Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Vastgoed en Immo

Moeten we massaal investeren in schuilkelders?

Presidenten die zich als een autocraat gedragen, oorlogen waar geen regels meer lijken te gelden, de invasie van mysterieuze drones: staat de wereld in brand en moeten we ons zorgen maken? Het is een vraag die menig burger zich vandaag stelt. Volgens minister Theo Francken moeten we zelfs stilaan denken aan het ombouwen van parkeergarages tot schuilkelders. Een stelling die op weinig sympathie van prof. Tom Molkens van de faculteit industriële ingenieurswetenschappen van de KU Leuven kon rekenen. We wilden graag weten hoe het dan wel moet en nodigden hem uit voor een gesprek.

AdobeStock_534903233
Studio DANN en Adobe Stock

Bouwkroniek: Zijn er in België eigenlijk schuilkelders aanwezig?

Tom Molkens: “In de periode van de koude oorlog zijn er redelijk wat atoomschuilkelders gebouwd. De meeste zijn nooit onderhouden geweest en zijn dus compleet verouderd of in verval. Velen zijn zelfs ‘vergeten’ – getuige daarvan de schuilkelders die vorige zomer tijdens werken aan de Vrijdagmarkt in Antwerpen werden ontdekt. Structureel zou deze infrastructuur nog voldoende goed moeten zijn om aan een haalbaar budget te renoveren. De vraag is echter of dit geld goed besteed zou zijn, want de kans op een nucleaire aanval in België lijkt me eerder nihil. Misschien dat we ooit wel met aanvallen door drones of raketten te maken krijgen. In deze gevallen bieden deze schuilkelders echter geen soelaas omdat ze gebouwd zijn om mensen tegen nucleaire straling te beschermen, niet tegen de impact van een projectiel. ”

Bouwkroniek: U was niet mals voor de stelling van Theo Francken dat we parkeergarages tot schuilkelders moeten ombouwen?

Tom Molkens: “Geen enkele parkeergarage in België is gebouwd om de impact van projectielen op te vangen. Bommen die ontploffen, genereren een enorme schokgolf van kinetische energie die doorheen het volledige gebouw gaat. Betonnen structuren kunnen dit niet opvangen, tenzij ze er specifiek voor zijn ontworpen. Dit betekent meestal: een erg dikke energie-absorberende laag, zoals grond. De bestaande parkeergarages aanpassen, is dus een utopie. Theoretisch zou het misschien wel voor nieuwe infrastructuur mogelijk zijn, maar dat zou gigantisch veel geld kosten – niet alleen omwille van de enorme hoeveelheid beton die benodigd is, maar ook omdat de garage erg diep onder de grond zou moeten worden gebouwd. Logischerwijze zou dit problemen met grondwater en – zeker in stedelijke context – met stabiliteit opleveren. Daarenboven zouden de gebruikers niet zo tevreden zijn, want weinig chauffeurs rijden graag meerdere niveaus naar beneden om hun wagen te parkeren. En dan nog is het maar ten zeerste de vraag of deze schuilkelders voldoende weerstand zouden bieden tegen de inslag van de huidige generatie projectielen. Ter illustratie: zelfs bunkers waarin radioactief materiaal wordt opgeslagen en/of voor militaire doeleinden zijn bestemd, kunnen vandaag maximaal de impact van een Boeing 707 opvangen – dat is de hoogste beveiligingsgraad voor burgerlijke doeleinden. Helaas zijn er intussen raketten die bij inslag veel desastreuzere gevolgen hebben dan wanneer zo’n groot vliegtuig zou neerstorten. Bovendien moeten deze bunkers geen rekening houden met de aan- en afvoer van lucht, wat een ander groot issue is bij het ombouwen van parkeergarages tot schuilkelders.”

Bouwkroniek: Wat bedoelt u precies?

Tom Molkens: “Bij de bouw van parkeergarages gelden strikte brandveiligheidsregels. Alles is erop gericht om bij dergelijke calamiteiten de warme rookgassen zo snel mogelijk buiten te krijgen. Kortom: de lucht wordt afgevoerd, terwijl in schuilkelders de gecontroleerde aanvoer van verse lucht essentieel is. Er is dus een conflict op het vlak van ventilatie dat niet zo eenvoudig op te lossen is, zeker niet in bestaande garages.”

Bouwkroniek: Zijn er dan geen mogelijkheden om schuilkelders te bouwen?

