Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Visie

Young construction personality 2024 Eline Van de Walle: “jonge tieners leren inzien welke voldoening je haalt uit werken met je hersenen én je handen”

Net voor ze op de Belgian Construction Awards werd uitgeroepen tot Young Construction Personality 2024 was Eline van de Walle (26) door Embuild ook al tot ‘Jonge Vlaamse Aannemer’ gekroond. “Het was allemaal een beetje overdonderend”, zegt ze. “Ik zie deze positieve vibe vooral als een kans om onze sector te promoten bij jongeren in het algemeen en meisjes in het bijzonder. In de bouw liggen zoveel mogelijkheden voor mensen die op zoek zijn naar een gevarieerde en uitdagende job.”

BelgianConstructionAwards2024_preview-36

Eline runt samen met haar vader en moeder het familiebedrijf Schrijnwerk van de Walle in Oostakker. “Ik ben onder meer verantwoordelijk voor de planning, de opmetingen en het opmaken van de offertes. Maar eigenlijk kan ik ook met alle machines uit ons atelier werken”, zegt ze. “Na vier jaar kan ik met zekerheid zeggen: ik werk graag in de bouw. Misschien dat dit enthousiasme meer opvalt omdat ik een meisje ben in een, laat ons eerlijk zijn, sector die heel lang exclusief voorbestemd leek voor mannen. Maar intussen is al voldoende bewezen dat vrouwen de stiel nieuwe energie kunnen geven. We bekijken de dingen vaak op een andere manier. Het is onmogelijk om algemene uitspraken te doen maar mannen zullen door de band gesproken eerder geneigd zijn om iets vanuit technische criteria te benaderen, terwijl wij wellicht eerst meer oog hebben voor de esthetiek. Ik denk dat het alleen maar gezond en waardevol is om elkaar op die manier aan te vullen. De oplossing die je voor de klant uitwerkt kan daar alleen maar wel bij varen.”

“Maar niet alleen op vlak van onze stiel is een vrouwelijke inbreng een meerwaarde. Ik geloof dat vrouwen die leidinggeven ook anders omgaan met medewerkers. Om zomaar te zeggen dat we empathischer zijn, dat is te kort door de bocht. Misschien staan we sneller open voor oplossingen die nog nooit verkend zijn. Ook dat kan handig zijn op een moment dat het voor bedrijven moeilijk is om talent te vinden en te houden.”

Jullie hebben dus weinig last van de krappe arbeidsmarkt?

“We hebben een stabiel en trouw team van zeven mensen en ik ben daar zeer fier op. Al komt dat niet zomaar uit de lucht gevallen. De tijd dat mensen aan de deur kwamen bellen om zich aan te bieden is lang voorbij. Net zoals het nog maar zelden voorvalt dat we mensen, zonder dat ze bijkomende opleiding nodig hebben, aan het werk kunnen zetten. Het komt erop aan om een beetje inventief te zijn. We hopen om iemand in dienst te kunnen nemen die momenteel via duaal leren zijn opleiding bij ons afwerkt. Het voordeel is dat hij meteen de stiel kan leren aan de hand van ons machinepark. Dat heb ik trouwens zelf ook gedaan.”

Was het voor jou meteen duidelijk dat je de stiel ging leren?

“Ik heb een ASO-richting gevolgd in het middelbaar. Ik overwoog om nadien binnenhuisarchitectuur of bedrijfsmanagement te doen. De vierde generatie schrijnwerkers in het familiebedrijf worden, was toen niet meteen mijn ambitie. Het was mijn mama die er op het einde van mijn middelbaar over begon. Of ik niet geïnteresseerd zou zijn om, net als mijn vader trouwens, ‘houttechnologie’ te studeren? Ik ben wat voorzichtig naar de opendeurdag getrokken om daar vast te stellen dat de vakken mij wel interesseerden. En dat bleek een terecht gevoel want de driejarige opleiding zat mij uiteindelijk als gegoten. Tot ik na een maand mijn afstudeerstage bij Cras Houthandel moest afbreken omdat de coronapandemie de pret verziekte. Ook mijn papa moest de deuren van het bedrijf een paar maanden sluiten. En aangezien mijn ouders toch al in mijn bubbel zaten, ben ik hier aan de slag gegaan. Plaats genoeg en tijd gespaard. Hoewel dat mijn ouders wel liever hadden gezien dat ik eerst ergens anders ervaring had kunnen opdoen. Nadien heb ik nog een postgraduaat salesmanagement gevolgd.”

