De TM Jan De Nul-Envisan-DEC is de aannemer. Sweco is het ontwerpbureau van het technische ontwerp. ABO is de erkend bodemsaneringsdeskundige die het bodemsaneringsproject (BSP) heeft opgesteld in opdracht het Havenbedrijf. De werken zullen ongeveer twee jaar duren en meer dan 20 miljoen € kosten. Dat maakt dit één van de duurste saneringen ooit in Vlaanderen.
Klimaatverandering
De plannen voor Fort Sint-Filips zijn een onderdeel van het Sigmaplan, dat Vlaanderen beschermt tegen overstromingen uit de Schelde en daarbij ruimte creëert voor nieuwe riviernatuur. Op deze site moet daarvoor eerst de historische vervuiling – die ontstond door het jarenlang dumpen van olieafval – veilig ingesloten worden. Het havengebied rond het fort wordt beschermd tegen overstromingen vanuit de Schelde door de aanleg van een dijk en een waterkeringsmuur, die geschikt zijn om de verwachte gevolgen van de klimaatverandering het hoofd te bieden.
Baggerspecie
In de Schelde wordt een lage, stenen dam of kribbe aangelegd. Daarrond zal unieke getijdennatuur zich ongestoord kunnen ontwikkelen. Die zogenaamde kribbe komt loodrecht op de stroomrichting te staan en remt plaatselijk de stroming van het water af. Daardoor zal er waardevolle getijdennatuur ontstaan: slikken en schorren, die door de kribbe minder de kans lopen om weggespoeld te worden. Voor de aanleg van de kribbe wordt baggerspecie hergebruikt die eerder op de site gestort werd. Er moet dus geen nieuwe grond aangevoerd worden. Het project ontvangt Europese steun via het Smartsediment-initiatief. Dat steunt de estuaria aan de Noordzee bij grootschalige onderhoudswerken om een duurzaam estuarium te creërenDe werken zullen ongeveer twee jaar duren.
Oliestort
Van de jaren vijftig tot zeventig van vorige eeuw werd op het terrein van Fort Sint-Filips meer dan 50 miljoen liter olie geloosd en verbrand. Die verontreiniging weggraven of ter plaatse behandelen is technisch niet haalbaar. Daarom laat het Havenbedrijf Antwerpen de vervuilde grond en de ruïne van het oude fort volledig inkapselen in een ondergrondse muur van bentoniet-cement. Bentoniet is een soort klei die bestaat uit zeer kleine deeltjes en daardoor gebruikt kan worden om een volledig waterdichte wand te maken. Die wand zal hier aansluiten op de Boomse kleilaag, ongeveer 30 m diep, zodat de verontreiniging volledig geïsoleerd wordt van de omgeving. Bovenop de vervuilde grond komt een ondoorlatende deklaag, afgewerkt met zuivere aarde.
De 16de- en 19de-eeuwse bouwwerken zullen daardoor niet meer toegankelijk zijn, maar de contouren van zowel het 16de- als het 19de-eeuwse fort worden bovengronds gereconstrueerd. Dat doen ze via met gras beklede dijkjes die het traject van de oude forten volgen. Ook de plaats waar de drie koepels van het 19de-eeuwse fort zich bevonden worden gereconstrueerd met grond, en zullen 3 m boven het jaagpad uitsteken. Zo kunnen bezoekers van de site een beeld krijgen van de vroegere omvang van de forten.
Waterkering
Rond de site legt De Vlaamse Waterweg nv een nieuwe waterkering aan volgens de meest recente richtlijnen van het Sigmaplan. Volgens berekeningen van experts moeten de nieuwe dijken in dit deel van de Schelde 3 m hoger zijn dan voordien om ook in de toekomst voldoende bescherming te bieden. De nieuwe dijk komt zo 4 m boven het maaiveld te liggen. De werken in Fort Sint-Filips zijn maar één onderdeel van de grootschalige dijkwerken die De Vlaamse Waterweg nv in verschillende zones van de haven langs de Scheldelaan uitvoert.
Aan Fort Sint-Filips zal de waterkering voor een deel de vorm aannemen van een klassieke dijk, maar waar de site aansluit op de Scheldelaan is daar niet voldoende ruimte voor. Daar zal over een lengte van 400 m een waterkeringsmuur komen, waardoor er extra ruimte vrij blijft voor de leidingenstrook van naburige bedrijven.