Bouwsector groeit met 2 tot 3%
Alle lichten staan op groen voor particulieren die willen bouwen of renoveren. Gezinnen zullen een extra financiële buffer kunnen inbouwen dankzij de hervorming van de registratierechten en ze worden tegelijk beter beschermd. In combinatie met een nog steeds gunstige rentevoet voor hypothecair krediet oogt de toekomst rooskleurig voor de sector. Dat verklaart Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw, aan de vooravond van Batibouw.
Er is ook goed nieuws voor gezinnen die op het punt staan te bouwen of te renoveren. De hervorming van de registratierechten in Wallonië en Brussel sinds begin dit jaar en in Vlaanderen deze zomer zal gezinnen meer financiële ademruimte schenken. Die buffer kan zelfs oplopen tot 14.000 € in Brussel en 10.000 € in Vlaanderen. “Deze vrijgekomen marges kunnen gebruikt worden om energiezuinige renovatiewerkzaamheden te financieren”, suggereert Robert de Mûelenaere.
Vanaf 1 juli zal de consument ook beter beschermd zijn, want dan moet de aannemer zich laten verzekeren voor zijn tienjarige aansprakelijkheid voor risico’s verbonden aan de stabiliteit en soliditeit van het gebouw. De Confederatie Bouw wijst hier op de belangrijke rol van de consument. “De particulier kan nu zelf op zoek gaan naar de meest kwaliteitsvolle aannemer. Hij moet wel vóór de aanvang van de werkzaamheden een attest opvragen waaruit blijkt dat de aannemer verzekerd is”, adviseert de gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw.
Daarnaast wijst zijn organisatie erop dat ook de rentevoeten nog steeds historisch laag staan. De Nationale Bank voorziet slechts een beperkte en geleidelijke stijging van de hypotheekrentevoeten (van ongeveer 2% tot 2,5%) over de ganse periode 2018-2020.
Hoogconjunctuur
Uit de jongste cijfers van de algemene economische vooruitzichten van de Nationale Bank blijkt dat “België verkeert in een fase van hoogconjunctuur, met een groei die oploopt tot 1,7% in 2017 en 2018”. Dat geldt volgens de Confederatie Bouw ook voor de bouw.
De indicator van het ondernemersvertrouwen voor de bouwnijverheid en voor de hele economie ligt ruim boven het gemiddelde van de afgelopen tien jaar. Het ondernemersvertrouwen verbeterde tegenover de gemiddelde situatie in 2016, met meer optimisten en minder pessimisten, en 2018 blaakt alvast ook van vertrouwen.
Dit verbeterde vertrouwen in de bouwsector moet volgens de Confederatie Bouw worden geïnterpreteerd als een teken van groei voor de sector, al was het maar naar analogie met de situatie voor de algemene economie waar in 2017 ook het economische vertrouwen toenam. Volgens de recentste ramingen en vooruitzichten zal zich dit vertalen in een groei van het bbp met 1,7% in 2017 en 2018.
Ook de orderportefeuille van de bedrijven dikte aan. Gemiddeld zijn bedrijven vandaag zeker van 5,9 maanden activiteit, wat langer is dan de respectievelijke 5,6 en 5,5 maanden één en twee jaar geleden. Een goed gevuld orderboekje is een bijkomende indicatie van een gezonde bouwconjunctuur, vooral wanneer ook de productiecapaciteit van de bedrijven toeneemt zoals hier het geval is.
“De toename van het aannemersvertrouwen en de langere activiteitsduur door een beter gevuld orderboekje startten in 2015. De werkgelegenheid in de bouw, een andere indicator, volgde deze conjuncturele opleving op de voet”, weet de Confederatie Bouw.
De vrije val van de werkgelegenheid in de bouw, die leidde tot het verlies van bijna 20.000 banen in loondienst tussen eind 2011 en eind 2015, stopte bijgevolg in 2016. In 2017 werd zelfs een groei van de werkgelegenheid opgetekend, met 800 extra werknemers en 1.100 meer zelfstandigen tussen het vierde kwartaal van 2016 en het derde kwartaal van 2017.
Het herwonnen vertrouwen in de bouwsector begin dit jaar en de lange activiteitsduur duiden erop dat de werkgelegenheid ook in 2018 zal blijven groeien. Bovendien blijft het ondernemersvertrouwen in de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid op het gemiddelde niveau van 2017, toen de werkgelegenheid in de bouw is toegenomen.Meer werk
“Een toename van de werkgelegenheid weerspiegelt logischerwijs een toename van de productie. Als we het gemiddelde nemen van goede en slechte jaren, d.w.z. ongeacht de jaarlijkse variaties in de input/outputratio, zien we dat een toename van de werkgelegenheid gepaard gaat met een stijging van de productie met meer dan 2%”, signaleert Robert de Mûelenaere.
Hij wijst er in dit verband op dat een productiegroei met meer dan 2% in 2017, net als in 2018, overeenkomt met de conclusies van een analyse op basis van indicatoren die de ontwikkeling van de vraag weergeven (en dus de schommelingen in de input/outputratio negeren). Bovendien weerspiegelt de productiegroei ook het slinkende aantal bedrijven dat beweert te worden beperkt door een gebrek aan vraag in de drie belangrijkste deelsectoren: de woningbouw, de niet-woningbouw en de burgerlijke bouwkunde.
De toename van de bouwwerkzaamheden ligt dus in lijn met de bevindingen van de Nationale Bank, die gewaagt van een periode van hoge economische activiteit voor de economie in het algemeen en volgens de Confederatie Bouw dus ook voor de bouwnijverheid. Dat blijkt ook uit een analyse van de factoren die de vraag beïnvloeden.