Maar ook jij bent uiteindelijk een late roeping. Heb je er een verklaring voor waarom dat zo weinig jonge mensen meteen na de lagere school nog een stiel leren?

“Ouders gaan ervan uit dat hun kinderen alle kansen moeten krijgen om het beter te doen dan zijzelf. En dat associëren ze dan automatisch met ASO. Een technische richting is blijkbaar nog altijd minderwaardig. Dat is gewoon omdat er onvoldoende kennis is over hoe het er in die richtingen aan toe gaat. Pas als blijkt dat ASO niet lukt, dient een technische richting zich aan als een plan B. Er is nog heel veel werk nodig om ook de leerkrachten in de lagere scholen ervan te overtuigen hoe waardevol het is om jonge tieners te leren inzien welke voldoening je kan halen uit werken met je hersenen én je handen. Maar ook welke inzet en kennis nodig is om daarin uit te blinken.”

Kijk je ernaar uit om het bedrijf ooit over te nemen?

“Ja, al wil dat natuurlijk zeggen dat ik eerst ook de kennis en de taken van mijn papa moet kunnen overnemen. En daar zijn we nog niet, maar ik ben er gaandeweg wel mee bezig. We werken bijvoorbeeld heel veel samen met Monumentenzorg voor de restauratie van historische panden. Het vergt vaak heel specifieke kennis om bestekken te kunnen interpreteren, overleg te voeren met de experten en dan uiteindelijk het buitenschrijnwerk uit te voeren. Maatwerk, met zin voor de kleinste details is cruciaal. Elk project en elke ingreep vereist daarom veel overleg, grondig onderzoek en veel tekenwerk. Op dat vlak werk ik heel nauw samen met mijn papa. Het is de beste manier om te leren. Het leuke is dat het telkens over projecten gaat waar passie mee gemoeid is. Waar ik mijn hart en ziel in kan leggen. De voldoening die je krijgt als je achteraf kan zeggen: daar heb ik aan meegewerkt is enorm.”

Wat vind je in de bedrijfsvoering het belangrijkste?

“Het contact met klanten. Ik vind het heel belangrijk dat ze ons vlot kunnen bereiken. Dat is de basis voor een vertrouwensvolle samenwerking die leidt tot mooie, succesvolle projecten. En dat betekent voor mij dat op het einde van de rit de klant tevreden is met de kwaliteit van ons werk en dat wij schrijnwerk afgeleverd hebben waar we trots op kunnen zijn.”

Hoe zie jij de toekomst voor jullie bedrijf?

“In tegenstelling tot veel familiebedrijven heeft mijn papa altijd sterk ingezet op automatisatie. Vandaag zijn al onze machines CNC-gestuurd. Ik denk dat we dat moeten blijven doen. Het helpt om de schaarste aan mensen op te vangen die het ambacht nog in de vingers hebben. Het zwaartepunt wordt verlegd naar mensen die vlot met digitale kennis overweg kunnen. Blijven automatiseren betekent dus ook: blijven investeren in degelijke opleidingen voor onze mensen. We hebben onlangs geïnvesteerd in een automatisch magazijn, waardoor we op elke moment een goed overzicht kunnen behouden van onze voorraden. Op termijn moet het de bedoeling zijn dat we nooit meer tijd verliezen omdat we op materiaal moeten wachten.”

“Dat klinkt evident maar investeren in automatisatie is voor kleine bedrijven niet altijd evident. Vandaar dat veel ambachtelijke bedrijven de voorbije decennia zijn verdwenen. We merken dat omdat we geregeld aanvragen krijgen voor werven die verder uit onze natuurlijke actieradius verwijderd zijn. We kiezen er echter voor om binnen Oost-Vlaanderen te blijven werken. Het omgekeerde zou betekenen dat we tijd zouden verliezen in de opvolging van projecten na de oplevering. Houtwerk heeft tijd nodig om zich te zetten en dat brengt nazorg met zich mee. Dat is minder evident als je om iets af te regelen eerst een uur in de file moet staan.”

Wat is het laatste project waar je trots op bent?

Op de Coupure rechts in Gent hebben we net in samenwerking met Monumentenzorg een klooster opgeknapt. Met prachtige deuren en veertig ramen, volledig nagemaakt met traditionele profilering en restover. De beglazing opgekit met monumentsilicone. Ik vind het geweldig om ernaar te kijken.”


2
Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten