we het ook beschikbaar in een technisch artefact, wat we een SQLite databank noemen. Via dit ‘databankje’ leveren we de OTL als structuur en standaard aan iedereen aan om te downloaden en te hergebruiken in de eigen databank of software.”
Beschrijven van informatiebehoefte
Hoe moeten we een OTL in de praktijk zien? Natasha Blommaert verduidelijkt hoe het simpelweg gaat om het beschrijven van de informatiebehoefte van elk object dat wordt gebouwd en beheerd, zodat we bij het virtueel bouwen van infrastructuur weten welke data we wensen te capteren. “Bij infrastructuurwerken heb je heel wat objecten, zoals vangrails, signalisatie, trottoirbanden.. Net hetzelfde zie je bij een brug, met de fundering, de pijlers, de wapening… Dit alles wordt door studiebureaus ontworpen en door aannemers gebouwd of onderhouden. Tijdens de hele levensduur van dergelijke werken heeft iedereen een specifieke informatiebehoefte. Bij de designers gaat het dan vooral om geometrische informatie, terwijl het bij een aannemer veel praktischer is. Wat is, bijvoorbeeld, de nodige dikte van het asfalt of het type vangrail? Deze kennis capteren we met de BIM-methodologie in een BIM-model. Wil je in BIM werken, dan moet je afspraken maken over de informatiebehoefte, wat in de OTL staat beschreven.”
Informatiemodel voor elke speler
We horen hoe het er via deze aanpak vooral om draait dat elke partner in het proces alles telkens op dezelfde manier kan doen. “We werken samen via BIM en bouwen zo virtueel. We maken de traditionele plannen gewoon slimmer door er de juiste informatie aan te koppelen”, legt Natasha Blommaert uit. “We stellen een BIM-informatiemodel op en geven dat aan elke partij door, van het studiebureau over de aannemer en de onderhoudsaannemer, en zo terug naar ons als opdrachtgever die de infrastructuur beheert en onderhoudt. Door deze manier aanpak weet iedereen welke informatie hij/zij krijgt en wat er moet worden ingevuld. Het resultaat is dat je maximaal vertrouwen onder elkaar creëert en er op het terrein een win-win situatie ontstaat. Concreet vertaald naar de aannemer: waar hij vroeger de kennis en knowhow enkel in zijn hoofd had zitten en zoiets moeilijk kon overdragen, werkt ook hij nu in een centraal BIM-model. De gegevensdoorstroming gaat vlotter tussen alle partijen in een infra-project, je hoeft niet telkens opnieuw te beginnen. Het BIM-model hoeft niet noodzakelijk 3D te zijn, het kan ook in 2D zijn opgemaakt.”
AWV als katalysator
Bij deze manier van werken fungeert AWV als een katalysator die de informatie laat doorstromen. Dit betekent dat de aannemer zich voluit op zijn opdracht kan concentreren. “Omdat de aannemer de informatie al van het studiebureau krijgt, haalt hij er veel meer voordeel uit dan in het klassieke systeem. Het werk verloopt veel efficiënter”, gaat Natasha Blommaert verder. “Met behulp van het BIM-model kan hij ook naar zijn uitvoerders op de werf communiceren en is alles voor iedereen duidelijk omdat alle informatie al aan het object hangt. De calculatie kan worden uitgevoerd, je kunt de logistieke keten plannen… Het bijkomend gevolg is dat studiebureaus meer en meer verantwoordelijkheid krijgen. Op deze manier worden fouten en de daarbij horende faalkosten vermeden, en proberen we vooraf zoveel mogelijk fouten uit het ontwerp te halen. Op het einde van de rit is iedereen tevreden: hoe minder faalkosten, hoeveel kleiner de hinder voor de weggebruiker en zoveel korter de doorlooptijd. Maar er zijn nog andere aspecten aan de win-win situatie. Een aannemer zet zaken om in de realiteit en op basis van diens gegevens kunnen we later teruggrijpen naar eerder ingegeven zaken, de zogenaamde As-Built gegevens. De informatiebehoefte wordt over de hele levenscyclus heen gegeven en geactualiseerd. Zo kunnen ook onderhoudsaannemers ermee aan de slag en weten ze wat ze moeten vernieuwen of vervangen. In een later stadium kunnen we deze actueel gehouden informatie zelfs opnieuw aanbieden aan de studiebureaus of aannemers voor grotere structurele investeringswerken. Met andere woorden: de cirkel is dan rond.”
OTL in de praktijk
We vragen afrondend een specifiek voorbeeld van een project waarin de OTL als datastandaard al werd gehanteerd tijdens het BIM-gericht werken. “We begonnen met het voorschrijven van BIM in concrete infrastructuurprojecten in 2020. Momenteel gaan er bij AWV jaarlijks ongeveer 20% van de overheidsopdrachten buiten in BIM. Zo staat de teller ondertussen op ongeveer 130 projecten die vandaag worden uitgevoerd volgens het BIM-gericht werken, waarbij OTL-conforme informatie wordt uitgewisseld. Diverse andere entiteiten binnen het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken sprongen ook mee op de kar. BIM wordt vooral voorgeschreven bij projecten waarin BIM een duidelijke meerwaarde heeft, zodat het voor elke partij een win-win situatie is”, specificeert Natasha Blommaert. “Door BIM in praktijk te brengen en OTL-conforme informatie te beginnen uitwisselen, leren we in praktijk wat BIM kan betekenen in de infrastructuurbouw van vandaag en morgen. Als AWV bieden we ook voor elke starter een kader via standaarddocumenten, enkele bouwstenen en laagdrempelige tools om al doende te leren en de informatie-uitwisseling te bewerkstelligen. Uiteraard kunnen BIM-modellen enkel met behulp van verschillende softwarepakketten worden aangemaakt. Daarom ondersteunen we meerdere bestandsformaten waarmee OTL-data kunnen worden uitgewisseld. We zorgden ervoor dat onze systemen communiceren en vonden oplossingen voor de software die de aannemer gebruikt, zodat deze met de vertrouwde pakketten kan blijven verder werken. We bouwden tevens een dataportaal, DAVIE, wat zorgt voor het uitlezen van de verschillende bestandsformaten. Op die manier nemen we bepaalde drempels weg en geloven we dat onze partners de stap naar BIM kunnen zetten op een uniforme manier. De investering in BIM is éénmalig en kan voor meerdere klanten hergebruikt worden omdat we allemaal de OTL-datastandaard als uniforme ObjectTypenBibliotheek gebruiken.”