Tom Molkens: “Het komt erop aan om bij een ontploffing de vrijgekomen energie te absorberen. De meest kostenefficiënte manier om dit te doen, is door middel van grondophoping. Met andere woorden: de schuilkelder onder een dikke laag aarde te bouwen. De reden? In een medium staat de hoeveelheid te absorberen kinetische energie in rechtstreekse relatie met de massadichtheid. Voor lucht is dit slechts 1,25 kg/m³, in water is dat al 1.000 kg/m³ en in aarde spreken we over 1.600 kg/m³. In ons land is het echter moeilijk om dergelijke schuiloorden te bouwen, althans op de locaties waar ze het meeste nut hebben: de dichtbevolkte steden. Want er zijn weinig tot geen ruimtes waar dergelijke werken zonder gevaar op instorting van de bovengrondse bebouwing kunnen worden uitgevoerd. Een andere oplossing is schuilkelders in rotsen of bergen te voorzien. Dat zou eventueel op enkele plaatsen in Wallonië kunnen, maar ook deze oplossing vereist een enorm budget. Terwijl in bepaalde steden de oplossing eigenlijk al bestaat: de metro.”

Bouwkroniek: Waarom vormen metrostations een goed alternatief voor schuilkelders?

Tom Molkens: “Het zijn niet zozeer de stations, maar wel de tunnels die interessante opportuniteiten bieden. Eerst en vooral bevinden de meeste lijnen zich ondergronds, waardoor ze dus al van de energieabsorptie door aardelagen kunnen profiteren. Ze hebben ook meerdere in- en uitgangen, wat interessant is in geval een bepaalde toegang door puin is geblokkeerd. Verder is er voldoende infrastructuur om de luchttoevoer te garanderen. De tunnels zorgen bovendien voor een extra bescherming tegen de schokgolven omdat de vrijgekomen energie tegen de wanden zal botsen en daardoor nog meer in intensiteit zal afnemen. Natuurlijk spreken we hier wel over een oplossing in geval van kortstondige aanvallen: de metrostations zijn er totaal niet op voorzien om bij een nucleaire aanval honderden mensen gedurende meerdere weken te laten overleven. Niettemin zou het geen slecht idee zijn om er sanitaire voorzieningen te installeren. De overheid kan bijvoorbeeld wel instructies geven dat iedereen thuis een overlevingspakket heeft en dat meeneemt in geval van een aanval. Maar het voedsel wordt verteerd en moet dus ergens kunnen worden afgevoerd… zelfs als mensen maar enkele uren dienen te schuilen. Daarnaast zouden de in- en uitgangen moeten worden voorzien van afsluitsystemen die aan de drukgolven kunnen weerstaan. De investering voor dit alles zou echter maar een fractie bedragen van wat nodig is om nieuwe schuilkelders te bouwen. Alleen worden bepaalde steden dan bevoordeeld, aangezien er niet overal metro’s zijn.”

Bouwkroniek: Is het geen oplossing om de kelders van gebouwen te gebruiken?

Tom Molkens: “Dat is inderdaad wel een mogelijkheid omdat de massa van het gebouw als een buffer voor de vrijgekomen kinetische energie kan dienen. Over het algemeen zijn de kelders ook voorzien van een systeem dat verse lucht aanvoert en eventueel tijdelijk – bijvoorbeeld met (natte) doeken – kan worden afgesloten. In kelders die groot genoeg zijn, kan je wel enkele uren zonder verse luchtaanvoer overleven: de mens heeft ongeveer 12 m³/uur lucht nodig als hij in rust is. Het kritieke punt is echter de toegankelijkheid: als het gebouw erboven instort, wordt het moeilijk/onmogelijk om deze vluchthavens na de aanval op eigen kracht te verlaten. Bovendien zijn de dakplaten van deze kelders – zeker in appartementen – er niet op voorzien om de last en impact van een instortend gebouw op te vangen. In een gebouw met vier à vijf etages zou een versterking met een factor tien nodig zijn – van 5 naar 50 kN/m2. Technisch gezien zijn er wel mogelijkheden om deze euvels te verhelpen. Maar ook daar hangt een stevig prijskaartje aan vast, wat in deze tijden enigszins contradictorisch is met de vraag om bouwen betaalbaar te houden. Niettemin is het een haalbaarder oplossing dan parkeergarages naar schuilkelders om te bouwen. Ook de ondergrondse parkings in gebouwen zijn niet aan de orde, want door de grote overspanning is de kans bijna onbestaand dat het plafond weerstand aan het instortende pand erboven kan bieden. Tenzij er meerdere lagen zijn… dan kan bijvoorbeeld de -3 wél als schuilkelder dienen. Alleen manifesteert zich daar weer het probleem dat de mensen deze plaats na de aanval wellicht niet op eigen kracht zullen kunnen verlaten.”

Bouwkroniek: Blijkbaar zijn er bedrijven actief in het bouwen van schuilkelders/kamers in private woningen?

Tom Molkens: “Dat is inderdaad het geval, maar het gaat eerder over ‘panic rooms’ dan echte schuilkelders. Ook beschikken meerdere – vooral oudere – villa’s over speciale ruimtes die toelaten om in geval van een nucleaire aanval enkele weken te overleven. Maar ook hier weer is de conclusie: dergelijke schuilkelders zijn meestal niet op de inslag van zware projectielen voorzien, tenzij ze zich minstens vier à vijf meter onder de grond bevinden.”