Energieprestaties voor de woningbouw
De forse toename van de werkgelegenheid leidt tot een daling van de werkloosheid en een stijging van het beschikbare inkomen van de gezinnen, versterkt door diverse fiscale maatregelen van de tax shift. Bovendien staan de hypotheekrentevoeten nog steeds op een historisch laag niveau. Al deze elementen zorgen volgens de Confederatie Bouw voor een gunstig klimaat om werkzaamheden aan of in de gezinswoning te stimuleren.
“We denken hier vooral aan renovatiewerken die profiteren van een positieve structurele dynamiek. Het woningenbestand breidt zich continu uit en de kwaliteitseisen ervan, vooral op energetisch vlak, blijven toenemen. In dit verband vergemakkelijkt het nieuwe systeem van registratierechten, dat de belasting voor starters verlaagt, ook de financiering van een renovatie van het verworven onroerend goed”, luidt het.
Robert de Mûelenaere merkt op dat de hogere energieprestaties ook steeds meer werk genereren in de nieuwbouw. Reeds in het verleden zette de verstrenging van de epb-eisen een anticipatie-effect in gang bij kandidaat-bouwers waardoor de vraag en de productie in Vlaanderen telkens toenamen. De recentste statistieken lijken voor de derde keer zo’n effect te veroorzaken door de nieuwe epb-eisen die in Vlaanderen werden opgelegd voor alle aanvragen die vanaf 1 januari 2018 werden ingediend. Dit zal de nieuwbouw vermoedelijk ook dit jaar positief beïnvloeden.
“Uit cijfers voor de eerste tien maanden van 2017 blijkt dat het aantal vergunde woningen naar verwachting meer dan 49.500 zal bedragen. Dat is iets lager dan in 2016 met 51.500 nieuwe vergunde woningen, toen we konden profiteren van een boost door een tijdelijk epb-effect. Het volume van de woningbouwwerken (renovatie en nieuwbouw samen) zal daarom dit jaar net zoals in 2017 met 2 tot 3% toenemen”, voorspelt de gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw.
Niet-woningbouw
Het klimaat voelt ook gunstig aan voor niet-residentiële werken, om twee grote redenen: omdat de algemene economische groei investeringen genereert en omdat de regering afgelopen zomer besliste dit jaar 400 miljoen € uit te trekken voor de renovatie van openbare gebouwen voor justitie. Deze beslissing kan de renovatie van dit type gebouwen alleen maar versterken. Bovendien wijst de Confederatie Bouw ook hier, net zoals bij woongebouwen, op de tweeledige dynamiek waarbij het bestand zich uitbreidt en de kwaliteitsnormen verscherpen. Die hebben niet alleen betrekking op de energieprestaties, maar ook op de veiligheid ten gevolge van de aanslagen van de voorbije jaren in Frankrijk en België.
Het aandrijfeffect van de groei van bedrijfsinvesteringen op de bouw van niet-woongebouwen blijkt niet langer evident; de correlatie tussen het economische klimaat en de vraag naar dergelijke nieuwe gebouwen is de jongste jaren immers verzwakt. Vergeleken met de totale bedrijfsinvesteringen was de vraag in 2016 zwak, wat erop wijst dat dit segment oplevingspotentieel bood. Dit potentieel is inmiddels gerealiseerd, zoals blijkt uit de toegestane bouwvergunningen voor deze gebouwen. Op basis van de cijfers voor de eerste tien maanden van 2017 gaat de Confederatie Bouw ervan uit dat het totale volume van nieuwe niet-woongebouwen waarvoor een vergunning is verleend ongeveer 47 miljoen m³ bedraagt, wat zou neerkomen op een stijging met ongeveer 25% tegenover 2016.
De Confederatie Bouw twijfelt er dan ook niet aan dat de volumestijging van niet-residentiële werken (renovatie en nieuwbouw) in 2016 zich doorzet. Uitgaande van een trager herstel van de vraag naar nieuwe niet-residentiële gebouwen voorspelt ze een stijging met ongeveer 1% in 2017 en 2% in 2018.
Diverse parameters komen ook ten goede aan de burgerlijke bouwkunde. Dit is meer bepaald het geval bij de gemeenteraadsverkiezingen eind 2018, die traditioneel tijdens de voorafgaande maanden en zelfs het jaar vooraf zorgen voor een instroom van werk. Dat geldt ook voor twee vlaggenschipprojecten, de werkzaamheden aan de Oosterweelverbinding en de Sluis van Terneuzen, die vorig jaar langzaam zijn gestart en dit jaar naar verwachting sterk zullen worden geïntensifieerd. Door die omstandigheden zal het werkvolume in de burgerlijke bouwkunde (renovatie en nieuwbouw samen) dit jaar met ongeveer 10% toenemen, wat beter is dan in 2017 (ongeveer 7%).
“De periode van hoge economische activiteit, zoals vastgesteld door de Nationale Bank, geldt dus ook voor de bouwnijverheid en leidt tot een aanhoudende groei van het werkvolume. De vooruitzichten voor de bouw eind 2017, waarvan de trends worden bevestigd door diverse statistieken die sindsdien zijn gepubliceerd, gaan uit van een stijging met meer dan 2% in 2017 en meer dan 3% in 2018. De recentste statistieken over bouwvergunningen, die gunstiger zijn dan verwacht, doen ons intussen hopen op een grotere toename van het in 2018 uit te voeren werkvolume”, besluit Robert de Mûelenaere.