Verzekeren in tijden van duurzame en circulaire bouw? Niet altijd evident!
Terwijl in de hedendaagse bouwwereld duurzaamheid en circulariteit dé codewoorden zijn, worstelen producenten met het verkrijgen van de nodige goedkeuringen en… verzekeringen. Gelukkig is er nog Group Casier dat als een echte ‘risk professional’ tegen de stroom invaart. Deze verzekeringsmakelaar omarmt immers volop de transitie naar een circulaire en sociale economie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de organisatie nogal wat bouwprofessionals in zijn klantenportefeuille heeft.
In het verzekeringswezen is Group Casier al jarenlang een vreemde eend in de bijt. “Sinds ons ontstaan meer dan honderd jaar geleden, profileren we ons anders dan de gewone verzekeringsmakelaars”, vertelt Pieter-Paul Casier (die eind vorig jaar de CEO-fakkel van zijn vader Paul-Emmanuel overnam). “We hebben altijd veel meer gedaan dan enkel het verkopen van verzekeringen. Ondernemers kunnen bij ons terecht voor risicoanalyses en oplossingen op maat. Hierbij kijken we altijd naar manieren om bepaalde risico’s te vermijden of te reduceren. Vervolgens gaan we na hoe we de restrisico’s optimaal kunnen verzekeren. In bepaalde gevallen raden we de klant zelfs aan om zelf een bepaald ‘spaarpotje’ aan te leggen. Kortom, we gidsen iedereen doorheen het labyrint van mogelijkheden om tot het meest kostenefficiënte resultaat voor hun specifiek bedrijf of activiteit te komen. Daarom telt ons team niet uitsluitend verzekeringsspecialisten, maar eveneens zes preventie-adviseurs en zeven juristen.”
Innovaties: moeilijk te verzekeren
Het laatste decennium ging Group Casier nog een stapje verder door resoluut de focus te leggen op de verzekerbaarheid van innoverende activiteiten die de transitie naar een duurzame samenleving en economie mogelijk maken. “Hierbij hanteren we de ‘echte’ definitie van duurzaamheid,” vertelt Pieter-Paul Casier. “Dat betekent dat we ook de sociale dimensie niet uit het oog verliezen. Het gevolg is dat onze scoop loopt van nieuwe energieën en bouwmaterialen, over recycling en eco-design, tot de aanbieders van deelvoertuigen en maatwerkbedrijven. De reden dat we ons op dit soort organisaties richten, heeft alles te maken met het feit dat producenten en leveranciers van duurzame oplossingen nog te vaak door de verzekeringsmarkt stiefmoederlijk worden behandeld. Het is algemeen gekend dat ook de maatschappijen hun risico’s maximaal willen inperken. Vandaar dat maar weinigen geneigd zijn om polissen voor bijvoorbeeld duurzame en/of circulaire bouwmaterialen te verlenen, gewoonweg omdat er geen ‘trackrecord’ van toepassingen bestaat. De producent zal veel bewijzen op tafel moeten leggen over de oorsprong, sterktes, veiligheid, potentiële risico’s op termijn, het toegepaste recyclageproces, garanties naar klanten… Bovendien zullen de polissen meestal duurder zijn dan bij traditionele materialen.”
Transparantie helpt
Group Casier pakt deze problematiek op door de klanten te helpen hun dossiers op zo’n manier samen te stellen dat de interesse van de verzekeringsmaatschappij op een positieve manier wordt gewekt. “Hierbij is het belangrijk om de casus zo transparant mogelijk te brengen,” aldus Pieter-Paul Casier. “Leg uit hoe er wordt geproduceerd, stel op een duidelijke manier de potentiële risico’s voor, wees eerlijk over de verschillen met vergelijkbare traditionele oplossingen… Daarnaast gaan we proactief risicoanalyses uitvoeren en een plan van aanpak voorstellen om de risico’s te beperken. Natuurlijk zoeken we ook de juiste verzekeringsmaatschappij én de juiste expert binnen of buiten deze organisatie. Precies dat laatste is erg belangrijk, want niet iedereen is in staat om dergelijke dossiers op een correcte manier te interpreteren en te beoordelen. We moeten wel toegeven dat we voor echt circulaire verhalen vaak internationaal moeten gaan zoeken. De kans dat er in andere landen soortgelijke dossiers bestaan – en zijn goedgekeurd – is groter dan in de Benelux. Met andere woorden: er komt voor ons heel wat research bij te kijken.”
