Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Duurzaamheid

Economische belangen Belgische havens fors gestegen

De in de Belgische havens geproduceerde toegevoegde waarde is vorig jaar met dan 7% gestegen, vooral door een sterke toename in de niet-maritieme cluster. Die stijging was, met uitzondering van het havengebied van Luik, in alle havens merkbaar. Dat blijkt uit cijfers van de Nationale Bank. Om te beantwoorden aan de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid in de Belgische havens, publiceert de Nationale Bank sinds 2006 een jaarlijkse flashraming.

haven antwerpen
©Denis Avetisyan - stock.adobe.com

De maritieme cluster omvat alle havengebondenbedrijfstakken die van essentieel belang zijn voor de havens (beheer en onderhoud, scheepvaart, overslag, bevrachting, goederenopslag, baggerwerken, visserij, maritieme diensten, enz.). De segmenten uit de zogeheten niet-maritieme cluster hebben geen onmiddellijke economische band met de havenactiviteiten, maar zijn er nauw en wederzijds van afhankelijk. Het gaat om de segmenten industrie, groothandel, transport en logistieke dienstverlening.

De cijfers van 2017 zijn ramingen aan de hand van statistische technieken, in afwachting van de definitieve cijfers die binnen een aantal maanden verschijnen.

De toegevoegde waarde steeg met meer dan 10% in de metaalverwerkende nijverheid in de haven van Gent en voor de branche ‘Andere logistieke sectoren in Brussel’ werd zelfs een groeicijfer van om en bij 20% opgetekend. Beide opmerkelijke groeipercentages zijn toe te schrijven aan een beperkt aantal grote internationale ondernemingen in de betrokken havengebieden.

In de haven van Antwerpen kende de chemische sector, na de terugval in 2016, opnieuw een toename. Deze bedrijfstak zorgde ervoor dat de toegevoegde waarde in de niet-maritieme cluster met meer dan 10% steeg en zo de cijfers van 2015 overtrof. De stijging van de toegevoegde waarde in de haven van Zeebrugge gebeurde voornamelijk onder impuls van de ontwikkelingen in de niet-maritieme branches wegtransport, handel en de energiesector.

De haven van Oostende kende globaal gezien een toename in toegevoegde waarde, maar door een terugval in de sector havenaanleg en baggerwerken werd een daling in de maritieme cluster opgetekend. De daling in het havencomplex van Luik is vooral te wijten aan één grote onderneming in de energiesector en kon niet worden gecompenseerd ondanks de lichte stijging in de maritieme cluster.

Werkgelegenheid

De sedert een aantal jaren opgetekende dalende tendens van de werkgelegenheid in de Belgische havens leek in de havens van Antwerpen, Gent en Luik te stoppen, meer bepaald in de maritieme sectoren. De totale tewerkstelling in de haven van Zeebrugge toonde eveneens een stijging, maar door het banenverlies in de handel bleef de dalende tendens zich voortzetten in de niet-maritieme cluster.

De haven van Antwerpen vertoonde de meest uitgesproken tewerkstellingsgroei in de maritieme sector goederenbehandeling. De grootste procentuele groei was merkbaar in de sectoren goederenbehandeling en scheepsagenten en expediteurs in de havens van Gent en Luik. De haven van Brussel was de enige haven met een banenverlies van rond de 10% in de maritieme sectoren, veroorzaakt door de sluiting of verhuizing van verschillende ondernemingen in de sectoren scheepsagenten en expediteurs en de goederenbehandeling. Het beperkte banenverlies in de haven van Oostende is voornamelijk toe te schrijven aan de publieke sector en de visserij, evenals de kleinere niet-maritieme sectoren.

Goederenstromen

Het goederenverkeer nam in 2017 met 4,3% toe. De haven van Gent vertoonde voor het tweede jaar op rij een zeer krachtige groei van meer dan 10% en ook voor Brussel werd een forse toename genoteerd. De havens van Antwerpen en Luik kenden opnieuw een groei van rond de 4%, terwijl Zeebrugge net zoals vorig jaar een daling van bijna 2% optekende.

Oostende is de hekkensluiter met een terugval van meer dan 6%, veroorzaakt door een afname van vloeibare bulk. Op te merken valt dat de stijging van vloeibare bulktrafiek in Antwerpen vooral petroleumproducten en chemicaliën betreft, terwijl de terugval in al de andere Vlaamse havens toe te schrijven is aan een verminderde overslag van fruitsap in bulk.

Voor Zeebrugge werd deze daling mede veroorzaakt door een daling van het overgeslagen vloeibare aardgas. De haven van Gent was de enige haven waar de overslag van vaste bulkgoederen toenam zelfs met bijna 19%. In de grootste drie Vlaamse havens groeide de containeroverslag met ongeveer 5% (in Oostende worden sinds 2008 geen containers meer behandeld). Zeebrugge kon de dalende trend van de vorige twee jaren deels herstellen.

Brexit-effect

De economische ontwikkelingen in 2017 in de haven van Zeebrugge ondervonden ongetwijfeld reeds een negatieve weerslag van de moeilijke en langdurige onderhandelingen in verband met de brexit. Zeebrugge is immers de haven bij uitstek voor de trafiek met het Verenigd Koninkrijk. Die moeilijke politieke situatie vertaalt zich in onzekerheid bij de handelsrelaties, wat de groei niet ten goede komt.

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten