Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Vakbeurzen en evenementen

Geraamde groei bouw met 3,7% steunde algemene economische groei in 2016

Batibouw 2017 Aantal gedetacheerde buitenlandse werknemers blijft maar groeien Ook al zijn de cijfers voor 2016 nog slechts gedeeltelijk beschikbaar, het is al duidelijk dat de bouw de algemene economische groei dat jaar heeft gestimuleerd. Desondanks moeten de omstandigheden bekeken worden waarin de bouw deze sterke prestatie heeft neergezet en moeten de onderliggende factoren worden geanalyseerd. Bovendien stelt zich de vraag in welke mate de resultaten van 2016 zich in 2017 kunnen herhalen.

geraamde groei hoofdfoto 2

Het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) deelt mee dat de Belgische economie in 2016 met 1,23% groeide. In hun jongste publicatie voorspellen de deskundigen van Belgian Prime News een vergelijkbare groei voor 2017. De Nationale Bank poneert dat die groei investeringen stimuleert (+ 5% in 2016 en + 3,5% in 2017) en voldoende banen schept om de werkloosheidsgraad te doen krimpen (van 8,6% in 2015 tot 8,0% in 2017).

De INR-cijfers, die voor de bouw nog maar drie kwartalen omvatten, tonen aan dat de sector een groei heeft doorgemaakt die op ongeveer 3,7% kan worden geraamd voor het ganse jaar. Op die manier heeft de bouwsector de algemene economische groei sterk gestimuleerd: uit de berekeningen blijkt dat hij door zijn grote aandrijfeffect de Belgische economie met ongeveer 0,4% deed groeien.

De groeiverwachting op kwartaalbasis wijst ook niet dadelijk op een ommekeer. De bouw mag zelfs veeleer op een nieuwe groei met ongeveer 2% hopen, wat overeenkomt met de raming uit een analyse per segment.

Epb-effect stimuleert nieuwbouwwoningen

Net als twee jaar voordien was de verstrenging van de epb-eisen (energieprestatie en binnenklimaat) in Vlaanderen bepalend voor de ontwikkeling van nieuwbouwwoningen. Erg veel opdrachtgevers dienden immers hun bouwaanvragen in tijdens de laatste maanden van 2015 om zo te ontsnappen aan de nieuwe eisen voor dossiers ingediend vanaf 1 januari 2016.

Heel veel woningen werden dan ook vergund tijdens de vijf daaropvolgende maanden. Zodra deze dossiers verwerkt waren, weerspiegelde de statistiek in zekere zin de terugslag van de versnelling van de vorige maanden. Volgens de jongste cijfers was dat echter van korte duur. De gemiddelde cijfers voor augustus en september bereikten al vlug het peil dat de statistiek vertoonde vóór de tijdelijke stijging begin dat jaar. In die omstandigheden is duidelijk dat het aantal in Vlaanderen vergunde woningen in 2016 toenam met zowat 25%, op voorwaarde dat de cijfers van de laatste maanden van het jaar stabiel zijn gebleven.

De ontwikkelingen in Vlaanderen hebben de nationale statistiek sterk beïnvloed (52.000 vergunde nieuwe woningen, een groei met 12,5%). De maandcijfers voor Wallonië en Brussel daalden daarentegen met respectievelijk ongeveer meer dan 15 en 30% voor het ganse jaar (als we hier eveneens uitgaan van een stabilisering tijdens het laatste kwartaal).

De activiteit van de woningbouw in België (alle gewesten samen) kon in 2016 met pakweg 5 tot 6% groeien dankzij de stijging van het aantal vergunde woningen dat jaar. Zonder deze stijging zou de activiteit in dit segment vermoedelijk sterk afgenomen zijn, gelet op de daling van het aantal vergunde woningen in 2015.

Talrijke factoren zullen de ontwikkeling van nieuwbouwwoningen in 2017 beïnvloeden, vooral inzake het aantal vergunde woningen. Het wegvallen van het epb-effect, dat de vraag in 2016 fors heeft gestimuleerd, zal de vraag naar beneden neerzien. Maar o.m. de dalende werkloosheid, het gestegen beschikbare inkomen van gezinnen, de kostenbeheersing in bouwbedrijven en de lage hypotheekrente (Vandaag is veeleer sprake van een stijging van de tarieven. Door de bodemtarieven in het tweede semester van 2016 blijft het echter mogelijk een hypothecair krediet te vinden op twintig jaar met een vaste rentevoet van ongeveer 2% en recente publicaties van de NBB en ING vermelden geen rentetarief hoger dan 2,5% vóór eind 2019) zouden een eerder sterk positief effect moeten hebben. Zo kan per saldo gehoopt worden dat de terugval van het aantal in 2017 vergunde woningen beperkt zal blijven (tot ongeveer 5%). Wat de activiteit betreft en rekening houdend met de afvlakkende effecten die te maken hebben met de wachttermijnen voor de bouwstart enerzijds en met de bouwtermijnen anderzijds zou de woningbouw dit jaar nog groeien met ongeveer een procent.