En wat met de aannemers?
Natuurlijk is de bouwsector ruimer dan enkel de fabrikanten van duurzame en/of circulaire bouwmaterialen. Ook voor onder meer de aannemers staat Groep Casier met advies en oplossingen klaar. “Helaas blijft de bouw een van de koplopers in de statistieken van arbeidsongevallen”, aldus Paul-Emmanuel Casier. “Met onze expertise kunnen we aannemers helpen om hun risico’s op dit vlak te verlagen zodat het werkverlet daalt en de polissen betaalbaar blijven. Qua toepassing van duurzame en/of circulaire producten merken we in deze klantengroep niet meteen een verschil in het krijgen van een polis. Uiteindelijk is het de leverancier die de nodige garanties moet bieden. Wel heeft de toegenomen complexiteit van de technische uitrustingen binnen gebouwen een impact op de verzekeringen. Daar tegenover staat dat de trend naar automatisering ervoor zorgt dat de kostenpost van polissen afneemt. Binnen een fabriek zijn de risico’s – ook op het vlak van werkongevallen - immers beter beheersbaar. Toch heeft de medaille een keerzijde: het transporteren en monteren van prefab huizen of onderdelen brengt immers nieuwe risico’s met zich mee die de verzekeringsmaatschappijen moeten dekken. Verder wil ik aannemers de raad geven hun werfleiders goed te informeren over de polissen en wie ze moeten contacteren in geval van calamiteiten of problemen. Daarnaast is het uitermate belangrijk om je makelaar meteen op de hoogte te brengen van nieuwe of gewijzigde activiteiten of werkprocessen.”
Denk tijdig aan uw verzekeringen!
Paul-Emmanuel Casier wijst er nog op dat u beter niet voor de goedkoopste bouwmaterialen kiest. “Wij raden altijd oplossingen met een brandreactieklasse type A1 of A2 aan. Die kosten weliswaar meer, maar dit wordt gedeeltelijk gecompenseerd door gunstiger premievoorwaarden en de grotere capaciteit bij de verzekeraars. Bouwheren moeten er dan weer rekening mee houden dat de brandpolis van duurzame en/of circulaire gebouwen meestal duurder zal uitvallen, gewoonweg omdat de waarde van deze panden hoger is. In geval van houtskeletbouw mogen ze eveneens op een hogere polis rekenen. Want hoewel de bouwers terecht beweren dat dergelijke structuren minder brandbaar zijn, beschouwen de verzekeringsmaatschappijen het risico toch nog steeds hoger dan wanneer traditionele bouwtechnieken worden toegepast. Vergeet bovendien niet dat energieopslag en -verdelingssystemen specifieke brandrisico’s met zich kunnen meebrengen. En zo zijn er nog wel wat zaken… Vandaar dat we de raad geven om al in de conceptfase met de makelaar te gaan samenzitten. Sommige aanpassingen aan het ontwerp kunnen naderhand voor goedkopere polissen zorgen. Denk maar aan het plaatsen van een extra brandmuur of het voorzien van kleine ruimtes tussen gebouwen. Natuurlijk spreken we dan wel over de grotere panden. Enkel daarvoor zullen verzekeringsmaatschappijen mogelijks de inspanning doen om een expert langs te sturen. Eigenlijk zou een dergelijke proactieve aanpak veel vaker moeten gebeuren. Eenmaal het gebouw er staat, is het immers veel moeilijker om aanpassingen door te voeren. Helaas denken de meeste bouwheren er dan pas aan om hun makelaar te contacteren…”