Bouwkroniek: Is er dan eigenlijk wel een oplossing die technisch en financieel gezien op korte termijn haalbaar is?

Tom Molkens: “Ik vrees dat mijn antwoord negatief is. Maar ik vraag me af of schuilkelders een prioriteit zijn. Volgens mij brengt de klimaatverandering veel urgentere problemen met zich mee. In die zin dat gebouwen ook door ‘waterbommen’ (hevige regenbuien zoals enkele jaren geleden in Pepinstar – nvdr) kunnen instorten. De meeste daken zijn immers niet op de impact van dergelijke weerfenomenen voorzien. Europa is zich daarvan bewust en zal in de nieuwe Eurocodes voor de bouw – die in 2027 van kracht gaan – extra regels opleggen die trouwens ook wel helpen in de problematiek van schuilkelders. Concreet zal de Eurocode 1-1-7 een informatieve bijlage E bevatten die de acties van puin van een bovenliggend gebouw als ontwerpcriteria opneemt. Deze is nog niet verplicht, tenzij de landen de richtlijnen expliciet in hun regelgeving opnemen. Bedoeling is meer weerstand te creëren tegen oorzaken die we nog niet kennen. Concreet zou Europa willen dat voortschrijdende instorting maximaal wordt vermeden, bijvoorbeeld wanneer een kolom verdwijnt door een bomaanslag, de impact van een laagvliegende drone, een felle brand, bepaalde weersomstandigheden.”

Bouwkroniek: Welke gevolgen zal dit op de constructie van gebouwen hebben?

Tom Molkens: “In het ontwerp zal meer aandacht aan robuustheid moeten worden besteed. Dat zal zich vertalen in aangepaste concepten, met als consequentie dat er maximaal tot ongeveer 10% meer wapening zal bijkomen, en een aangepaste detaillering die evenwel niet noodzakelijk complexer zal zijn. De veranderingen zullen echter niet wereldschokkend zijn: door conceptueel goed na te denken en de juiste oplossingen op cruciale plaatsen te voorzien, zal het perfect mogelijk zijn om aan de nieuwe Eurocodes te voldoen. Denk maar aan de toepassing van wapeningsklasse B en C, waardoor de wapening meer vervormbaar wordt en dus beter de energie van een projectielinslag of ‘waterbom’ kan opnemen. Ook meer vervormbare verbindingen bieden soelaas of het inbouwen van alternatieve draagwegen. Tenslotte pleit ik voor de introductie van robuustheidslabels zodat de burgers weten dat ze in geval van calamiteit niet in bepaalde gebouwen moeten schuilen. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan industriële panden uit de twintigste eeuw die vaak gietijzeren kolommen bevatten. Deze zijn niet vervormbaar, waardoor de kans op voortschrijdende instorting bij calamiteiten of inslagen er heel reëel is.”

Bouwkroniek: Laat ons nog even terugkeren naar de schuilkelders: zijn ze nodig of niet?

Tom Molkens: “Volgens mij zitten we in een tijdperk van bangmakerij waarin we ons niet mogen verliezen. Overheden moeten goed overwogen keuzes maken en de juiste investeringen doen. Eerst en vooral lijkt diplomatie me veel efficiënter dan preventief schuilkelders te bouwen. Daarnaast is efficiënte communicatie essentieel: zorg dat mensen weten waar ze in geval van een calamiteit naartoe kunnen. Een openbaar register met veilige schuilplaatsen – ook in private woningen – én een regelgeving die burgers verplicht deze ruimtes in geval van nood publiekelijk open te stellen, is al een heel grote stap in de juiste richting. Sensibilisering van de burgers over wat te doen bij onverwachte calamiteiten is eveneens geen overbodige luxe. Bij een raketinslag is er gewoonweg geen tijd om naar de metro te lopen. In dergelijke gevallen reageer je best zoals bij een aardbeving: uit de buurt van muren en vensters blijven, onder tafels schuilen, eventueel naar je kelder rennen… En als de oorlogsdreiging dan toch zo reëel is, dan lijkt het me beter om in luchtafweersystemen te investeren dan in schuilkelders. Alleen zal ook dat heel veel centen kosten, geld dat van ergens moet komen. Als de overheid bezuinigt op gezondheidszorg zal dat ook mensenlevens kosten – meer dan de hoeveelheid slachtoffers die zal vallen bij de inslag van projectielen in een oorlog waarvan helemaal niet zeker is of die er effectief ooit komt…”


Metro’s vormen de beste schuilplaats in geval van aanvallen met projectielen. Veel aanpassingen zijn niet vereist.

Europa voorziet in de nieuwe Eurocodes voor de bouw extra regels die ook wel helpen in de problematiek van schuilkelders.

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten