700 Vlaamse leerlingen nemen deel aan grootste schrijnwerkerswedstrijd
Morgen nemen 700 leerlingen uit 47 scholen over heel Vlaanderen deel aan de grootste schrijnwerkerswedstrijd van ons land: de Vlaamse Houtproef. Met de wedstrijd wil Embuild Vlaamse Schrijnwerkers aandacht vragen voor het teruglopende aantal richtingen houtbewerking in de Vlaamse scholen.
Het concept van de Vlaamse Houtproef is eenvoudig. De leerlingen krijgen de plannen voor het werkstuk pas de ochtend van de wedstrijd te zien. Ze hebben vervolgens één schooldag de tijd om het stuk af te werken. Het meubel is zo ontworpen dat de leerlingen verschillende houtbewerkingstechnieken moeten toepassen (zowel manueel als machinaal) en met verschillende houtsoorten moeten werken. Een vakjury van ervaren schrijnwerkers evalueert de werkstukken nadien en roept per studierichting (BuSO / BSO / TSO) een winnaar uit.
Embuild Vlaamse Schrijnwerkers wil met deze wedstrijd aandacht vragen voor het teruglopende aantal bouwopleidingen in onze middelbare scholen. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) wees midden februari in een advies nog op het feit dat het onderwijs momenteel geen antwoord biedt op de tekorten op onze arbeidsmarkt en dat het aantal bouwrichtingen stelselmatig terugloopt, terwijl de scholen steeds meer sport- en kunstrichtingen aanbieden. In verschillende regio’s is volgens de SERV zelfs een tekort aan opleidingen meubelmaker en houtbewerking. Het onderwijs komt dus niet tegemoet aan de behoeften van de Vlaamse arbeidsmarkt, die wanhopig op zoek is naar technisch geschoolde profielen. En dat terwijl het beroep van schrijnwerker al sinds jaar en dag een knelpuntberoep is in Vlaanderen.
Via de Vlaamse Houtproef wil de beroepsfederatie van Vlaamse schrijnwerkers ook een duidelijk signaal geven aan de onderwijsinstellingen dat basisvaardigheden als manuele houtbewerking en handvaardigheid niet uit het oog verloren mogen worden. Uiteraard moeten leerlingen leren werken met machines, maar bij het plaatsen van een raam of keuken bij de klant zal een schrijnwerker altijd moeten kunnen terugvallen op zijn vakbekwaamheid om kleine aanpassingen te doen. Daarvoor is die handvaardigheid onmisbaar. We stellen vast dat de leerlingen in de richtingen houtbewerking steeds minder oefenen op deze handvaardigheid door de toegenomen aandacht voor machinewerk.