Scholenbouw bepalend voor 2016, andere niet-woongebouwen voor 2017

Dankzij de stijging van het volume in 2015 vergunde niet-woongebouwen (+ 6%) en het grote volume vergund tijdens het eerste halfjaar van 2016 (+ 1% met één jaar verschil) kon de productie in dit segment weer evenveel toenemen als in 2016. Wanneer we tevens rekening houden met een intensivering van de werkzaamheden voor de voltooiing van het project ‘Scholen van morgen’ stegen de activiteiten in dit segment met ongeveer 6 tot 7% in 2016.

Dit jaar zal het project Scholen van morgen veel minder werk opleveren dan in 2016. Gezien de toename van de bedrijfsinvesteringen in 2016-2017 zouden de werkzaamheden voor andere soorten niet-woongebouwen (gebouwen voor landbouw, industrie, handel en kantoren) echter moeten toenemen, op zijn minst in een tendensscenario (Daar de statistiek van het volume vergunde nieuwe niet-woongebouwen sinds enkele jaren heel frequente en heel sterke schommelingen vertoont (van ongeveer 20% of meer van semester tot semester) die de algemene economische toestand met veel tragere en veel minder uitgesproken ontwikkelingen helemaal niet weergeeft, kan ze (opwaarts of neerwaarts) afwijken van de aangenomen trendmatige ontwikkeling.). Globaal kan de sector van de niet-woningbouw zo nog hopen op een groei met ongeveer 4% in 2017.

Renovatie: vraag na de aanslagen

De renovatie werd zoals gewoonlijk gestuwd door een eigen dynamiek: enerzijds worden de woningen steeds ouder en talrijker en anderzijds moeten ze aan steeds strengere energie-eisen voldoen.

Renovatie is vooral gericht op betere energieprestaties van woningen, kantoorgebouwen, enz. Maar de vraag in 2016 mikte wellicht ook op een betere beveiliging van diverse niet-woongebouwen na de aanslagen in Parijs eind 2015 en in Brussel in maart 2016.

Rekening houdend met een vraag na de aanslagen (die indicatief overeenkomt met het bedrag van 161 miljoen € vermeld door het VBO in zijn analyse van de economische impact van de aanslagen voor de kosten om de infrastructuur te herstellen; deze kosten dekken zeker op het eerste gezicht niet alleen maar bouwwerken, maar dekken omgekeerd ook niet de kosten van beveiligingswerken uitgevoerd buiten de infrastructuur die hersteld moest worden)  blijkt dat de renovatie met ongeveer 3% toenam in 2016. Omdat deze specifieke vraag verdwenen is, zou de renovatie in 2017 terugvallen en slechts groeien met ongeveer 1% (voor alle werkzaamheden samen). Daarna zal ze geleidelijk weer aanknopen met het groeitempo dat meer strookt met haar trendmatige ontwikkeling (van ongeveer 2% tot 2,5% per jaar).

Burgerlijke bouwkunde herstelt zich

Uit de eerste ramingen blijkt dat de burgerlijke bouwkunde enigszins stagneerde in 2016, net als de overheidsinvesteringen (na aftrek van die m.b.t. het project Scholen van morgen). De prestaties van de burgerlijke bouwkunde zijn nog altijd sterk afhankelijk van dit project.

Een grondigere analyse maakt duidelijk dat de burgerlijke bouwkunde minder goed presteerde door een daling van de activiteit bij de werkzaamheden aan de A12, die zich toen in de voltooiingsfase bevonden, en door minder investeringen in het spoor. De analyse toont echter ook dat deze negatieve ontwikkelingen werden gecompenseerd door een eerste herstel van de investeringen door de lokale besturen, als we de vooruitzichten van het Federaal Planbureau mogen geloven.

Dezelfde analyse besluit dat de burgerlijke bouwkunde in 2017 waarschijnlijk met ongeveer 3% zal groeien. Ze zal opnieuw moeten afrekenen met een daling van de investeringen in het spoor, maar zal tegelijk kunnen profiteren van veel meer investeringen door de lokale besturen in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. Het orderboekje, dat begin dit jaar beter gevuld is dan een jaar voordien, blijkt trouwens ook te wijzen op groei voor de burgerlijke bouwkunde.

Werkgelegenheid stabiliseerde in 2016

Uit de INR-cijfers blijkt dat het contingent loontrekkenden in de bouw, na een gestadige daling tussen het vierde kwartaal van 2011 en het derde kwartaal van 2015 - wat overeenstemt met ongeveer 20.000 banen -, zich uiteindelijk gestabiliseerd heeft op het peil van eind 2015.

De bouw had wel een groei met ongeveer 3,7% per jaar nodig om dit resultaat te bereiken. Dit betekent dat de intensiteit van tewerkstelling van de Belgische bouwactiviteiten bleef dalen met ongeveer 4% per jaar, bijna twee keer sneller dan de voorbije twee decennia.

Tegelijk is het aantal bouwopdrachten van naar België gedetacheerde buitenlandse werknemers nog met zowat 20% gestegen. Het werkgelegenheidsvolume vertegenwoordigd door deze gedetacheerde werknemers steeg aldus met ongeveer 8.000 voltijds equivalenten van 41.500 in 2015 naar 49.500 in 2016 volgens een raming gebaseerd op opdrachten met een gemiddelde duur van 23 dagen.

 

In die omstandigheden moet gevreesd worden voor een nieuwe terugval van de loontrekkende werkgelegenheid in 2017 als de sector er niet in slaagt opnieuw met ongeveer 4% te groeien.

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten